Nederlandsch als Zangtaal.
Geheel ten onrechte meenen sommigen, dat het Nederlandsch als zangtaai niet geschikt is. Naar aanleiding van de te Scheveningen gehouden, zoo uitmuntend geslaagde muziektentoonstelling heeft de heer dr. K.P. Bernet Kempers in een belangwekkend opstel over ‘Liedekens in onser nederduytscher tale’ in de N. Rott. Ct. medegedeeld, dat een belangrijke ofschoon naar verhouding geringe hoeveelheid meerstemmige toondichten met Nederlandsche teksten bewaard gebleven zijn. De schrijver vertelt daar uitvoerig van en verhaalt ons van Susato, een uit Keulen geboortig muziekbeoefenaar, die zich te Antwerpen als toondichter en muziekuitgever vestigde. Hij is de eerste geweest, die bewust naar een nationale Nederlandsche toonkunst streefde. Later heeft de voorkeur voor Italiaansche muziek de volkstaal verdrongen en eerst toondichters als Hol, Verhulst en in het bijzonder Bernard Zweers hebben de vraag van Susato weer actueel gemaakt: ‘waeromme en soudemen dat voortane niet also met gelycker konst ende soetichheyt in onser moederspraken connen gedoen, als men tot nu toe in latynsche, walsche ende italiaensche sprake gedaen heeft?’
Laat ieder toonkunstenaar, die het vaderland een goed hart toedraagt, ook al stelt hij de muziek natuurlijk hooger, deze woorden in gedachten houden en Nederlandsch zingen, wanneer dat maar even kan!