Neerlandia. Jaargang 29
(1925)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdNederland.Bernard Zweers. †Toen Zweers op zijn zeventigsten verjaardag te Amsterdam gehuldigd werd, heeft minister De Visser hem geroemd als groot-Nederlandsch kunstenaar, wiens werk zuiver Nederlandsch van aard is. En bij de overhandiging van het ridderkruis van den Nederlandschen Leeuw, sprak de Minister de hoop uit, dat de gehuldigde deze onderscheiding vele jaren zou mogen dragen. Die wensch is niet vervuld; maar wanneer ook het Algemeen Nederlandsch Verbond met heel de Nederlandsche muziekwereld rouwt om het verscheiden van een man van zijn beteekenis èn voor het leven der Kunst èn voor het geestelijk leven van ons volk, dan mengt zich in dien rouw toch een gevoel van diepe erkentelijkheid voor de afronding van dit bestaan, de voltooiing van zijn levenstaak die een der beste van onze groote mannen heeft mogen beleven. Zweers heeft school gevormd; tot zijn leerlingen behooren vele der beste onzer tegenwoordige toonkunstenaars: C. en W. Andriessen, Henr. v.d. Brandeler, Bertha Frensel - Wegener, Dresden, Landré, Loman, Mulder, Anna Lambrechts - Vos, Roeske, Schoonderbeek e.a. Hij laat een belangrijk muzikaal levenswerk na; nog na zijn huldiging heeft hij zijn ‘Ode aan de Schoonheid’ en zijn laatste werk ‘Rozen’ door Johan Schoonderbeek mogen hooren uitvoeren; zijn (3e) symphonie ‘Aan mijn Vaderland’, zijn voorspel en reien bij Vondels ‘Gijsbregt’ zullen, wanneer er ooit een kenschetsend Nederlandsche muziek mocht ontstaan, in alle tijden Zweers aanwijzen als den grondlegger daarvan. Ook het A.N.V. heeft hem op zijn feestdag den 18den Mei hulde gebracht en in Neerlandia herdachten wijGa naar voetnoot1) de verdiensten van dezen man van echt Hollandschen stempel, wiens geboortedag - 18 Mei - een nationale gedenkdag moge blijven. |
|