Eenheid van Spelling in Noord en Zuid!
De Zuidnederlandsche Vereeniging van Letterkundigen heeft onlangs in haar algemeene vergadering den wensch uitgesproken, dat de Nederlandsche minister van Onderwijs bij de beraamde spellinghervorming.
‘in geen geval het eigen wezen van de beschaafde taal zal aantasten, zooals die in Zuid zoowel als in Noord gesproken wordt en werkelijk leeft; dat geen hervorming van de spelling van ambtswege zal doorgedreven worden dan na overleg met den Belgischen minister van Kunsten en Wetenschappen; dat in dezen niet slechts taalkundigen en vertegenwoordigers van het onderwijs, maar ook schrijvers gehoord zullen worden.’
Deze motie is een slag op de gong. Wie zou daar erg in hebben, dat eenige regeering, welke ook, aan het hervormen van de spelling zou gaan, zonder de meest belanghebbenden en meest deskundigen te hooren? Maar ja, er gebeuren wel gekker dingen in de ambtenaarswereld en we dienen waakzaam te zijn ook tegen het gevaar, dat op een slechten dag Noord-Nederland tot spellingvereenvoudiging zou overgaan en Zuid-Nederland niet meedeed. Wat zouden de vijanden van den Dietschen stam dan lachen!
Laten Noord en Zuid nu eens eendrachtig - en, als het kan voor ditmaal voortvarend, het vraagstuk is al zoo oud! - tewerk gaan. De medewerking, de raadgevingen der Vlaamsche taalkundigen kunnen wellicht menigmaal den knoop onzer eigen tegenstrijdigheden doorhakken. Het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen plege derhalve overleg met zijn Belgischen tegenhanger.
Onze leuze zij: ‘Geen vereenvoudiging of wijziging dan in Noord en Zuid gelijktijdig.’