President Krüger te Mentone.
(Oktober 1903- Mei 1904.)
door Dr. S.O. Los.
Den 7den Oktober vertoefde President Krüger voor het laatst in Nederland. Te Utrecht stond een afzonderlijk spoorrijtuig voor hem gereed, om hem te vervoeren naar Mentone. Daarin namen bovendien plaats de heer en mevrouw F.C. Eloff met twee dochters en een zoon, de secretaris, de heer H.C. Bredell, de dokter, de heer Heymans, de lijfknecht, de heer Happé en ondergeteekende als predikant van deze kleine gemeente, daartoe welwillend afgestaan door den kerkeraad van de geref. kerk te Hilversum.
In het rijtuig was een kleine salon, waarin een tafel en stoel stonden, zoodat de President op reis zijn lektuur uit den Staten-Bijbel met kantteekeningen kon voortzetten. Deze Bijbel stond op een kleinen lessenaar en was, naar ik vernam, een geschenk van den kommandant van de Gelderland, die Krüger van Delagoabaai had afgehaald tijdens den grooten oorlog van 1899-1902.
De reis ging over Bazel, den St. Gothard, Genua, zoodat we den 9nen Oktober des avonds te Mentone aankwamen. Twee gemeubelde villa's stonden gereed om de beide gezinnen te ontvangen. Daar vierden we den volgenden dag den 78sten jaardag van den President. Zondags daarop hielden we voor 't eerst godsdienst in de huiskamer van den President, waarin het geluid van de golven, die tegen den muur van den boulevard klotsten, bij oogenblikken het geluid van den spreker overstemde. Daar zongen we met ons tienen: ‘Zijns is de zee, z' is door Zijn kracht, met al het droge voortgebracht, 't moet alles naar Zijn wetten hooren.’ En de President zong met krachtige stem mee, want hij was destijds nog vrij goed gezond; alleen voor zijn oogen stond hij onder geregelde behandeling van zijn lijfarts. Des anderen daags kwam een afvaardiging van den gemeenteraad den President verwelkomen, waarbij Dr. Heymans als tolk optrad.
De meeste dagen, die we te Mentone doorbrachten, waren verdeeld als volgt: 's Morgens kwam de President eerst met den heer Bredell samen, om zijn briefwisseling te verzorgen, Tegen elf uur kwam de predikant, die zijn kamer in de stad had, om met den President te geselsen. Na het noenmaal en een korten rusttijd deed de President soms een rijtoer, doch anders zat hij alleen en las hij in zijn Bijbel. Des avonds verzamelden zich allen in de woonkamer. Dan las de predikant voor soms uit meditaties, soms uit het boek, dat de President zelf aan den heer Bredell gedikteerd had, en dat zijn levensbeschrijving bevatte. Onder het lezen wenkte de President vaak den lezer om even daarmee op te houden; dan legde hij het hoofd achterover in zijn hoogen stoel, deed een paar korte trekjes aan zijn pijp, en begon te vertellen van dingen uit zijn leven, die hij niet had laten op teekenen. Dat waren gezellige en ook leerrijke avonden. Ze werden besloten met het zingen van een Psalmvers.
's Morgens zaten we vaak achter in den grooten tuin, die grensde aan den spoorweg. Dan zat de President in een grooten badstoel en voor hem stond zijn glas water, overdekt door een kleedje met kraaltjes
Die Nagmaal te Pretoria
Rechts de oude, links de nieuwe kerk, waar Krüger ter kerk ging.