Het hijschen der Unievlag.
‘Een gebeurtenis van geschiedkundige beteekenis’ hebben gouverneur-generaal Smit en Prins Arthur van Connaught het hijschen der beide vlaggen van de Zuidafrikaansche Unie genoemd. Gedenkwaardig was inderdaad het oogenblik, waarop tegelijkertijd, te Londen en in de vier hoofdsteden der Unie op Vereenigingsdag (31 Mei) de Union Jack en de herboren Van-Riebeeckvlag naast elkander wapperden. Te Bloemfontein heesch mevrouw Pres. Steyn de Unievlag op het gerechtsgebouw. Bij de plechtigheid te Londen sprak o.a. de Nederlandsche predikant te Londen, Baart de la Faille, een gebed in het Nederlandsch uit. Beide partijleiders in Zuid-Afrika, generaal Hertzog en generaal Smuts, hebben de overeenkomst, na veel strubbelingen door Boer en Brit gesloten, aangeduid als het eind van een honderdjarigen strijd.
In een gedicht ‘Vaarwel aan de Vierkleur’ heeft de grijze staatsman P.W. Reitz de verdwijning van de roemrijke Transvaalsche vlag beschreid. Doch zij bestaat voort in (het wit van) de oranje-wit-blauwe vlag en is, gelijk hij zingt, ‘in 't hart der Natie opgeborgen’. Een nieuwe tijd is aangebroken. Ook ‘Die Uniegenoot’ van 4 Mei 11. bevatte een gedicht van Senator Van Langenhoven op de nieuwe vlag, die vooralsnog alleen tegelijk met de Engelsch ontplooid mag worden ‘op die vernaamste regeringsgebouwe in die hoofdstede van die Unie en van die Provinsies, in die Unie-havens en op die Regeringskantore oorsee en op sodanige ander plekke binne die Unie as wat die Regering mag bepaal.’
Zoo blijft er nog te wenschen. Dus te werken en te hopen.