Oud-Hollands Beschermgeest.
‘Wist men vroeger hier ternauwernood, dat St.-Nicolaas bestond,’ zoo schrijft de Amigoe de Curaçao met beminnelijke geloovigheid, ‘in de laatste jaren is de viering van dit feest steeds meer algemeen geworden. De winkels hebben goede zaken gemaakt en op den laatsten St.-Nicolaas-avond was er vooral te Otrabanda een drukte op straat, als we alleen op Oudejaarsavond en op het koninginnefeest gewoon zijn.’
Bravo Curaçao! Gij hebt begrepen, wie Oud-Hollands eigenlijke schutspatroon was en blijven zal! Een doorslaand bewijs, dat dit St.-Nicolaas is, levert de viering van dit vaderlandsche feest overal, waar Nederlanders wonen of zelfs waar eens Nederlanders woonden, zooals op Ceilon, waar de Dutch Burghers weder sedert eenige jaren geregeld den heilige herdenken. 't Vorig jaar vooral moet de viering van 5 December daar uitstekend geslaagd zijn.
In een Haagsch blad sprak onlangs in een stukje, dat zeker aan de aandacht (of de macht) der redactie ontsnapt was, iemand zijn verwondering uit, dat de ‘ontwikkeling’ naar het vieren van Kerstmis nog betrekkelijk langzaam gaat en dat de winkelstand niet krachtiger het vieren van Kerstmis met geschenken is gaan bevorderen. Een ‘collectieve reclame’ met ‘intensieve propaganda’ op Amerikaansche wijze gevoerd, zou, meende deze inzender, na verloop van tijd een ‘stimuleerenden invloed’ kunnen hebben.
Het zou onvermijdelijk uitloopen op een geleidelijke verdringing van het oude vaderlandsche feest, wanneer de wensch van dien schrijver vervuld werd. Van zoo'n ‘ontwikkeling’ naar ‘intensieve collectiviteit’ door uitheemsche reclamemiddelen, moeten wij niets hebben!