De Nieuwe Handelscommissaris.
Tot handelscommissaris van de Unie voor het Vasteland van Europa te Milaan is, in de plaats van den heer Chr. Pienaar, die op 1 April aftreedt, genoemd de heer Dan. J. de Villiers, L.U.K. en L.P.R. Het bericht in de pers, als zou het kantoor van den handelscommissaris van Milaan naar Rotterdam worden verplaatst, wordt vanwege het departement van Buitenlandsche Zaken te Kaapstad tegengesproken. De heer De Villiers zou op 9 Maart naar Europa vertrekken.
De heer De Villiers is weduwnaar van wijlen mej. Maude E. de la Harpe, en hertrouwd met Mej. M. Raubenheimer, voormalig bestuurster van de Oranje-Skool te Bloemfontein. Hij is Vrijstater van geboorte en, ofschoon hij de school zeer jong moest verlaten, heeft hij door eigen studies de examens voor advocaat en notaris kunnen afleggen en zich te Ficksburg een groote practijk verworven. Sedert 1918 legde hij zich toe op het boerenbedrijf en hij bezit thans twee groote boerderijen.
De heer de Villiers heeft, zegt Die Burger, altijd groot belang in de openbare zaak gesteld. Gedurende bijna twintig jaar was hij lid van het gemeentebestuur van Ficksburg en verscheiden malen burgemeester, alsook bestuurlid van verschillende maatschappelijke instellingen. In 1914 werd hij tot lid van den Provincialen Raad gekozen en drie jaar later tot lid van het uitvoerend komiteit. Al spoedig werd hij de werkelijke leider en drijfkracht in dien raad. Aan zijn kennis van gemeentezaken is de door hem ontworpen Vrijstaatsche ‘Munisipale Ordonnansie’ te danken, die als een model-reglement wordt beschouwd. Ook in het onderwijs heeft hij aan zijn land groote diensten bewezen, den Vrijstaat gemaakt tot een voorbeeld voor de andere deelen der Unie.
Verleden jaar heeft de heer De Villiers een reis naar Europa en de Ver. Staten gemaakt. Men roemt zijn innemende persoonlijkheid, waarin, zegt zijn levensbeschrijver, ‘is baie bewaar gebly van die galantheid van sy Franse voorouers.’