| |
Nederland.
Overzicht der Groepsraadsvergadering, (gehouden 28 Juni te Rotterdam).
Aanwezig: van het Groepsbestuur: Prof. Dr. A.A. van Schelven, voorzitter; Mr. C.M. Herckenrath Jr., secretaris; S. van Lier Ez., penningmeester; J.A.L. Daman Willems, Ds. N.J. Pattist; van het Hoofdbestuur: Mr. B. de Gaay Fortman, 's middags ook de heer P.J. de Kanter.
Vertegenwoordigd zijn de afdeelingen: Amsterdam, Arnhem, Dordrecht, 's-Gravenhage (Burgerafdeeling), 's-Gravenhage (Jongeliedenafd.), Groningen, Haarlem. Rotterdam (Burgerafd.), Rotterdam (Jongeliedenafd.), Wageningen, Zwolle. Voorts wonen de vergadering bij de heeren Roep, Afd. Soerabaia; C. Lokerse, Den Haag; S.W. Tjabring, Utrecht; J.J. Palm, Den Haag en J. Isaäcs, Rotterdam.
De voorzitter opent de vergadering te half elf en verwelkomt de aanwezigen, terwijl afzonderlijk wordt begroet de heer Roep, bestuurslid der afd. Soerabaja, wiens blijk van belangstelling op hoogen prijs wordt gesteld.
| |
Punt I. Notulen der Groepsvergadering van 8 December 1923 (in afdruk rondgezonden).
Goedgekeurd.
| |
Punt II. Ingekomen stukken.
De secretaris deelt mede, dat bericht van verhindering zonden de heeren, Mr. Phaff, Pater Kruitwagen en Lugard, leden van het Groepsbestuur, en de afdeeling W.Z. Vlaanderen.
De voorzitter zegt dat Pater Kruitwagen wegens drukke werkzaamheden ontslag vraagt als Groepsbestuurslid. Getracht zal worden hem als zoodanig te behouden, anders zal de open plaats op wettelijke wijze worden vervuld.
| |
Punt IIIa. Jaarverslag van den Secretaris. (In afdruk rondgezonden.)
De heer Schreuder (Arnhem) vestigt er de aandacht der vergadering op, dat zoovele afdeelingen hebben nagelaten haar verslag uit te brengen.
De afgevaardigden der afdeelingen, Dordrecht, Groningen en Rotterdam erkennen schuld in dezen, wijzen op verontschuldigende omstandigheden en beloven alsnog voor inzending te zullen zorgdragen.
Verschillende sprekers gaven in overweging de Afdeelingssecretarissen tijdig te waarschuwen voor het inzenden der jaarverslagen; zoowel rechtstreeks als door middel van Neerlandia.
De heer De Gaay Fortman deelt mede, dat het Groepsbestuur eerlang zal bereiken een brief van het Hoofdbestuur, waarin zal worden aangedrongen het jaarverslag uiterlijk 15 Maart aan dat Bestuur in te zenden. In April moet n.l. het algemeen verslag van het Hoofdbestuur gereed zijn. In verband daarmede zal het noodzakelijk zijn, dat reeds in het Januarinr. van Neerlandia de Afdeelingen worden gewaarschuwd hare verslagen uiterlijk 15 Februari gereed te hebben.
De heer Van Daalen (Wageningen) verzocht inlichtingen omtrent de verspreiding van het vlugschrift ‘De Moederaarde’ van Dr. Vrylandt en omtrent de vereeniging voor Nationale Opvoeding.
De voorzitter deelt mede, dat het Groepsbestuur de grondgedachte van Dr. Vrylandt's streven: het winnen van de jeugd voor de vaderlandsche gedachte, welgezind is, weshalve een Commissie werd benoemd, bestaande uit de Heeren Lugard en Daman Willems (Groepsbestuur), Dr. Vrylandt, W.J. van den Berg (Jongeliedenafd.. Den Haag) en J. Isaäcs (Jongeliedenafd. Rotterdam), met het doel te geraken tot wederoprichting van Jongeliedenafdeelingen.
Wat de vereeniging voor Nationale Opvoeding betreft: deze vereeniging werkt thans samen met de Vereeniging ‘Karel van Lennep’ dewelke in 't bezit is van het Gebouw
| |
| |
der Burgerwacht aan het Singel te Amsterdam en waarin zij thans enkele zalen ter beschikking kan stellen van de Vereeniging Vocr Nationale Opvoeding. Deze Vereeniging beoogt in drie groepen - een humanistische, een Protestant-christelijke en een Roomsch-Katholieke - officieren, onderwijzers en in het algemeen alle jeugdleiders te ontwikkelen tot het geven van een nationale opvoeding aan de jeugd.
