Neerlandia. Jaargang 31
(1927)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdHet voetspoor der vaderen.De eerste Nederl. stoombootdienst op Amerika (1827).
Van de vele belangrijke uitgaven der Linschoten-Vereeniging is de jongste een der merkwaardigste: ‘De eerste Nederlandsche transatlantische stoomvaart in 1827 van Zr. Ms. Stoompakket Curaçao’, bewerkt door J.W. van Nouhuys. Dit boek leert - het was bekend, maar de Nederlandsche bescheidenheid had het natuurlijk vergeten - dat Nederland de eerste postgelegenheid met een stoomschip tusschen de Oude en de Nieuwe Wereld heeft ingericht. Vooral de aandrang van koning Willem I deed tot aankoop van de ‘Curacao’ besluiten. Het schip vertrok den 27sten April 1827 van Hellevoetsluis, onvergezeld, onder bevel van den luitenant ter zee 1ste klasse Moll naar Paramaribo, waar het den 24sten Mei aankwam. Vandaar voer het naar Curaçao, kwam daar op 8 Juni aan, vertrok 6 Juli en keerde den 4den Augustus behouden in het vaderland terug. Om de groote beteekenis van dit feit te beseffen moet men weten, dat dit schip in de vaart kwam elf jaren, vóór het eerste vaste stoomvaartverkeer van Engeland op Amerika begon. Zoo ver was Nederlands koning zijn tijd vooruit, dat nog in 1835 een gezaghebbend Engelschman een rechtstreeksch stoomvaartverkeer Liverpool-New-York ‘perfectly chimerical’, volslagen hersenschimmig, noemde. Maar een paar jaar geleden gaf een bekend Amerikaansch oudheidkundige, Bradlee, in een artikel ‘eere wie eer toekomt’ door te erkennen, dat de Nederlanders de eersten zijn geweest die met een stoomschip den Oceaan overstaken.
Ten behoeve der bewerking van het tweede deel vraagt het bestuur der L.V. uit naam van den bewerker (Willemskade 25, Rotterdam) geschriften en afbeeldingen in particulier bezit, welke betrekking hebben op deze eerste reis van de ‘Curaçao’ en op de ontwikkeling van 's Rijks stoomvaartdienst vóór 1827, voor zoover die niet reeds in gedrukte bronnen bewerkt zijn. Vooral biografische gegevens omtrent de daarbij betrokken personen (b.v. portretten van Moll, Twent, Roentgen) zal het Bestuur op prijs stellen. Met genoegen brengen wij dit verzoek dezer zoo verdienstelijke vereeniging hier over. Haar boek is een zeer te waardeeren poging tot herdenking van een feit, waarop Nederland trotsch mag zijn, een gevoel waarin Suriname en Curaçao met recht mogen deelen. |
|