[Nummer 9]
Dietsche kantteekeningen.
Grootnederlandsche Promotie.
De heer F.C. Dominicus heeft te Leiden den doctorsgraad verworven met een belangwekkend proefschrift ‘Het ontslag van Willem Adriaen van der Stel’ en stellingen, waarvan er vele aantrekken door oorspronkelijkheid en goeden kijk op het Grootnederlandsche taalbelang.
De schrijver schetst Van der Stel - gouverneur der Kaapkolonie in het laatst der zeventiende eeuw - als een krachtige natuur, die op 't voorbeeld van zijn vader van de Kaap iets meer wilde maken dan een simpele ververschingsplaats. Hij moest wijken voor een sterken algemeenen tegenstand. Maar de schrijver is overtuigd, dat op het stelsel der Compagnie meer viel aan te merken dan op den gouverneur.
In zijn stellingen steelt de heer Dominicus het hart onzer Streektalencommissie door de opstelling van een Zuidbevelandsch woordenboek aan te bevelen, daar z.i., dit de beteekenis van vele Middelnederlandsche en zeventiende-eeuwsche woorden scherper zou doen uitkomen. Voorts houdt hij staande, dat de invloed van het Zeeuwsch van veel grooter invloed is geweest op het ontstaan van het Afrikaansch, dan prof. Hesseling in zijn boek ‘Het Afrikaans’ meent. Werkelijk! De streektalen vormen bij taalstudie een te lang verwaarloosd hulpmiddel.
Ten opzichte van het Zuidafrikaansch oordeelt hij - met een toenemend aantal andere geleerden - ‘Het Zuidafrikaansch kan als cultuur-taal de voedende kracht van onze taal onmogelijk missen.’ Moge men dit in Zuid Afrika niet te laat inzien!