Neerlandia. Jaargang 30
(1926)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd[p. 84] | |
Amerika.Nederlanders in Amerika.In het Ned. Archief voor Kerkgeschiedenis deelt Dr. Henry Beets te Grand Rapids (Mich.) belangrijke bijzonderheden mede over de Nederlandsche nederzettingen in het Westen - Michigan, Iowa - in 1846 en 1847 gesticht door de Afgescheidenen, die wegens de toen zoo hooggeloopen kerkelijke geschillen in Nederland naar Noord-Amerika uitweken. (In het artikel van Prof. Dr. A. Eekhof in het gedenkboek van het A.N.V. vindt men dezen uittocht slechts kort vermeld). Op 17 November 1846 kwam ds. A.C. van Raalte met de zijnen, ongeveer 50 Hollanders en Bentheimers, te New-York aan, met de bark ‘Southerner’, en op 19 November kwam Hendrik Barendregt, de voortrekker van de Scholte-emigratie, met dertig zielen, te New-Orleans, in den staat Louisiana. Ds. H.P. Scholte zelf kwam eerst later, in het voorjaar van 1847, toen hij te Boston voet aan wal zette. Hij was met de ‘Sarah Sand’ gekomen. Beiden, van Raalte en Scholte, werden eerlang gevolgd door een steeds aanwassende schare van mannen en vrouwen en kinderen. Het doel dezer landverhuizers was viervoudig. Ten eerste zochten zij groepsvorming, dorpsgewijs wonen, zooals Ds. Brummelkamp het in een vlugschrift ‘Landverhuizing’ van 1846 noemde. Zij wilden niet onder de Engelsch sprekenden verstrooid worden. Ten tweede streefden zij naar verbetering van levenspeil; in Nederland was veel armoede en werkloosheid. Het derde doel was het oprichten van Christelijke scholen. Het vierde oogmerk was de zending. Na tachtig jaren bevindt Ds. Henry Beets, dat dit viervoudig doel tot op groote hoogte bereikt is. Zoo kan men in Grand Rapids nog spreken van groepsgewijze wonen. Een deel van die stad heette vroeger nog wel ‘de Groninger buurt’, en een ander deel ‘de Friesche buurt’. In Chicago, Paterson, Cleveland, Rochester wonen evenzoo duizenden menschen van Hollandsche afkomst, en ook in die steden in den regel in bepaalde buurten of wijken. Met name is dit ook in Muskegon, (Mich) het geval. En de toevloed uit Nederland houdt blijkbaar nog steeds aan: De sterkste Hollandsche kolonie bestaat in westelijk Michigan, met Holland en Grand Rapids als hoofdplaatsen. De volkstelling van 1920 vermeldde 33.033 geboren Nederlanders in dien staat. Daarop volgen Illinois, met 14.326; New-York 13.776; New-Jersey 12.736; Iowa 12.571 ;Wisconsin 7472; Minnesota 5378; Californië 4592; Zuid Dakota 3217; Washington 3088; Ohio 2529; Massachusetts 2063 en Indiana 2018 ‘natives of Holland’1). Dan volgt Utah met 1980, maar dat zijn meest Mormonen, terwijl het artikel alleen over gereformeerde Nederlanders handelt. Over de maatschappelijke toestanden schrijft Dr. Beets: ‘Broodsgebrek is hier zoo goed als onbekend. Armenbedeeling is een zeldzaamheid. Verreweg de meesten onzes volks hier bezitten een eigen huis. Ofschoon Ds. Van Raalte en Ds. Scholte niet slaagden, veel voor het Lager Onderwijs te doen, was in 1926 het aantal Christelijke lagere scholen tot 84 gestegen. Deze scholen worden hoofdzakelijk door de Chr.-gereformeerden onderhouden. Jaarlijks wordt daarvoor meer dan 275.000 dollars besteed. De waarde der schooleigendommen werd in 1925 geschat op anderhalf millioen dollars en voor den bouw noch voor het onderwijs, ontving men ooit een cent van de regeering. Ook wat de zending betreft maakt de Chr. Gereformeerde kerk in de laatste jaren snelle vorderingen. |
|