voor ‘Taal’, maar met toevoeging: ‘Letteren en Kunst’. Dit was een geweldige stap vooruit. Hier zijn vensters opengezet, die lachende en lonkende vergezichten hebben getoond en deuren, die de weg er heen hebben opengesteld.
Uit alle deelen van Zuid-Afrika waren afgevaardigden aanwezig: onderwijzers, professoren, predikanten, koeranteschrijvers, letterkundigen, politieke en kulturele leiders. Met zijn gezond verstand en politiek inzicht heeft de Afrikaner dadelik gezien, welke voetangels en klemmen vermeden moesten worden en zo is onmiddellik, reeds op de stichtingsvergadering te Bloemfontein, besloten, dat Nederlands en Afrikaans, dus beide taalvormen in Zuid-Afrika van het Hollands gangbaar, op gelijke voet zouden worden behandeld. De Akademie geniet het respekt van het Afrikaner volk; Kerk en Akademie zijn de enige lichamen, waar geen verschil gemaakt wordt tussen Sap en Nat, waar beiden zich Afrikaner gevoelen.
Ruim achttien jaren heeft de Akademie nu bestaan en goed werk verricht. Het feit van zijn bestaan is reeds een geruststelling: er is dan altans een gezaghebbend lichaam, dat namens het ganse volk kan spreken en handelen in zaken van volkskultuur. Toen b.v. de spelling zwevende was en dreigde te verwilderen, heeft de Akademie spelregels vastgelegd en die in een Woordelijst belichaamd. Er zijn overal Bilderdijken en Multatuli's, die hun eigen spelling volgen; in Zuid-Afrika hebben we daarvoor de Senator-schrijver C.J. Langenhoven, maar het grote gros volgt de Akademiespelling als de gewettigde. Verder heeft de Akademie door schenking en erflating beschikking over niet onaanzienlike geldsommen. Daar is o.a. de ‘Hertzogprys vir Letterkunde’, welke jaarliks beschikbaar is voor het beste letterkundig voortbrengsel der verlopen twaalf maanden; de prijs bedraagt £ 125 en wordt door de Akademie toegekend op voordracht van een beoordelingskommissie van drie leden. Het is verblijdend op te merken, dat het gehalte van bekroonde werken stijgt, al beweegt de opgaande lijn zich al schommelend; maar zekere werken, jaren geleden bekroond, zouden tegenwoordig voor die onderscheiding niet meer in aanmerking komen. Ook heeft de Akademie zich bemoeid met de uitgave van boeken van geschiedkundige waarde; van een lijst van Afrikaanse sportuitdrukkingen. Ze wordt geraadpleegd door, of biedt ongevraagd adviezen aan departementen van onderwijs, aan universiteiten en aan de regering des lands; publiceert haar handelingen en besluiten in tijdschriften, die daartoe gastvrijheid verlenen of in haar eigen Bulletin. Vooral is de Akademie heilzaam werkzaam door haar Eksamenkommissie, gevormd door leden, aangewezen in gelijk getal door de Z.A. Taalbond en de Natalse Saamwerk-Unie, en die jaarliks aan vele duizenden kandidaten getuigschriften van bedrevenheid in Afrikaans (ook in Nederlands) uitreikt, welke maatschappelike waarde hebben bij sollicitatie naar betrekkingen in
Staatsdienst, bij het onderwijs en bij particulieren. Zij verleent steun bij de oprichting en uitbreiding van bibliotheken en houdt een waakzaam oog op taalbelangen; zij heeft ook een verzameling aangelegd van alle verschenen werken in het Afrikaans.
Maar zij spreidt haar broedende en dragende vlerken ook uit op ander dan taalterrein; het is haar plicht de kunst, allereerst die der letteren, maar ook schilder en bouwkunst te bevorderen, waarbij het lidmaatschap van bekende kunstenaars haar goede wil en vermogen verhoogt. Woordkunst is alleen bestaanbaar in taal, maar ook schilder- en bouwkunst bevordert de Akademie, alsmede door lidmaatschap van de Raad van Bestuur van het South African Institute of Art, dat 'n levenskrachtige organisatie is, die haar invloed laat gelden in belang van kunst en kunstenaars, en een oprecht Afrikaanse, niet juist uitsluitend Engels- of Hollands-Afrikaanse, geest aanmoedigt in de Afrikaanse kunstwereld, b.v. door het houden van een jaarlikse tentoonstelling van uitgezochte Afrikaanse schilderijen, door het aanmoedigen van een Afrikaanse bouwstijl en het eigene en echte tracht te verschaffen in plaats van het ingevoerde derde-rangsesieraad uit de guldensbazaar.
Uit den aard der zaak moet zo'n lichaam als de Akademie zijn weg nog zoeken. Aan de Akademie is verweten, dat zij te akademies is, niet in voeling blijft met het grote publiek, zichzelf aanvult, de liefhebberij is van een kliek. Het gevaar bestaat en waarschuwing is heilzaam. Om dan ook bevoorrechting van zekere kringen uit te schakelen, vijf jaar geleden is besloten en is met goede gevolgen uitgevoerd om de Raad van Bestuur elke opvolgende twee jaren te kiezen uit Kaapland, Transvaal en Vrijstaat met Natal verenigd. Juist dit jaar komt de Natals-Vrijstaatse bewindvoering ten einde en worden de teugels weer aan een Kaapse Raad overhandigd. Dit werkt vooral hierom uitstekend, omdat er nu reeds tekening komt in de schakeringen van de Afrikaner cultuur: naast een omlijnd Stellenbosch complex, vertoont zich een Pretoriaanse richting, alles natuurlik in belang van de goede zaak en het is van nationale waarde deze lichtspelingen zich te laten vastleggen in onderlinge wedijver en tot nationale bate.
De algemene of Jaarvergadering wordt afwisselend op verschillende plaatsen gehouden en dient naar Afrikaanse zegswijze ‘die veld aan brand te steek’. De medewerking van de Akademie aan de herziening van de Afrikaner Bijbelvertaling zal evenzeer veel kunnen bijdragen tot verhooging van het aanzien van dit lichaam. Zo is dan dit lichaam de kroonlijst der Afrikaanse cultuur, die gedragen wordt door de forse pilaren van volkswil en volkskracht.