Jaarverslag van Groep Nederland over 1924.
Het eerste jaar van zelfstandig optreden der Groep, zelfstandig zoowel in de samenstelling als de werkwijze van het Bestuur, is zonder moeilijkheden verloopen, dank zij mede de goede verstandhouding, die heerscht in de noodzakelijke samenwerking van Secretaris en Penningmeester met de Administratie te Dordrecht. Een gerezen misverstand met betrekking tot de geldelijke administratie werd spoedig opgelost.
Herziening van het Groepsreglement, welke reeds in het vorige jaarverslag noodig werd geoordeeld, is nog niet tot stand gekomen met het oog op de voorgenomen wijziging van de Verbondswet in Maart 1925. Aan de voornaamste bezwaren werd intusschen tegemoet gekomen:
Ten aanzien van de geldelijke verhouding van de Groep tot het Hoofdbestuur, werd in overleg met dit laatste bestuur de navolgende regeling getroffen: met het oog op het afzonderlijke secretariaat van de Groep met zijn eigen kosten, werd de tegemoetkoming in de algemeene kantooronkosten met f 400.- verminderd en gebracht op f 1600,- en wat betreft het beschikbare gedeelte der ledenbijdragen werd bepaald, dat de Burgerafdeelingen, zoowel aan het Hoofd- als aan het Groepsbestuur 30% zouden afdragen en de Algemeene Leden in Nederland 50%, terwijl de Jongeliedenafdeelingen 20% harer inkomsten uit ledenbijdragen in de Groepskas storten en 80% voor zich zelf behouden.
Op aanstichting van de Jongeliedenafdeeling 's-Gravenhage werd een inleidende bespreking gehouden op 5 April, tusschen den Voorzitter van het Hoofdbestuur, afgevaardigden van het Groepsbestuur en de Jongeliedenafdeelingen 's-Gravenhage en Rotterdam ter herziening van de plaats der Jongeliedenafdeelingen, waarna deze zaak ter afdoening aan het Groepsbestuur werd overgelaten, dat een Commissie tot dit doel benoemde. Als voorloopige uitslag werd de volgende regeling getroffen:
1. | de afdracht der bijdragen van leden aan de Groepskas bedraagt 20%; die aan het Hoofdbestuur vervalt. |
2. | de leeftijdsgrens wordt bepaald op 23 jaar, terwijl automatische overschrijving zal plaats hebben op 1 Januari van het jaar, volgende op dat, waarin de leeftijd van 23 jaar wordt bereikt; behoudens ontheffing van deze bepaling door het Groepsbestuur. |
3. | getracht zal worden een eigen tijdschrift voor de Jongeliedenafdeelingen op te richten. Tot einde December werd ‘Neerlandia’ door toedoen van het Hoofdbestuur kosteloos aan de leden toegezonden. |
Ten slotte werd ter vergadering van het Groepsbestuur van 8 November een nieuw comité samengesteld, bestaande uit de heeren W.J. van den Bergh, J.H.L. Daman Willems en Ds. N.J. Pattist, aan hetwelk werd opgedragen de voorbereiding tot wederoprichting en uitbreiding der Jongeliedenafdeelingen. De aanvankelijke samenwerking, die te dezer zake gezocht werd met Dr. P. Vrijlandt te Alkmaar, heeft tot niets geleid.
Met de Vereeniging voor Nationale Opvoeding kwam nog geen nauwere samenwerking tot stand, hoewel zij hierop aandrong. Het Groepsbestuur besloot toch de beslissing daaromtrent aan te houden, totdat de vereeniging een tijd lang gewerkt zal hebben en de richting, welke zij opgaat, zich duidelijk zal hebben afgeteekend.
Aan het Comité tot oprichting van een gedenkteeken voor Van Dale werd een bijdrage gezonden, evenals aan het Comité tot huldiging van Bernard Zweers op diens 70sten geboortedag, terwijl aan het Davidfonds te Brugge ter gelegenheid van de herdenking van het afsterven van Guido Gezelle, 25 jaar geleden, een telegram werd gezonden. Op het verzoek om geldelijke ondersteuning door het Kapteynfonds en den Bond van Ned. Tooneelschrijvers heeft het Groepsbestuur gemeend afwijzend te moeten beschikken.
