[Nummer 3]
Spinoza.
(1677 - Februari - 1927)
Wel heeft men bij de 250ste verjaring van Spinoza's sterfdag allereerst het merkwaardig begaafde Joodsche ras geëerd, dat door alle eeuwen heen een toortsdrager
is geweest; maar in vollen glans verscheen tevens opnieuw de roem van het land, dat, naast de grootste daden, ook de grootste gedachten heeft voortgebracht. En opnieuw was dit een hulde aan de Nederlandsche verdraagzaamheid. Ondanks den afschuw, dien de maatschappij in Spinoza's tijd moest koesteren voor zijn onbegrepen denkbeelden, heeft hij hier kunnen werken en een licht ontsteken, dat voor alle tijden schijnt.
Tal van geleerden waren uit verschillende landen naar Den Haag gekomen, om aan de plechtige herdenking en de onthulling van den gedenksteen bij de Nieuwe kerk deel te nemen: de hoogleeraren A. Ravà uit Padua, als vertegenwoordiger der Italiaansche regeering, I. Myslicki uit Warschau als vertegenwoordiger van Polen, Léon Brunschvieg voor het Institut de France, Delacroix en G. Cohen voor de Sorbonne, H. Maier uit Berlijn, H. Liebmann uit Heidelberg, M. Scheler uit Keulen, E.v. Aster uit Giessen, H. Schwarz uit Greifswald, B. Freudenthal uit Frankfort, Leroux uit Rennes, J. de Carvalho uit Coïmbra, Rubin uit Kopenhagen, H. Reverdin uit Genève en zooveel anderen.
Burgemeester Patijn liet uitkomen, dat ook in Spinoza's tijd zijn vrienden en bewonderaars hem hier wisten te vinden. De plaats van het Spinozisme in de wijsbegeerte en zijn beteekenis voor de staatkundige voorstellingen zoowel als zijn tijdeloosheid werd door Mr. J.C. Carp, rector der Societas Spinozana beknopt en nauwkeurig bepaald. Dr. Gebhardt uit Frankfort - om nog een enkelen spreker te noemen - stipte aan, dat Spinoza als wijsgeer boven de nationaliteiten uitgaat niettegenstaande hij zich zijn eigen nationaliteit bewust bleef.
Zoo was deze huldiging tegelijkertijd van groote opvoedende kracht. Spinoza's leven kan ons in vele opzichten tot voorbeeld zijn.
Hoe groot hij was, beseffen wij pas, wanneer wij er ons goed rekenschap van geven, dat men Spinoza eerst na 250 jaren begint te begrijpen. Twee en een halve eeuw heeft de menschheid moeten stijgen, om den top van dezen berg te zien.
C.