De Pers.
De Vlaamsche persen beginnen sneller te snorren.
Van den heer Albert van Hoyweghen, 137bis Grande Rue Roubaix (Roodebeke, bij Rijsel) ontvingen wij een nieuw maandblaadje in den vorm van een krant ‘Onze Taal’, geschreven in zeer goed Nederlandsch. Het wil de Dietsche taal bewaren, zuiveren, verspreiden, leeren hoogachten. Het stelt zich voor, de rijke Vlaamsche letterkunde bekend te maken. Bijdragen van medewerkers, die de taal niet machtig zijn, zullen in het Nederlandsch worden overgebracht. Op de medewerking van alle Vlamingen doet ‘Onze Taal’ een beroep ter verwezenlijking van dit uitmuntende doel. Een staaltje van actieve journalistiek is de aansporing tot ouders, om het godsdienstonderwijs aan hun kinderen in het Vlaamsch te laten geven. Dit is een goede raad: onder de geestelijken is de liefde voor de taal zeer krachtig. Verschillende berichten in het blad - o.a. dat over de afschaffing der vreemdelingenbelasting op Belgen - toonen hoe noodig en nuttig als gemeenschapsmiddel dit orgaan kan zijn.
De ‘Beffroi de Flandre’, die in den laatsten tijd wat moeilijk ter wereld kwam, zal met Januari weer geregeld verschijnen.
Fransch-Vlaanderen heeft waarlijk niet teveel van zulke roepstemmen! Op het, dezen zomer te Hazebroek gehouden, vierde Fransch-Vlaamsche Congres, riep de heer J.E. van den Driessche, over propaganda sprekende, uit: ‘Behalve “Pourquoi j'aime la Flandre” en een reeks van artikelen in de “Mercure de Flandre” en den “Beffroi de Flandre” bezitten wij niets, om onze beginselen te verspreiden’. En het bestaan voor die twee is heel moeilijk! De Beffroi is meer gedrongen van vorm dan de Mercure, die ook artikelen van meer algemeenen aard, letterkundig werk en afbeeldingen opneemt. Misschien is ze daardoor nog zuiverder verdediger der gewestelijke en taalbelangen. Dat de Beffroi grootendeels in het Fransch wordt opgesteld, heeft ook zijn goeden kant. Zeer velen, die men met Vlaamsch alleen niet meer kan bereiken, worden aldus in den lezerskring getrokken. Het voortbestaan van het blad is juist in dezen tijd zoo noodig, nu op het congres te Hazebroek besloten werd, in de beweging voor de taal, die zich tot dusver tot de R. Katholieke geestelijkheid bepaalde, ook leeken op te nemen. Hetgeen een grooter werkzaamheid beteekent en inspanning van alle krachten vordert.
Het Augustusnummer der Beffroi had - dit zij er nog even bijgevoegd - één artikel in het Vlaamsch: de aardige en bijzondere toespraak door den heer Marcel Janssen op het congres gehouden. Het mag als bekend worden verondersteld, dat de Mercure sedert kort met een Vlaamsche rubriek begon: ‘De Torrewachter’ die door de heeren D. Moeneclaey en M. de Zager wordt opgesteld en bestemd is, een eigen orgaan voor de Vlamingen te worden.
En ten slotte ‘Tisje Tasje’. Onze vriend komt weer, naar men ons meedeelt. Entwat verandert, zooals uit de ‘Voorboodschap’ blijkt. Planckes vermaarde almanak zal voortaan ook tot de talrijke Vlamingen spreken, die ter kante van Rijsel en Roodebeke uit zijn gekomen. Voor ‘lachedingen’ en ‘koddiges’ blijft Tisje Tasje zorgen. Noord-Nederlanders bestelt dit dingie, dat maar luttele dubbeltjes kost (f 0.40) bij Edm. Gyselinck, Oranjestr. 144 te Antwerpen. En als gij niet hopeloos betooverd zijt door de uitheemsche flauwigheden, die men u elken Zaterdag onder den neus duwt, zult gij u verlustigen in deze oubollige kerngezonde Vlaamsche boert en voorgoed Tisje's vriend blijven.
Leden, werft Leden!