Het bezoek van H.Ms. ‘Tromp’ en ‘Heemskerk’ te Genua.
De Nederlandsche feestweek in Genua is juist ten einde, en ik heb het genoegen U eenige bijzonderheden ervan mede te deelen, waarin de lezers van ‘Neerlandia’ wel belang zullen stellen.
De schepen kwam Zaterdag 14 Febr. in den loop van den ochtend aan. Het binnenkomen in de haven was vrij moeilijk, ten gevolge van de hooge zee, gepaard met stormachtigen wind; maar dank zij de vaardigheid der commandanten, wierpen de schepen al spoedig het anker op de voor hen bestemde ligplaatsen bij de Molo Guardiano.
Onmiddellijk daarop begaf zich onze vice-consul, de Heer L.J. Breman, aan boord, om de commandanten, de heeren Aronstein en Schenck de Jongh, uit naam van den Consul-Generaal en de Nederlandsche Kolonie te verwelkomen en tevens de feestcommissie, waarvan ook Uw vertegenwoordiger en die van ‘Nederland in den vreemde’ deel uitmaakten, voor te stellen. Daarna brachten de commandanten hun bezoek bij den Consul-Generaal, die hen aan de plaatselijke overheden voorstelde.
Reeds bij de eerste ontmoeting heerschte er tusschen de officieren en de leden der Nederlandsche Kolonie een zeer aangename stemming, die zich in weinige dagen met een voortdurende stijging, tot oprechte vriendschap ontwikkelde. Van beide kanten werd al het mogelijke gedaan om het bezoek der schepen in onze haven aan ieder van ons tot een aangename herinnering te maken.
Zaterdagavond waren de commandanten en de officieren op een bal in de ‘International Country Club’ genoodigd, 's Zondags vond een gala Opera-voorstelling te hunner eere in den Grooten Schouwburg plaats; Dinsdagmorgen 'n zeilwedstrijd op Lido, waarbij de Eerebeker van de Maatschappij ‘Nederland’ verzeild werd; 's middags maakten de onderofficieren en een deel der bemanning, onder begeleiding van enkele hunner officieren en eenige Hollanders, een autotocht naar Portofino Vetta, in door de Nederlandsche Kolonie beschikbaar gestelde auto's. Dien zelfden dag was er een avondfeest met bal in de schitterende zalen van het Hotel Bristol, aangeboden door onzen Consul-Generaal, den Heer J.M. Hosang, en den vice-consul, waarop, behalve de Etats Majors der beide schepen, de Nederlandsche Kolonie, de stedelijke overheden en het Corps Consulair verschenen. Tot laat in den nacht werd er muziek gemaakt en gedanst en de stemming was alleropgewektst. Woensdagmiddag 'n thee met dans aan boord van H.M.'s ‘Heemskerck’ en tot slot der feestelijkheden, 's avonds een feestmaal aan boord van H.M.'s ‘Tromp’, waarbij de heeren commandanten, onzen Consul-Generaal en Vice-Consul, alsmede de leden der feestcommissie met hun dames genoodigd hadden.