Nederlanders in den vreemde.
XIII.
België.
Van de consulaire ambtenaren te Charleroi en te Leuven werd geen antwoord op onze vragenlijst ontvangen.
In België bestaat een groep Vlaanderen van het A.N.V., waarvan het secretariaat gevestigd is bij den heer M. Stijns, Ernest Discaillesstr. 11, Brussel.
Te Brussel is gevestigd, Laekenstr. 35a, de Bond van Nederlandsche vereenigingen en lichamen in België met 18 aangeslotenen.
Behalve een tak van het A.N.V., secr. de heer Marc. de Ceulener, Victor Bertauxlaan 10, Anderlecht-Brussel, heeft men er de Ned. Ver. van Weldadigheid, de Ned. Vereeniging, de Ned. Ver. Limburgia, de Jubileumclub 1923, de Ver. van Ned. dames.
Het aantal Nederlanders daar is zeer wisselend en kan veilig op eenige duizenden gesteld worden.
De voornaamste beroepen, door Nederlanders uitgeoefend zijn: handwerk en koophandel. Er zijn ook veel renteniers.
Evenals hun kinderen bewaren zij veelal het Nederlandsch karakter en blijven zij hun moedertaal spreken. Er is een Ned. Christelijke school te Brussel.
In Gent heeft men de Ned. Ver. van Weldadigheid, die zich ten doel stelt het verkenen van hulp aan behoeftige Nederlanders en de Vereeniging ‘Nederland’, die het Nederlandsche bewustzijn wil verlevendigen.
In Oost-Vlaanderen verblijven 2500 tot 3000 Nederlanders, waarvan ongeveer de helft in Gent en voorsteden.
Hun voornaamste beroepen zijn: handel; kermisreiziger, tuinbouw- en fabrieksarbeider, landbouw.
De Nederlanders blijven min of meer wel hun Nederlandsch karakter behouden. Velen evenwel, die er reeds lang wonen, en vooral dezulken, die met Belgische vrouwen gehuwd zijn, minder. Van de laatsten nemen dan ook doorgaans de zoons op militieplichtigen ouderdom de Belgische nationaliteit aan. Ook bij met Nederlandsche vrouwen gehuwden komt dat voor. Veel saamhoorigheid is er niet.
De meesten blijven hun moedertaal spreken, tenzij zij in kringen verkeeren, waar deze niet gesproken wordt. De kinderen leeren hier doorgaans beide talen en, naar gelang van de scholen, welke zij bezoeken, de eene beter dan de andere.
Voor Nederlandsch onderwijs bestaat er naar het inzicht van onzen berichtgever geen noodzakelijkheid, daar er voldoende Vlaamsche scholen zijn.
De consul te Brugge deelt mee, dat er in Brugge ± 200, Blankenberghe 11, Kortrijk 57, Yper 15, Roesselaere 8, Nederlanders of Nederlandsche gezinnen hun vaste verblijfplaats hebben. De beroepen, door hen uitgeoefend, zijn van allerhanden aard.
In Hasselt heeft men de Ned. Ver. in Limburg met ongeveer 50 leden. In deze provincie zijn 2 tot 3 duizend Nederlanders gevestigd, werkzaam in den kleinhandel als ambachtslieden, landbouwers en werklieden, ook in de mijnen. Zij blijven, evenals hun kinderen, Nederlandsch spreken.
In Luik bestaat de Ned. Ver. van Weldadigheid met ongeveer 30 leden, die ondersteuning van oude, noodlijdende Nederlanders bedoelt.
Er is hier een tamelijk groote vlottende Nederlandsche bevolking, welke na betrekkelijk korten tijd naar het vaderland terugkeert en door andere wordt vervangen; zij> die hier blijvend gevestigd zijn, worden nagenoeg allen Belgen, behoudens enkele uitzonderingen. Hun aantal is niet op te geven; zij zijn werkzaam in de nijverheid, enkelen zijn middenstander, de groote meerderheid behoort tot de arbeidersklasse. Zelf blijven zij gedeeltelijk Nederlandsch spreken; hun kinderen doen het niet.
In het gebied van het Consulaat-Generaal der Nederlanden te Antwerpen, hetwelk de provincie Antwerpen omvat, bestaan de volgende vereenigingen van Nederlanders:
Hollandsche Club, die zich ten doel stelt het gezellig verkeer onder aldaar gevestigde Nederlanders te bevorderen, onder meer door het in stand houden van een societeitslokaal. Het aantal der gewone leden bedraagt 80, dat der buitengewone 24.
Vereeniging ‘Limburgia’, die beoogt de te Antwerpen woonachtige, in de Nederlandsche provincie Limburg geboren, Nederlanders samen te brengen ter bevordering van het onderling verkeer, dezen te helpen bij het streven naar stoffelijke en zedelijke verheffing, voorts het uitoefenen van weldadigheid ten behoeve van noodlijdende gewestgenooten en het versterken van den band met Nederlandsch Limburg. Het aantal werkende leden bedraagt 89, dat der bijdragende leden 40 en dat der begunstigers 5.
Nederlandsche Weldadigheidsvereeniging ‘Kleedingwerk’, welke bedoelt Nederlandsche vrouwen te ondersteunen, die door ouderdom of moeilijke gezinsomstandigheden niet in staat zijn, buitenshuis haar brood te verdienen en zulks door het verschaffen van naai- of breiwerk. Het aantal leden bedraagt 55.
Nederlandsche Vereeniging tot Hulpbetoon, die de te Antwerpen woonachtige behoeftige Nederlanders wil ondersteunen, wanneer zij door ziekte of ouderdom verhinderd zijn, zelf in hun onderhoud te voorzien. Het aantal leden bedraagt 104.
Op 31 December 1920 bedroeg het aantal der in de provincie Antwerpen wonende Nederlanders 17.932. Naar schatting bedroeg dit aantal in 1926 ongeveer 40.000, meest behoorende tot den werkenden stand als dokwerkers, ambachtslieden, diamantbewerkers, kantoorbedienden, winkeliers en patroons.
De in genoemd gebied woonachtige Nederlanders blijven hun Nederlandsch karakter goed bewaren, hetgeen blijkt uit hun uitlatingen en hun talrijke aanwezigheid op Nederlandsche feesten, welke hier gehouden worden.
Zij blijven, evenals hun kinderen, hun moedertaal spreken, waartoe wellicht in belangrijke mate de omstandigheid bijdraagt, dat de meest gangbare taal in het onderhavige gebied het Vlaamsch is.
Het Nederlandsch wordt op de meeste scholen onderwezen. Bovendien bestaat thans te Antwerpen een Nederlandsche Christelijke School.
Andere Nederlandsche vereenigingen bestaan nog te Leuven, de Ned. Ver. voor het arr. Leuven, en te Mechelen, de Ned. Ver. ‘Neerlandia’, die zich ten doel stelt, het stambewustzijn van de te Mechelen verblijvende Nederlanders te bevorderen; zij bezit onder meer een tooneelafdeeling ‘Onder Ons’ en een liefdadige afdeeling ‘Kleedingwerk’.
Het aantal der als vast lid aangesloten huisgezinnen bedraagt ongeveer 50.