Het Groepsbestuur zag hierin een streven, dat nauw raakt aan dat van het A.N.V., weshalve althans tot een vooling houden met de vereeniging werd besloten. Na eenige gedachtenwisseling, waaraan de heeren Mr. Van Daalen, Tjabring en Mr. Schaap deelnemen, wordt de houding van het Groepsbestuur in dezen goedgekeurd. b. Verslag van den Penningmeester.
Goedgekeurd.
| |
Punt IV. Benoeming van de Commissie tot Onderzoek van de Rekening en Verantwoording van den Penningmeester over 1923.
De door het bestuur voorgestelde candidaten: Jhr. Mr. C.H.J.I.M. van Nispen tot Sevenaer (Afd. Amsterdam); Mr. W. van der Plaats (Afd. Haarlem) en E. Veen (Afd. Zaanstreek), worden benoemd, tevens voor het jaar 1924, om voortaan tijdiger afwikkeling der geldelijke administratie over het afgeloopen jaar mogelijk te maken.
| |
Punt V. Begrooting voor 1924.
De penningmeester zegt in zijn toelichting, dat de inkomsten belangrijk minder zijn geworden, doordat - hetgeen in beginsel juist is - de bijdragen der buitenlandsche leden thans rechtstreeks en geheel aan het Hoofdbestuur worden afgedragen. Steun van het Hoofdbestuur is daardoor noodzakelijk geworden, die welwillend verleend en dankbaar aanvaard is. De verplichte afdracht aan dat Bestuur is n.l. verminderd met f 1000.- terwijl - mede met het ocg op het afzonderlijk Secretariaat van de Groep - de post ‘tegemoetkoming in algemeene kantooronkosten’ met f 400.- verminderd, werd gebracht op f 1600.-. Zoodoende is een sluitende begrooting kunnen worden opgesteld, al zijn feitelijk de posten 2 ‘Geldelijke ondersteuningen aan afdeelingen’ 3: ‘Toelagen en Lidmaatschappen’ en 6 ‘Propaganda’ veel te gering om vruchtbaar propagandistisch werk te verrichten.
Spr. betreurt het, dat niet alle afdeelingen terstond melden, of zij al of niet instemmen met de belasting, die de penningmeester haar in het begin des jaars oplegt. Ook herinnert hij er aan, dat de Groep thans geheel zelfstandig werkt, zoodat de afdeelingen haar afdracht niet meer naar Dordt, doch rechtstreeks naar de Groepskas moeten zenden; bij gebreke van dien ontstaat heillooze verwarring.
Na verschillende opmerkingen wordt de begrooting goedgekeurd.
| |
Punt VI. Bestuursverkiezing.
Gekozen wordt: Dr. Felix Rutten met 14 stemmen; 5 stemmen werden uitgebracht op Mr. Schaap. De vergadering besluit daarop met algemeene stemmen - mocht de heer Felix Rutten onverhoopt de benoeming niet aanvaarden - alsdan den heer Schaap als benoemd te beschouwen.
| |
Punt VII. Beslissing inzake Jongeliedenafdeelingen.
De heer De Gaay Fortman (Hoofdbestuur) deelt na de gedachtenwisseling over dit punt mede, dat het Hoofdbestuur naar alle waarschijnlijkheid wel bereid zal zijn Neerlandia kosteloos aan de leden der Jongeliedenafdeelingen te zenden, alleen voor dit jaar, in afwachting van de beslissing door de Groep over de Jongeliedenafdeelingen vóór het einde van 1924.
Punten 7a. en b. worden daarop aangenomen.
| |
Punt VIII. Voorstellen der Afdeelingen.
De heer Schaap houdt thans zijne op het verzoek van het Groepsbestuur samengestelde korte, maar kernachtige toelichting op punt VI van de Afd. Groningen op de vorige te Utrecht gehouden groepsraadsvergadering: ‘Op welke wijze kan Groep Nederland meer dan tot heden bevorderen, dat de Nederlandsche Toonkunst tot haar recht kome bij muziekuitvoeringen in het openbaar enz.’
Het bestuur van de afd. Groningen heeft zich te dezer zake gewend tot den Heer Cor. Kuiler, directeur van het harmonie-orkest te Groningen, van wien het nog tijdig een verhandeling kreeg, waaruit de volgende drie punten van groot belang zijn.
1. | Er bestaan wel degelijk Nederlandsche Orkestwerken, ook moderne, welke echter zeer weinig op de programma's voorkomen, voornamelijk uit sleur, terwijl zij de moeite van opvoering overwaard zijn.
