Het Nederlandsch-Belgisch ‘intellectueel accoord’.
Het bestuur van de afdeeling Brussel heeft in zijn jongste vergadering de volgende motie aangenomen:
‘Het bestuur van tak Brussel van het Algemeen Nederlandsch Verbond, kennis genomen hebbend van den inhoud van de Nederlandsch-Belgische intellectueele overeenkomst, in den loop der maand October te Brussel onderteekend;
Overwegend dat, uit den aard der zaak, tusschen Frankrijk en België, die reeds lang een gelijksoortige overeenkomst hebben gesloten, feitelijk geen andere dan Fransch sprekende en in de Fransche taal lesgevende onderwijskrachten kunnen worden uitgewisseld;
Drukt den wensch uit, de Belgische regeering van de door de tusschen beide landen bestaande overeenkomst gebruik te zien maken om, met Nederland, geen andere dan Nederlandsch sprekende onderwijskrachten uit te wisselen en aldus, eenigszins, het sedert de onderteekening van het Fransch-Belgisch intellectueel accoord, ten gunste van de Fransche cultuur verbroken evenwicht, te herstellen;
En besluit dezen wensch over te maken aan de Kamer en den Senaat, den Belgischen ministerpresident en den heer minister van kunsten en wetenschappen.’