Neerlandia. Jaargang 30
(1926)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdIngezonden.Een gelukkig verschijnsel.Dezer dagen bracht de pers ons het navolgende bericht (o.a. te vinden in het Alg. Handelsblad van Zondagochtend 10 Juli j.l.): Met de verfpot. Ik kan mij voorstellen, dat er brave lieden gevonden worden, in ons land en elders, die boos iets mompelen zullen van: ‘baldadigheden’, of ‘kwâjongensstreken’ òf, als ze héél erg bang zijn uitgevallen, ‘gevaarlijke onruststokers’. - Doch zij die zóó spreken hebben ongelijk. Neen, wat hier gebeurd is, noem ik openlijk: ‘Een gelukkig verschijnsel’ en het geeft mij nieuwe hoop op een zegepraal der rechtvaardige. Vlaamsche (= Nederlandsche), zaak in het Zuiden.1) De Vlamingen, althans de beteren onder hen, toonen zelfrespect en trots; en zonder die beiden werd nog nimmer een volk bevrijd. Vlaanderen bijt van zich af; te lang reeds duldde het Waalschen smaad en Franschen overmoed. - De Luikerwalen, als immer, ‘plus français que Daudet of Poincaré’ rukken de Nederlandsche teksten af van de tweetalige aanplakbiljetten in Wallonië (welke daad ik volkomen kan waardeeren) en gaan vrijuit1) voor de Belgische Justitie (de Belgische Themis laat wel eens vaker haar blinddoek thuis, hetgeen ik niet kan waardeeren), waarom zullen de Vlamingen in hun eigen land niet hetzelfde mogen doen? - Eén van de twee: òf Wallonië even tweetalig gemaakt als Vlaanderen en den jongen Waaltjes met man en macht onze taal opgedrongen, òf, als ze dat dan beslist niet willen, en verschoond wenschen te blijven van ‘Germaansch vuil’, zooals de Luiksche jonge vaderlanders het noemen, dan óók Vlaanderen gekuischt van het Romaansche vuilnis; weg ermee, over de taalgrens en Gent zoo Nederlandsch als Luik Fransch!! Wie, die niet met een Fransch of Belgisch lintje ‘gedecoreerd’ is, voelt niet het billijke en logische dezer redeneering?
Den Briel, 11 Juli 1927. Dr. H.P. SCHAAP. |