Nederland in Argentinië.
Ons Weekblad meent, dat de Nederlandsche nijverheid zich in Argentinië meer moest laten gelden. Er is geen gebrek aan ondernemingsgeest bij de Nederlanders daar, maar onder de Nederlanders thuis, meent het blad en daardoor ‘worden we verdreven van de terreinen, die we voor weinige jaren nog als de onze mochten beschouwen.’
‘Voor luttele dagen is, om maar een voorbeeld te noemen, in Italië de kiel gelegd voor een Argentijnschen kruiser en zijn eenige onderzeebooten in Italië besteld. Italië, dat in geen eeuwen door scheepsbouw had uitgeblonken en dat arm aan kapitaal is! Engelschen graven havens hier, Duitschers leveren sleepbooten, droogdokken en zelfs baggermolens. Slapen onze landgenooten in ons vaderland dan in?
Philips, die zich voor zijn producten de Zuidamerikaansche markten veroverd heeft en die door zijn station PCJJ den naam van Nederland doet hooren, waar radioliefhebbers zijn - en dat is overal - geeft ons een goed voorbeeld. Het wordt tijd, dat de rest van de Nederlandsche nijverheid dat voorbeeld volge.’
Wij brengen dit over zonder te kunnen beoordeelen, in hoever hier een gegrond verwijt wordt uitgesproken. Onze nijveren zijn over het algemeen wel wakker en in staat goede en kwade kansen tegen elkaar op te wegen.
Allicht zal het vlagvertoon, waartoe naar het genoemde blad verneemt, besloten is; een goeden indruk maken. Er komt het volgende jaar - lang en dikwijls is daarop aangedrongen - een Nederlandsch oorlogsschip naar Argentinië, weliswaar geen kruiser, zooals de ‘Java’ of de ‘Sumatra’, die de vergelijking met kruisers van vreemd maaksel kunnen doorstaan, maar een torpedojager van het nieuwste model. Herhaaldelijk is gewezen op het nut van zulk een bezoek. Argentinië, Brazilië, Chili en andere Zuidamerikaansche Staten worden aldus niet alleen herinnerd aan het bestaan van Nederland, maar ook aan den Nederlandschen scheepsbouw, die vlugge, weerbare oorlogsbodems bouwt, gemakkelijker aan te schaffen dan de dure groote schepen.
Dat de Nederlanders in Argentinië eeren kunnen, wie zich trouw toonden aan de Nederlandsche deugden, bleek bij de hulde, onlangs gebracht aan de nagedachtenis van wijlen Jacob de Boer, op wiens graf op het Duitsche kerkhof te Buenos Aires een gedenkplaat werd onthuld. De Boer, te Zaandam geboren, was omstreeks 1860 als zeevaarder naar de La Platarivier gekomen, waar de zeer belangrijke kustvaart bijna geheel in Nederlandsche handen was. Hij ging in zaken en verwierf goederen, waarmede hij zeer veel heeft welgedaan. Hij was, zoo is bij deze gelegenheid getuigd, een krachtfiguur.