Aan de Propaganda werd ruime aandacht geschonken. Gaarne werd op aanstichting van en in overleg met het Hoofdbestuur de heer J. Post te Utrecht met ingang van 1 September tot propagandist van het A.N.V. in Nederland benoemd, die aanstonds vruchtbaar werk verrichtte: getuige de maandelijksche ledenlijst in Neerlandia.
De heer Van Son heeft na zijn aftreden als Groepssecretaris zich vol ijver bemoeid met de heroprichting van slapende of werkelooze afdeelingen: Alkmaar, Schiedam, Nijmegen, Maastricht, Gouda, Breda, Zeeuwsch-Vlaanderen en Delft werden bewerkt. De afdeelingen Alkmaar en Maastricht werden weder opgericht. Voor Nijmegen is de gunstige tijd nog niet aangebroken.
Op aanstichting van de Afdeeling Utrecht werd:
1. | aan den Ministerraad een verzoekschrift gericht inzake de opheffing van de vlootbasis te Vlissingen; |
2. | deed het Groepsbestuur onderzoek naar de in het Fransch gestelde ‘attestaties de Vita’, afgegeven door de Nederlandsche Regeering aan Nederlanders in België. Het bleek, dat deze stukken werden uitgegeven door de Kamer van Koophandel te Brussel, welk lichaam los van de Regeering staat; |
3. | heeft het Groepsbestuur het vraagstuk der Landverhuizing onder de oogen gezien en tracht thans met medewerking van de Boekencommissie en de Emigratie-Centrale te 's-Gravenhage den band met het moederland voor de landverhuizers te behouden en zoo, om noodig te herstellen. |
Op het voorstel der afdeeling Utrecht een adres tot de regeering te richten inzake het verleenen eener vergunning aan een Duitsche Mij. tot ontginning van Nederlandsch Nieuw-Guinea, heeft het Groepsbestuur gemeend niet te moeten ingaan, nu het de toelichting van den Minister tijdens de behandeling van dit onderwerp in de Tweede Kamer voldoende oordeelde. Het Hoofdbestuur heeft deze zaak in behandeling genomen.
Het Groepsbestuur uitte nog een woord van verzet tot de Regeering, naar aanleiding van de in het Fransch uitgesproken begroetingsrede van den Commissaris der Koningin in de Provincie Noord-Brabant te Gent in het najaar.
Aan Mevr. de Wed. Hyp. Meert betuigde het Groepsbestuur zijn deelneming bij het overlijden van haar echtgenoot.
Na aanvankelijke voorbereiding door het Groepsbestuur werd het vraagstuk der bevordering van Nederlandsche Muziekuitvoeringen door het Hoofdbestuur ter afdoening overgenomen.
De talrijke aanvragen om de woordenlijst, samengesteld door de Taalcommissie, door de gemeentebesturen der Provincie Gelderland, als gevolg van een rondzendbrief van den Commissaris der Koningin dier Proviencie, deed het Groepsbestuur besluiten aan de overige Commissarissen een verzoek te richten eenzelfden brief aan hunne onderhoorige gemeenten te zenden, waarop de meesten hunner zijn ingegaan. Het aantal aanvragen uit alle oorden des lands vermeerderde aanzienlijk.
Een door den Alg. Secretaris samengesteld Ontwerp voor een gelijkluidend reglement voor de afdeelingen heeft het Groepsbestuur nader uitgewerkt en na vaststelling aan de besturen der afdeelingen als voorbeeld toegezonden.
Het door den heer Liesenborghs opgeworpen plan: door een Nederlander in Vlaanderen lezingen te doen houden, heeft niet tot eenig gevolg geleid bij gebrek aan medewerking van de zijde van den voorsteller!
In voorbereiding zijn nog:
1. | De inrichting van Vertelavonden voor de Nederl. Jeugd, die de lagere school heeft verlaten en nog niet oud genoeg is om bij haar het gewone vergaderingsleven, met het doel bij haar het stamgevoel aan te kwee- |