Folklore ten dienste van het onderwijs,
door F.W. Drijver. - Nygh & van Ditmar's Uitgevers Mij. Rotterdam.
Wie zich met de bestudeering van de Folklore bezig houdt, zal de ervaring opdoen, dat deze jonge tak van wetenschap nog op tal van punten in het duister tast en op menige vraag een afdoend antwoord moet schuldig blijven; en wie daarbij bedenkt, hoe het ‘waarom?’ juist in den mond der kinderen als bestorven ligt, beseft tevens de moeilijkheid, de jeugd op dit zoo uitgestrekte en nog oppervlakkig onderzochte gebied voor te gaan.
De heer F. W Drijver, schrijver van een reeks folkloristische opstellen, vestigt in een beknopt en met aardige prentjes verlucht werkje de aandacht van de schooljeugd op tal van, hetzij verdwenen, hetzij tot op heden gehandhaafde volksgebruiken en gewoonten, die hoofdzakelijk aan bepaalde dagen of tijdperken des jaars gebonden zijn. Na eene inleiding omtrent het begrip ‘folklore’, waaronder de schrijver eigenlijk zou willen verstaan de wetenschap, ‘die zich bezig houdt met het naspeuren van de ongeschreven Geschiedenis der Volkeren’ behandelt de heer Drijver naar den loop des jaars de meest bekende gebruiken, wijst hij hier en daar op hun ontstaan en vlecht hij volksgewoonten, legenden, rijmpjes, kinderspelen enz. tot een voor de schooljeugd aantrekkelijk geheel.
Men moge omtrent het begrip ‘folklore’ anders denken, ten aanzien van de verklaring van sommige gebruiken meer bewijsgronden wenschen en met meer nauwkeurigheid willen zien aangegeven, of een of ander gebruik nog of niet meer in eere wordt gehouden, het betreft hier in de eerste plaats, de kinderen te wijzen op de feiten en verschijnselen zelve en het komt mij voor, dat de wijze, waarop de schrijver zijn taak heeft vervuld, er zeker toe zal bijdragen, de belangstelling van de jeugd te doen uitgaan naar dit belangrijk materiaal der beschavingsgeschiedenis.
Eene opmerking moet mij ten slotte nog uit de pen: wanneer de heer Drijver de schooljeugd wijst op eene merkwaardige verzameling voorwerpen met folklore in verband staande, n.l. die, welke is bijeengebracht in het Museum voor Vlaamsche Folklore te Antwerpen, waarom dan niet tevens gewezen op eene dergelijke, zij het ook minder omvangrijke verzameling binnen de Vaderlandsche grenzen: die van het Nederlandsche Open-luchtmuseum te Arnhem? Verkeert dit museum nog in het eerste tijdperk van ontwikkeling, toch bevat het reeds vele voorwerpen, die verband houden met de door den schrijver