Neerlandia. Jaargang 31

[p. 125]

Mededeelingen.

Het Bestuur van Groep Nederland zond aan H.K.H. Prinses Juliana op 30 April een geluk- en zegenwensch.

Mr. W. Thelen te Brussel vertegenwoordigde het Hoofdbestuur bij de vergadering van den Bond van Nederlandsche Vereenigingen en Lichamen in België, tegen de heffing der belasting van Nederlanders in den vreemde.

Aan de ongeveer honderd Zuidafrikaansche landbouwers, die de vorige maand Nederland bezochten, is onze Studiegids voor Zuid-Afrikaners uitgereikt.

Ons Stammuseum en onze boekerij werden wederom door verscheiden binnen- en buitenlandsche leden bezocht.

Onderhandelingen worden gevoerd, om de vertooning van der rolprent Nederland in den a.s. winter in verschillende Noordamerikaansche plaatsen met een belangrijke Nederlandsche bevolking mogelijk te maken.

Prof. Dr. J.C. Kielstra heeft Groep Nederland van het A.N.V. vertegenwoordigd bij de Nederlandsche week te Godesberg.

Aan de 14 Nederlandsche geleerden, die het vijfde eeuwfeest der Leuvensche Universiteit 29 en 30 Juni zouden bijwonen, heeft het Dag. Bestuur van het A.N.V. het verzoek gericht zich uitsluitend van het Nederlandsch te bedienen.

In de Nederlandsche Schoolbladen werd een ingezonden stuk geplaatst om de leeraren en onderwijzers, die met hun leerlingen schoolreisjes of schoolwandelingen maken uit te noodigen een kosteloos bezoek te brengen aan ons stammuseum.

De Radiocommissie van het A.N.V.

Deze, 10 December 1926 door den algemeenen Voorzitter geinstalleerde commissie heeft in Mei haar taak ten einde gebracht en aan het Hoofdbestuur een verslag ingediend, waarin het vraagstuk van den Nationalen Omroep o.i. tot een zeer bevredigende oplossing is gebracht. De pers heeft het over het algemeen ook gunstig ontvangen.

Het Hoofdbestuur heeft overeenkomstig dit verslag een regelingsvoorstel aan de Regeering gedaan, waarvan art. 1 luidt:

‘Ten dienste van het Nederlandsche Volk als eenheid en ter bevordering van zijn cultureele belangen stelle de Regeering een ongesplitsten Nationalen Omroep in, welke zoodanig zal zijn ingericht, dat de verschillende levensbeschouwingen daarin tot haar recht komen en welke, indien technisch mogelijk, ook dienst kan doen voor de bewoners van de overzeesche gebieden en andere landen, waar Nederlandsch wordt verstaan.’

Als de daarin geuite wenschen werkelijkheid mogen worden, zal dat beteekenen, dat langs den aetherweg de Nederlandsche cultuur ook gebracht wordt tot de Nederlanders en Stamverwanten in het buitenland!

Daarin ligt de groote beteekenis van het werk dezer commissie, door het A.N.V. in het leven geroepen.

Kalender Groot-Nederland.

Meermalen ervaren wij op aangename wijze, dat de kalender Groot-Nederland ingevolge zijn roeping dagelijks, ten minste wekelijks, de aandacht op het A.N.V. en zijn streven vestigt.

Dat hij ook opwekt tot het lidmaatschap bewijst een briefkaart uit Heilbronn a.d. Neckar van den volgenden inhoud:

‘Gaarne geef ik mij op als lid van het Nederlandsch Verbond. Ik woon nu reeds eenigen tijd in het buitenland, maar nooit te voren voelde ik mij meer op ende op Hollander. Uw kalender Groot-Nederland was me in moeilijke uren meer dan eens een goede steun. Ik dank U’.

Men ziet hieruit, hoe nuttig het is aan Nederlandsche kennissen in het buitenland den kalender te zenden.

Die voor 1928 is al in bewerking en kan reeds besteld worden bij onzen uitgever te Delft en ons kantoor, Laan 34 's-Gravenhage.

Wacht niet tot het einde des jaars!

Kritiek op onzen Studiegids voor Vlamingen.

De Provinciale Groninger Courant bevatte 23 April een afbrekend oordeel over onzen Studiegids voor Vlamingen, maar zond dit nummer niet aan ons, noch aan de commissie belast met de samenstelling van den bedoelden Gids. Eerst de volgende maand kwam dit ter oore aan den heer Van Schelven, die in een ingezonden stuk duidelijk in 't licht stelde, dat onze Gids allerminst minachtend en kleineerend over Groningen als academiestad spreekt. Na deze heldere en afdoende weerlegging zien wij geen kans nog iets te antwoorden op het geschrijf van de P.G.Ct.

Als grief was ook geuit, dat geen portret van een Groninger hoogleeraar is opgenomen, wat moeilijk kon, als men weet, dat alleen de Nederlandsche Nobel-prijswinnaars werden afgebeeld.

De verdediging heeft niet mogen baten. De redactie der P.G.Ct. kritiseerde er in een naschrift nog erger dan de eerste maal op los en had niet eens de beleefdheid Prof. Van Schelven het nummer van 18 Mei, waarin zijn verweer en de tegenspraak werden opgenomen, te zenden.

Nederland op zijn best.

In opdracht van den Dienst der Volksgezondheid in Ned. Indië heeft de heer Willy Mullens een rolprent vervaardigd over ‘de Pest en hare bestrijding’.

