Ingezonden.
Haagsche Afdeeling der Alliance Française en Haagsche Afdeeling van het A.N.V.
De Haagsche Afdeeling der A.F. heeft in 1927 200 nieuwe leden gewonnen en stond aan het eind van dat jaar op 1200 leden.
Dat is, op 10 na, zooveel als de Haagsche Afd. van het A.N.V.
Oogenschijnlijk staan dus beide gelijk.
Maar de A.F. heeft haar leden 6 tooneelvoorstellingen - echte Parijsche! - kunnen aanbieden, benevens 14 voordrachts- en kunstavonden. En beurde een inkomen van f 17.000!
Vergelijking van deze cijfers met hetgeen de Haagsche afd. van ons A.N.V. kan doen en beurt, leert dan echter duidelijk, hoezeer onze welgestelden in Den Haag wel geld en belangstelling over hebben voor buitenlandsch werk - bizonderlijk het Fransche - maar dat zij zich grootendeels onttrekken aan den arbeid van en voor den eigen Nederlandschen stam.
Dat men lid is van Ver. als Nederland-Frankrijk, Nederland-Engeland, Nederland-Duitschland enz., daar is natuurlijk niets tegen. Wij zijn niet bekrompen nationalistisch tegen alle buitenlandsche cultuur! Integendeel! - Onze eigen cultuur in ons kleine land heeft stellig de opfrissching en opsterking noodig van het werk der grootere bevolkingen.
Maar vooraan moet dan toch staan de belangstelling in en voor het eigen nationale. En vóór men lid wordt van zulk een buitenlandsche Vereeniging, behoort men steunpilaar te zijn van de Nederlandsche!
Mogen de 1200 leden der A.F. in Den Haag zich van de dwaling van hun Franskiljonisme niet al te laat bekeeren!