Neerlandia. Jaargang 32
(1928)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdIngezonden.Wie zijn Creolen?De vraag moge velen onbelangrijk voorkomen, de aandacht die er door verschillende leden aan werd gewijd, is opmerkelijk. Niet minder dan vier ingezonden stukjes kwamen nog in. Ze zijn gelukkig kort. Dr. H.D. Benjamins vestigt de aandacht op het zeer belangrijke artikel ‘Creool’ in wijlen Prof. Veth's ‘Uit Oost en West, verklaring van eenige uitheemsche woorden’, Arnhem, P. Gouda Quint, 1889. Z.i. is er door de schrijvers in Neerlandia niet voldoende rekening gehouden met de in het artikel ‘creool’ in de Encyclopaedie van Ned. West-Indië aangegeven litteratuur. De heer C.K. Kesler komt op tegen ons onderschrift bij het stukje van Dr. J. Heinsius. Hij verduidelijkt, dat het Woordenboek, evenals de andere, door hem aangehaalde werken, vaststelt, dat het woord ‘kreool’ ten onrechte ook gebruikt wordt, om kleurlingen aan te duiden en schrijft dan verder: ‘Ik zou niet gaarne den schijn op mij willen laden, dat ik door die drie woorden had willen zeggen, dat de meening van den geachten schrijver van het bedoelde artikel onjuist is. Integendeel, ik ben het daarmede geheel eens. Het zij mij vergund, ter ondersteuning van de oplossing van het ‘vraagstuk’ waartoe ik in mijn stukje kom, nog deze aanhaling te geven uit een artikel ‘Suriname en Nederland’ van den oud-Gouverneur Staal in de ‘Groene Amsterdammer’ van 11 Februari l.l.: ....dat de creool, - hier bedoeld, als neger-afstammeling.... (ik cursiveer) dat neger-afstammeling niet de algemeen gangbare beteekenis van het woord creool is.’ De heer W.R. Menkman vestigt de aandacht op wat in de j Spaansch-Amerikaansche encyclopaedie van Calleja over het woord wordt gezegd: ‘Criollo, a, adjetivo, aplícase á todo lo nacido y criado en América, pero no indigena de ella (cana criolla, gente criolla, negro criollo etc.). Hablando de personas usase más como subjectivo mascujino y femenino.’Ga naar voetnoot1) Hij oordeelt, dat het gebruik in Suriname hierbij ‘nog al aardig aansluit.’ Ten slotte laten we oud-Gouverneur Staal nog even aan het woord: ‘De heer Kesler heeft wel gelijk: men schrijft langs elkander heen. De geachte schrijver - hij vergeve mij de opmerking - doet eraan mede. Want het ging niet over de vraag, wat Creool in het algemeen beteekent, maar wat het voor Suriname zeggen wil en daar kan de heele wereld van Hollandsche, Fransche, Spaansche, Italiaansche Woordenboeken niets aan veranderen. De Regeering had het volste recht om met betrekking tot Suriname als algemeene benaming de uitdrukking te bezigen in de daar geldende beteekenis. Het is ermee als met het woord ‘polder’ bijvoorbeeld. In Suriname wordt daaronder niet verstaan de ingedijkte oppervlakte alleen (Saramacca-polder), maar ook de dijk zelf, en vooral de dijk zelf, want die polder-benamingen zijn pas van lateren tijd. Als dus iemand schrijft over Surinaamsche plantages, zal hij heel terecht de termen voor-polder, achter-polder en zij-polder gebruiken in plaats van voor-dam enz., al zoude het grootste woordenboek het anders hebben.’
En hiermede sluit de Redactie de gedachtenwisseling over dit Creolenvraagstuk. *** |
|