Zij werd na een inleiding van Dr. J.J. van Lonkhuysen, hoofd van den genoemden dienst, 3 Juni te 's-Gravenhage voor het eerst vertoond en is in zijn drie gedeelten één schitterend bewijs voor het heilzame werk, dat de Nederlandsche wetenschap in Ned. Indië tot stand brengt, een nieuwe lauwer voor Nederland als koloniseerde mogendheid.

Van de Groep Ned. Antillen.

In Mei werd de algemeene vergadering dezer Groep gehouden, die, na een tijd van stilstand, reden geeft te verwachten, dat een nieuw tijdperk van werkzaamheid is ingetreden.

De heeren Van der Biesen en Ds. Eybers werden als bestuursleden herkozen; in de plaats van den heer L.O. Lampe, naar het buitenland vertrokken, werd gekozen de heer J. Reitsma.

Het Dag. Bestuur is thans aldus samengesteld: G.J. Ferguson, voorzitter; E.S.C. de Veer Abrahamsz, ondervoorzitter; J.H. Perret Gentil, Berg Altena 49, Curaçao, secretaris-penningmeester.

De kas sloot met een overschot van f 115.-. Het ledental bedraagt 178.

Besloten werd een propaganda-avond voor te bereiden.

Na de vergadering hield de heer Ir. Suringar een lezing over ‘Technische toekomstproblemen’, waarbij ook de Gouverneur en zijn echtgenoote aanwezig waren.

De voorzitter dankte den spreker voor zijn onderhoudende en ontwikkelende voordracht.

Ned. Zuid-Afrikaansche Vereeniging.

Een boekje over Zuid-Afrika vloog uit het kantoor der Ned. Zuid-Afrikaansche Vereeniging als een lokvogel ons venster in. Het vertelt zooveel moois over Zuid-Afrika en is met zooveel aardige foto's verlucht, dat het menigeen zal aantrekken en

[p. 126]

opwekken, zich nader op de hoogte te stellen van de voordeelen, die het land daarginds den nederzetter biedt. Eer den hoofdstukjes luidt: ‘Zuid-Afrika, het land van de toekomst’, een ander bespreekt het toerisme, Mr. P.W. de Koning zegt een hartig woord over ‘Stambanden’. Dingen, die ieder over Zuid-Afrika weten moet, voor hij met dat land betrekkingen aanknoopt, vindt men hier samengevat. De moeilijkheden echter, vooral voor den landbouwer, die er een nederzetting wil vormen, zijn stellig niet te zwaar geteld en zelfs niet volledig onder 's lezers oogen gebracht. De droogte is niet de eenige ‘schaduwzijde’ van het landbouwbedrijf. Het besluit, naar Zuid-Afrika te verhuizen, is een zeer ernstige stap, welks gevolgen men terdege wikken en wegen moet.

Met dat al heeft ook deze poging, om meer belangstelling te wekken, onze hartelijke instemming.

Dietsch Studenten Verbond.

Het Hoofdbestuur van dit Verbond is voor 1927 aldus samengesteld: W. Goedhuys, voorzitter, Amsterdam; H.G.W. van der Wielen, 1ste secretaris-penningmeester, Amsterdam; L. van Houteghem, ondervoorzitter, Leuven; J.A. Snijders, 2de secretaris-penningmeester, Singel 207, Amsterdam; Leden: P. Beeckman, Kortrijk; R.F. van Bocxstaele, Gent; F.C.L. Bosman, Kaapstad; J.H. Froger, Delft; F. Gey van Pittius, Londen; J. Hoogendoorn, Wageningen; R. de Josselin de Jong, Leiden; E.L. Visser, Leiden; J. Westerveld, Delft.

Vlaanderen vraagt Nederlandsche tijdschriften.

Wie onzer Noordnederlandsche lezers heeft na lezing maandelijksch beschikbaar tijdschriften als: Nederland, Groot Nederland, Gids en Nieuwe Gids?

Het hoofdkantoor, Laan 34. 's-Gravenhage, wil gaarne voor ophaling zorgdragen of de verzendingskosten betalen.

Afdeeling Kaapstad.

27 Mei hield deze Afdeeling haar algemeene vergadering in het Afrikaner Koffiehuis.

Prof. M.C. Botha hield een rede over Groot- en Klein-Nederland, de heer Frederik Rompel, technisch hoofdopsteller van ‘Die Burger’, sprak over Het Ned.-Belgisch Verdrag.

De welgeslaagde avond werd besloten met goede muziek en zang.

In Memoriam J.B. van Heutsz.

Onder dezen naam heeft de heer J.L.Ch. van Beetem, gep. officier van het Ned. leger, een rijk met portretten verluchte korte levensschets van den generaal en gouverneur geschreven en bij de Uit. Mij. ‘Editor’, drukkerij P.H. Klop te 's-Gravenhage ter gelegenheid der begrafenis in vaderlandschen grond doen verschijnen in het Nederlandsch en het Maleisch.

De heer H.N.A. Swart, gep. lt. gen. en oud-vicepresident van den Raad van Ned.-Indie leidt het met een waardeerend voorwoord in.

Het werkje is voor 75 ct. verkrijgbaar.

Ongehoord.

Volgens de verslagen In de bladen heeft de heer Cornelis Veth, secretaris der Vereeniging van Letterkundigen, de Nederlandsche toespraak van Burgemeester Van Cauwelaert ter verwelkoming van de Pen clubs, in het Fransch beantwoord.

Dit onnederlandsch optreden heeft terecht algemeene verontwaardiging onder Nederlanders en Vlamingen gewekt en wij kunnen niet gelooven, dat het Bestuur der Vereeniging van Letterkundigen in een dergelijke beleediging, den geheelen Nederlandschen stam aangedaan, berusten zal.