Neerlandia. Jaargang 31
(1927)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 177]
| |
[Nummer 11]Zonnige dagen in het zuiden.
| |
[pagina 178]
| |
telt reeds weer over de driehonderd, Antwerpen meer dan vierhonderd leden; geeft het niet moed? ‘Wij Vlamingen,’ zei de heer F. Toussaint van Boelaere, bestuurslid van de Vlaamsche Vereeniging van Letterkundigen, in zijn voordracht, 'hebben bij die Congressen zeer groot belang, terwijl de invloed der cultureele betrekkingen zoo groot is, dat de economische wantoestanden er door geneutraliseerd kunnen worden. Frankrijk besteedt verbijsterend groote sommen, om zijn naam en faam in den vreemde te verspreiden. Geen gebied van politiek of beschaving in België valt er buiten. Het is een ‘inlijving van harten en hoofden’. ‘Nederland steunt niet voldoende, om de Vlaamsche beschaving in stand te houden,’ zeide de heer Toussaint. ‘De Grootnederlandsche Congressen kunnen hierin het best verbetering brengen. Een groote fout, dat ze niet terstond na den oorlog waren hervat.’ Neen, dit laatste was de alg. voorzitter niet met den spreker eens. Wie de verantwoordelijkheid voor zulke besluiten draagt, bedenkt zich nog wel eens: een voorbarige hervatting ware voor onze beweging noodlottig geweest. Overigens had de heer Toussaint geheel naar het hart van het hoofdbestuur gesproken. Tenslotte stelde de heer De Kanter vast, dat op deze samenkomst een warme stemming van eenheid had geheerscht, die weldadig aandeed en het beste belooft voor de toekomst. Met vreugde zal iedereen deze opmerking voor zichzelf hebben gemaakt, niet alleen te Brussel, maar ook daags daarna te Antwerpen, waar de Antwerpsche tak van het Alg. Ned. Verbond een bijeenkomst had ingericht. Wel lokte de zon naar buiten, naar de terrassen aan de Schelde, waar de groote handelsschepen voorbij voeren maar niet minder lokte de groote feestzaal van het koninklijk Athenaeum een talrijk gehoor naar de voordracht van den heer Herman Poort over ‘De nieuwere Grootnederlandsche letterkunde’. Daarna genoten wij hartelijke gastvrijheid, een rondgeleide door de stad met niemand minder dan Lode Baekelmans tot gids en jammer was het alleen, dat niet heel het gezelschap van dien ochtend aan dit napraatje deelnam. Wilt hierom denken, gij Besturen der Takken van het A.N.V. in Vlaanderen: Brugge, Gent, Mechelen, Lokeren, West-Brabant, Ieperen - wie ook zulke samenkomsten bereidt! Een gemeenschappelijk maal, een gezamenlijke wandeling, geen beter middel om elkaar te leeren kennen, om broederschap te sluiten. Dat staat bij dit alles vooraan. Uit Vlaanderen is ons Verbond geboren. Dat de groep Vlaanderen herleefde, was een levensvoorwaarde voor een sterk, gezond en vruchtbaar verbondsleven. Met het welslagen der beide zonnige dagen in het Zuiden kan ons Hoofdbestuur tevreden zijn. v.W.Cr. | |
Naschrift:Nog dient vermeld te worden, dat aanwezig waren uit Nederland de heeren P.J. de Kanter, Jhr. J. von Weiler en C. van Son onderscheidenlijkAlg. voorzitter, Ondervoorzitter en Administrateur A.N.V., Mr. W.J.L. van Es, Secr. van Groep Nederland H.S.M.v. Wickevoort Crommelin, e.a. Als Hoofdbestuursleden uit Vlaanderen waren aanwezig de heeren Omer Wattez, M. Stijns en M.J. Liesenborghs. Verder waren er behalve talrijke afgevaardigden van de afdeelingen Brussel, Antwerpen, Mechelen, Ieperen en West-Brabant, de professoren Foncke en Burssens, dr. Dambre, J. Kuypers, dr. Jan Grauls, mr. H. Borginon, E.V. Toussaint van Boelaere, Wies Moens, Maurits Roelants, Theo Bogaerts, E. Kindermans, dr. W.v. Eeghem, R. Buckinx, C. Verhavert, Neven, vele leden van de Nederlandsche kolonie en Vlaamsche en Nederlandsche leden van het A.N.V. Van dr. F. van Cauwelaert, burgemeester van Antwerpen, de Gentsche hoogleeraren De Vleeschouwer en Franssen, Em. Hullebroeck, Lode Baekelmans, e.a. waren schriftelijke blijken van instemming ingekomen met het door de inrichters van den stamavond beoogde doel. |
|