Nationale omroep.
Men heeft deugdelijk rekening te houden met de zeer overwegende plaats van den godsdienst in de Nederlandsche politiek.
Toch wordt het moeilijk van onze zijde het zwijgen te bewaren, nu wij getuigen zijn van de pogingen, om al verder van een nationalen omroep af te komen.
Het Hoofdbestuur van het Alg. Ned. Verbond slaagde in zijn poging om in een Commissie aanhangers van de voornaamste levensbeschouwingen bijeen te brengen, die op zich namen te trachten een regeling te ontwerpen, die de eenheid van het Nederlandsche volk zou doen uitkomen en in zoo ruim mogelijken kring bevrediging zou vinden. Hieraan was te danken, dat na het onbevredigend verslag der Regeeringscommissie, bij velen de hoop terugkeerde, dat Nederland toch nog voor een nationale schande behoed zou worden. En deze hoop werd levendiger, toen die Commissie, na langdurige en ernstige gedachtenwisseling, gedreven door den eerlijken wil om iets voor te stellen, waartegen Roomsch Katholieken noch Orthodox-, noch Vrijzinnig Protestanten, bezwaar konden hebben, aan het Hoofdbestuur een ontwerp aanbood voor een voorstel aan de Regeering inzake inrichting en regeling van een nationalen omroep, dat de instemming van alle leden der Commissie verkregen had.
Deze uitslag zit zeer velen, die dezelfde godsdienstige overtuiging hebben als leden van die A.N.V.-Commissie, geducht dwars. Zij blijven hun eigen wegen volgen en hechten aan het bestaan van onafhankelijke organisaties, zooals tot nu Huizen en Hilversum.
Het schijnt echter, dat er veel kans bestaat, dat Nederland niet twee omroepstations mag houden. Men trapt elkaar in de lucht blijkbaar op de teenen. Ten slotte zijn ook daar de mogelijkheden beperkt.
Zal Nederland het zóó ver laten komen, dat een internationale Radio-Conferentie weer eens een kijk krijgt in onze zonderlinge verhoudingen, volkomen in strijd met 't geen elk ander land te zien geeft en 't dwingt tot nationale eenheid op dit gebied?
Het is wel zeer vreemd, dat in Nederland voor Nederlandsch binnenlandsch gebruik een gansch andere gedragslijn wordt gevolgd, dan wanneer het de verbinding met Nederlandsch-Indië betreft.
Dank zij het door de N.V. Philips Radio genomen initiatief, zal voor rekening van een aantal groote instellingen, vooral Indische ondernemingen, te Hilversum een radio-telefonie korte golfzender worden gebouwd.
Weliswaar hebben de Ned. Christelijke Radio-Vereeniging en de Katholieke Radio-Omroep gezamenlijk ook een zendvergunning naar Indië aangevraagd, maar van wege de Regeering zijn partijen tot elkaar gebracht, om te trachten een regeling voor een zender te vinden. Dit is nog wel niet gelukt, maar de goede wil is er. De beide genoemde Vereenigingen hebben inmiddels aan de Regeering haar standpunt nader uiteengezet en nu is het wel zeer opmerkelijk, dat deze Vereenigingen hetzelfde standpunt als de A.N.V.-Commissie blijken in te nemen, al is er natuurlijk in de uitwerking verschil. Zoo verlangen zij voor het beheer van den zender en de verzorging van de programma's een Commissie, die evenredig uit de vier groote volksgroepen, Vrijzinnigen, Roomsch-Katholieken, Orthodox.-Protestanten en Socialisten is samengesteld.
Wat is dit in wezen anders dan 't geen de A.N.V.-Commissie in haar ontwerp voorstelt?
Maar het mooiste is het slot, dat is de zuivere ‘A.N.V.-taal’: ‘Slechts een nationale, d.i. uit alle Volksgroepen samengestelde organisatie is in staat een waarlijk nationaal programma samen te stellen, waarin de nadruk valt op datgene, wat ons als Nederlanders vereent.’
Bravo! maar dat geldt toch niet alleen voor de draadlooze telefonie met Ned. Indië? Toch zeker ook, en in niet mindere mate, voor Nederland zelf. Maar waarom dan dat gedoe met Huizen? En nog steeds geen centrale zending van Hilversum, of van waar dan ook in den geest van het ontwerp der A.N.V.-Commissie? Waarvoor dan eerst zelf vergunning voor een zender naar Ned. Indië gevraagd?
‘Wat ons als Nederlanders vereent’.... heerlijke woorden! Moge 't niet bij theorie blijven bij de regeling van de draadlooze uitzending op de lange en korte golf. Voor Nederland alleen, voor Nederland met Ned.-Indië, voor Nederland met Vlaanderen en al die landen, waar Nederlanders en Stamverwanten snakken naar 't geen een Grootnederlandsch station hun kan bieden.
Maar de Regeering herzie dan ook haar standpunt en zegge ten spoedigste allereerst haar medewerking toe voor de versterking van den zender te Hilversum, waardoor dit station allerwegen in het Vlaamsche land zal kunnen worden gehoord.
De Minister van Waterstaat, Mr. van der Vegte, heeft zijn vaderland lief en voelt zeer veel voor de A.N.V.-beweging, dus ook voor ons streven, de Nederlandsche beschaving zooveel mogelijk onder het bereik der Nederlanders en Stamverwanten in den vreemde te brengen. De draadlooze omroep is daarvoor een uitstekend middel, maar het is, vooral met het oog op Vlaanderen, blijkbaar noodig, dat het station Hilversum versterkt wordt. Hilversum dringt er reeds lang op aan, de Vlamingen verlangen zeer vurig, Hilversum goed te hooren, waarom dan dat talmen? Hilversum zal toch tot de inrichting van een nationalen omroep wel het algemeene Nederlandsche station blijven?
Het Regeeringsbeleid ten aanzien van dendraadloozen omroep kan zeker niet in alle opzichten aanspraak maken op hartelijke instemming. Er zit een groote mate van onzekerheid in. Het is, alsof men min of meer op zien komen wil spelen, liever maar niet straf wil optreden.
Toch zal de Regeering 't niet ontgaan de eenig mogelijke oplossing zoo spoedig mogelijk door te zetten, t.w. een in den geest van de door de A.N.V.-Commissie ontworpen regeling. De Minister van Waterstaat zal dan 't verwijt niet kunnen ontgaan te handelen tegen zijn geloofsovertuiging. Het zou echter niet de eerste maal zijn, dat deze bewindsman 't bewijs levert volkomen zelfstandig te overwegen en te beslissen in het belang van het land, tegen de meening van hen, die hem politiek het naast staan. En de Minister vindt dan een krachtigen steun in de samenstelling der A.N.V.-Commissie en haar ontwerp voor een regeling.
Leden, werft Leden!