Miangas Nederlandsch.
Gelijk men weet, is bij de overdracht van de Philippijnen door Spanje aan Amerika het Sangi-eiland Miangas (N.v. Celebes) bij vergissing door de Amerikanen meegenomen (zie Neerlandia van Juli 1925 bl. 104). Toen Nederland daarop de Amerikaansche vlag in beslag nam, kwam men overeen, dit geschil voor het Hof van Internationale Justitie (voor Volkenrechtspraak) in Den Haag te laten uitmaken. Wij meldden, dat in het Landsarchief te Batavia een stuk gevonden was, dat de Nederlandsche rechten op Miangas bewijst.
Mag men het ‘Nieuws v.d. Dag v.N.I.’ gelooven, dan is thans opnieuw op het hoofdbureau van den Topografischen dienst te Batavia een oude met de hand geteekende kaart gevonden, behoorende bij een gouvernements(dienst)brief van 1886, die, uitwijst, dat Miangas toen nog steeds Nederlandsch was.
Men kan zich trouwens niet indenken, hoe het eiland ooit van Nederland op Spanje kon zijn overgegaan. De geschiedenis immers loopt nooit terug!
In Het Vaderland schreef W.L. eenigen tijd geleden o.m.:
Het eilandje Miangas (door de Spanjaarden Las Palmas genoemd) is de noordelijkste punt van onze Oostindische bezittingen en behoort tot de Talaut-eilandengroep, ten noorden van Menado. Men kan het in een uur gemakkelijk omloopen; het is vrij dicht met klapperboomen beplant en heeft een kleine 200 inwoners, bijna alle Christenen, wier voor het grootste gedeelte van zekeren welstand getuigende woningen langs den eenigen weg staan, die van het strand landwaarts voert. Sedert menschenheugenis staat er aan het begin van dien weg een groot ijzeren Nederlandsch wapen opgesteld.
De schrijver vertelt, hoe de ‘inbezitneming’ van het eilandje door de Amerikanen twintig jaar geleden in haar werk ging. Een Amerikaansch schip deed het eiland aan en het dorpshoofd ging aan boord. Hij werd daar ontvangen door eenige officieren met revolvers in de hand. Al spoedig schenen de heeren in te zien, dat ze niet met menscheneters of koppensnellers te doen hadden, maar met vreedzame Christenen. Men waagde zich zelfs aan wal en daar werd het dorpshoofd een Amerikaansche vlag ter hand gesteld met opdracht, die in het vervolg, als er weer eens een schip zou komen, te hijschen in plaats van de Nederlandsche vlag.
Het dorpshoofd had niet durven weigeren, ‘ik ben maar een klein man’, zei hij. (En dat was-ie).
Het geschil over dat ongehoorde machtsmisbruik is nu reeds twintig jaren hangende. Heeft men het op het Plein vergeten? Of.... sluit men zich aan bij het dorpshoofd?