Neerlandia. Jaargang 32
(1928)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 130]
| |
TaalwachtIngezonden.Geachte Redactie, In een ‘Taalwacht’ van Mei 1928 wordt aanmerking gemaakt op b.d. (buiten dienst) in plaats van ‘gepensioneerd’ en dit b.d. wordt een germanisme genoemd. Dit is niet juist. Het woord ‘gepensioneerd’ heeft gaandeweg de beteekenis gekregen van ‘afgeschreven’, ‘onbruikbaar’ of iets dergelijks, maar b.d. beteekent, dat men op het oogenblik wel niet meer in werkelijken dienst is, maar zoo noodig weer daarvoor opgeroepen kan worden, bijv. voor een bijzondere zending, in oorlogsgevaar of zoo iets. Wat U ‘non-actief’ noemt, is in het gewone gebruik iets anders, het is nl. van toepassing op een officier, die doorgaans nog in werkelijken dienst is, doch om eenige reden, bijv. ziekte of in afwachting van eene plaatsing, geen dienst doet; men noemt het tegenwoordig ‘ter beschikking’. B.d. is dus goed Nederlandsch, maar de door de taalwacht gebruikte woorden ‘non-actief’ en ‘gepensionneerd’ zijn het niet. N.M.L.
Van verschillende kanten ontving de Taalwacht instemming met haar vraag omtrent b.d. (Zie Neerlandia, Mei 1928). Met allen eerbied voor den schrijver van het bovenstaande stukje, moet de Taalwacht in haar meening volharden, dat b.d. nagemaakt Duitsch is. Indien de schrijver wil betoogen, dat b.d. nog wel een andere beteekenis kan hebben, spreekt j de Taalwacht dit niet tegen; ze blijft bejammeren - met vele Nederlandsche officieren -, dat er dan niet een gelijkwaardige, goed Nederlandsche afkorting is bedacht. Hier draait de zaak om. DE TAALWACHT. | |
Bloemen uit den aschbak.Een medewerker van het Vaderland verschaft, naar hij schrijft, ‘mooi materiaal voor het Algemeen Nederlandsch Verbond’, door den volgenden departementalen wanzin te lichten uit het antwoord van een minister op de vraag van een kamerlid: ‘Dit neemt niet weg, dat afwijking van den regel mogelijk is, doch van een bepaalde aanleiding daartoe, die uit den aard van het te dezen gepleegde misdrijf, naar het oordeel van den minister, zeker niet zonder meer kan worden afgeleid, is hier niet gebleken, ook niet, nadat de mogelijkheid van afwijking den gedetineerde was bekendgemaakt.’ ‘Stijlbloempjes’ noemt men zoo iets in Duitschland. Maar het zijn bloempjes uit den aschbak! | |
Ook zóó in Nederland?‘De wetten’, zei hij (Napoleon I) moeten helder en duidelijk zijn. Een kind moet ze kunnen begrijpen. Hoe zal een koewachter uit Auvergne verstaan, wat ik niet begrijpen kan? Zulk een onzin zend ik niet aan de wetgevende lichamen toe. Eens voor al, mijne heeren! Onze wetten worden voor de Fransche burgers, niet voor de Fransche advocaten gemaakt!’ - Napoleons vader was zelf advocaat! Uit: ‘Der Mann im Schatten’,
Thans schrijven wij 1928!! | |
Nederland(sch) of Holland(sch)?Van verschillende kanten kwam de klacht tot ons, dat heel dikwijls Holland(sch) wordt genoemd, wat Nederland(sch) moest heeten. Zoo schreef ons een lid uit Overijsel, een ander uit Gelderland, dat men in hun gewesten onder Holland alleen de gewesten van dien naam verstaat en dat men daar, indien ook van hun gewesten met Holland(sch) wordt gesproken, hierin iets van den ouden toestand voelt. Een lid uit Indië wijst er eveneens op. Om terug te keeren tot Nederland(sch) of Holland(sch) wijzen wij op het belangrijke werk van Dr. Walter Gerbing: Das Erdbild der Gegenwart. In het deel, dat Europa behandelt, zegt de schrijver: Niederlande wollen wir unser Gebiet im folgenden stets nennen und nicht Holland, wie man es leider sehr oft in Deutschland hört. Wat doen de Nederlanders in dezen en vooral de Groot-Nederlanders? Gaan zij voort met zelfs op briefadressen uit het buitenland Holland te schrijven Natuurlijk niet, want.... een vreemdeling heeft het (goede) voorbeeld gegeven!! | |
Woord en daad.Iemand, die bedankte voor zijn lidmaatschap, schreef o.m.: Het is niet omdat ik niet met Uw principes sympathiseer enz. Dat willen we wel aannemen, maar dat dit oud-lid met de beginselen van de Taalwacht instemt, meenen we toch te mogen betwijfelen. | |
‘Chapelle ardente’.Onze dagbladschrijvers schijnen geen weg te weten met het woord chapelle ardente. Dit is niets anders dan een rouwkamer of rouwkapel. Behoud van het vreemde woord in onze taal is volstrekt onnoodig en dwaas in de tweede macht, daar de uitdrukking in het Fransch, op den keper beschouwd, zelf reeds mal genoeg is. Een rouwkamer toch is het tegendeel van iets hevigs en vurigs; er branden slechts wat lichtjes, die een stillen en stemmigen glans verspreiden. | |
Klemtoonles.Volg geen verkeerde mode na
En praat niet mee van: bodega,
God in 't Latijn is Deus.
Maar in 't Grieksch niet Zeus,
Er is 'n eiland Rhodus,
Geen bijbelboek Exodus,
Drink desnoods soms madera,
Maar spreek niet van cholera.
(Favoriet). |
|