Nederland.
Vlaamsche ‘Petekinderen’.
In het Maartnummer van Neerlandia heeft de heer M.J. Liesenborghs het denkbeeld opgeworpen, dat Nederland Vlaanderen in zijn strijd om zichzelf te kunnen blijven en gelijk recht als Wallonië te verkrijgen zou steunen, doordat Nederlanders zich beschikbaar stelden om Vlamingen tot ‘petekinderen’ aan te nemen. In dezer voege, dat zulk een Vlaming van zijn Noordelijken stamgenoot de Hollandsche boeken, bladen en tijdschriften zou toegezonden krijgen, die zijn peter of meter niet meer voor zich behoeven zou en die het petekind, door den slechten stand van het Belgische geld, zich tegenwoordig niet of althans moeilijk meer kan aanschaffen. Of zoo het op deze manier niet kan, dan kon er - zegt de heer Liesenborghs - een briefwisseling tusschen die twee stamgenooten aan weerszijden van onze zuidelijke grens ontstaan, die de handhaving onzer Nederlandsche beschaving ten goede kwam.
Waarschijnlijk zal dit denkbeeld onder de leden onzer Groep wel instemming vinden. Het is ook inderdaad een geschikt middel om iets in den geest van ons Verbond te bereiken, dat er voor aanbevolen wordt. In allen gevalle; het Dagelijksch Bestuur van Groep Nederland stelt zich gaarne beschikbaar om Nederlanders, die willen trachten in dezen trant voor ons ideaal te werken, met de Vlamingen, die er gaarne gebruik van zouden maken, in aanraking te brengen.
Ieder, die voor de verwerkelijking ervan iets gevoelt, geve zich dan aan onzen secretaris op, met vermelding van nauwkeurig adres, beroep en wenschen betreffende het onderwerp van briefwisseling; liefst ook met de mededeeling of hij tot de ouderen of jongeren van dagen behoort. Als wij dan vervolgens in Neerlandia een lijst dier ingekomen opgaven openbaar maken, zoodat peters en meters daaruit hun keus kunnen doen, is - dunkt ons - deze zaak genoegzaam aan het rollen en kunnen wij onze tusschenkomst voor afgeloopen houden. Practisch was misschien alleen nog dit: dat wij bericht kregen van hen, die een petekind hebben gevonden; hun naam kan dan van de genoemde lijst worden afgevoerd.
Het Dagelijksch Bestuur voornoemd,
A.A. VAN SCHELVEN, voorzitter.
C.M. HERCKENRATH, (Heerengracht 375,
Amsterdam), secretaris;
S. VAN LIER, Ez., penningmeester.
Maart 1925.