Kreool.
Met belangstelling las ik in 't Februarinummer van Neerlandia, wat in de rubriek ‘Ingezonden’ over de beteekenis van het woord Kreool wordt gezegd. Maar daarbij stelde het mij teleur, dat men er blijkbaar niet aan gedacht had, het Woordenboek der Nederlandsche Taal eens te raadplegen; niet omdat het art. Kreool daarin van mijn hand is - dat is maar een toevallige omstandigheid -, maar omdat het zelfs bij de Redactie van Neerlandia blijkbaar niet opkomt, dat wij een uitvoerig nationaal, als 't ware officieel - immers grootendeels van Rijkswege bekostigd - Woordenboek bezitten, dat voor verreweg het grootste gedeelte voltooid is, en waarin men althans kan trachten de inlichtingen over woordbeteekenissen te vinden, die men zoekt.
Hierop nog eens de aandacht te vestigen van het Nederlandsche publiek, waarvoor het werk toch is en wordt samengesteld, is het doel van dit ingezonden stukje.
Met dank voor de plaatsing,
Leiden, 11 Febr. 1928.
J. HEINSIUS.
De heer Kesler raadpleegde wel het Groote Woordenboek, maar is het, zoo men ziet, niet geheel eens met de verklaring, die men daar vindt.
Red.