Zuid-Afrika.
De Van-Riebeeckvlag.
Het Oranje-blanje-bleu, de vlag van Van Riebeeck, waait weldra weer over Zuid Afrika, met slechts, in 't wit, een strikje: de Union Jack en de vlaggen der beide vroegere Boeren-republieken. 't Is haast te mooi voor werkelijkheid. Eén schaduw trouwens werpt dit blijde licht: de Engelsche vlag zal van de voornaamste gebouwen in de vier hoofdsteden naast de landsvlag waaien.
Of dit geen politieke verwarringen zal veroorzaken? Misschien! Niet onmogelijk evenwel, dat die moeilijkheden de eindoplossing van het vlaggevraagstuk slechts zullen verhaasten, die niet anders kan zijn dan een zuiver nationale Zuidafrikaansche vlag.
Welk een geweldige opwinding dit vraagstuk teweeggebracht heeft, kan men zich nauwelijks voorstellen. Sappen en Natten stonden fel tegenover elkaar. Het scheen, alsof er nog vonken uit de asch van het oude oorlogsvuur zouden vliegen. Is het te verwonderen? De vlag immers is het zinnebeeld van het volksbestaan. In haar teekening moeten de machten en krachten, die in het volk leven, in evenwicht zijn. En die krachten en machten zoeken hun evenwicht nog steeds!
De verzoening blijkt voor een groot deel te danken aan het optreden van den Engelschen staatssecretaris voor de Dominiums, L.S. Amery, die in Zuid-Afrika het denkbeeld van een Britschen Statenbond is komen bepleiten. Engeland zou in dien bond gelijkwaardig zijn aan de dominiums. Er schijnt een nieuwe geest in de Engelschen gevaren: ‘Wij moeten’, zoo schreef ‘The Economist’ onlangs, ‘de dominiums leeren beschouwen als onafhankelijke staten, die naar gemeenschappelijke idealen streven; instellingen ontwikkelen, ontspringende uit een gemeenschappelijke bron, maar welker bevolking steeds minder Britsch wordt.’ Dit is breed gedacht. Intusschen blijft in de Union Jack (Eng. vlag) het verband met het Britsche Rijk bewaard. Een belangrijk aandeel in het getroffen vergelijk schijnt ook toe te komen aan den populairen minister van Justitie Tielman Roos, dien men reeds met den naam ‘Oom’ heeft vereerd en die volgens een Engelschen berichtgever dien naam meer verdient dan eenig ander partijleider.
Hoe dit zij, de verzoening is beklonken, al blijft er vrij wat onvoldaanheid over. Er zijn er, als de ‘Natal Advertiser’, die het juist een der grootste verdiensten van het verkregene achten, dat het niemand volledig bevredigt. ‘Wij zijn nog niet in een vereenigd nationaal humeur, dat algemeene tevredenheid heden mogelijk maakt’, schrijft zij. De ‘Friend’ prijst Genl. Hetzog en Genl. Smuts, die nooit beter stuk werk voor hun vaderland verrichtten, dan toen zij het eens werden over dit netelige vraagstuk. ‘De oplossing is een overwinning van gezond verstand, gematigdheid en patriotisme