Door samenwerking met de directeuren van de verschillende orkesten in de grootere steden, als Amsterdam, Den Haag, Haarlem, Groningen en Utrecht ware hierin zeker verandering te brengen. |
2. | Tengevolge van de schaarsche opvoeringen zijn er talrijke orkestwerken, die eenvoudig niet worden uitgegeven en in portefeuille gehouden, zoo o.a. van den toondichter Andriessen. |
3. | De veelvuldiger uitvoering hunner werken zal den Hollandschen toondichters een prikkel zijn hun niet uitgegeven werken openbaar te maken en nieuwe te toon zetten. |
Om tot een vruchtdragende uitkomst te geraken, zou allereerst moeten worden samengesteld een uitvoerige lijst van werken van Nederlandsche toondichters, waarbij het muziek-auteursbureau te Amsterdam waardevolle gegevens zou kunnen verschaffen. Door bemiddeling van het Hoofdbestuur zou aan de Groep Vlaanderen gevraagd kunnen worden eenzelfde lijst samen te doen stellen van Zuidnederlandsche werken. Voor de vraag of er ook belangrijke orkestwerken van Zuidafrikaanschen oorsprong bestaan zou men zich tot Zuid-Afrika kunnen wenden.
Zijn eenmaal de volledige lijsten samengesteld, dan kunnen deze onderling worden uitgewisseld en hiervan afschriften worden gegeven aan de afdeelingen, die zich ter opvoering der werken met de plaatselijke orkesten in verbinding moeten stellen.
De voorzitter dankt den heer Schaap voor zijn belangwekkende toelichting, belooft, dat het bestuur zich ter uitvoering van de gedane voorstellen in voortdurende verbinding met hem zal stellen en stelt voor om zoo noodig te zijner tijd een commissie voor dit doel samen te doen stellen.
De heer Van Daalen (Wageningen) beveelt aan te dezer zake voeling te zoeken en de medewerking te verkrijgen van de Mij. tot bevordering van Toonkunst en de Toonkunstvereeniging, terwijl de heer Croin (Haarlem) er op aandringt de lijsten in Neerlandia openbaar te maken.
| |
Punt IX. Mededeelingen van het bestuur.
Met het oog op het late uur volstaat de voorzitter met de mededeeling van het schitterend gevolg van den rondzendbrief van den Commissaris van de Koningin in de Provincie Gelderland aan de gemeentebesturen dier provincie, waarbij ter vermijding van het gebruik van vreemde woorden en uitdrukkingen bij de ambtelijke briefwisseling werd aanbevolen het gebruik van de door de Taalcommissie samengestelde lijst van Nederlandsche woorden en uitdrukkingen ter vervanging van -ismen.
| |
Punt X. Rondvraag.
De heer Roep, bestuurslid der afd. Soerabaja, het woord verkrijgend, dankt den voorzitter voor diens afzonderlijke begroetingswoorden, die hij zeer op prijs stelt. Hij spreekt er zijn groote voldoening over uit in staat geweest te zijn deze vergadering bij te wonen; wijst op de propagandistische waarde daarvan voor Indië en op de bijzondere taak, welke Nederland ten aanzien van Indië en de Indiërs, ook het Inlandsche deel daarvan, heeft te vervullen, en verzoekt de afdeelingsvertegenwoordigers met aandrang zich het lot der in Holland vertoevende Indische Hollanders en Inlanders aan te trekken. (Toejuiching).
Terstond na de vergadering wordt het noenmaal genuttigd en onderwijl komen de verschillende deelnemers aan den Groepsdag binnen.
| |
| |
Nadat het gezelschap was gefotografeerd, verzamelde men zich wederom in een der zalen tot het aanhooren van de gloedvolle rede van Ds. C. van der Voort van Zijp over het onderwerp ‘nationale gedachte’. (Zie Augustusnummer Neerlandia).
De voorzitter dankte den spreker voor zijn geestdriftig woord, waarmee de vergadering door luide toejuichingen instemde.
Na een korten rondgang door de diergaarde onder leiding der bestuursleden van de Afd. Rotterdam, werd het gezelschap met een extra tram naar het Maasstation gebracht om van daar uit den altijd belangwekkenden boottocht op de rivier en door de havens, die was aangeboden door de Rotterdamsche Vereeniging tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer, te beginnen. Bij terugkomst stond wederom de extra tram gereed, die het gezelschap langs de schoonste gedeelten der stad naar het stadhuis bracht, waar in de inderdaad indrukwekkende Burgerzaal onder orgelmuziek de ontvangst door Burgemeester Mr. J. Wytema plaats vond. Onder diens geleide werd vervolgens het schitterende gebouw bezichtigd. In een der wandelgangen stond een lange tafel met ververschingen, thee en gebakjes gereed, waarvan dankbaar gebruik werd gemaakt. Het gezelschap verzamelde zich daarop weer in de burgerzaal, waar de organist nog verschillende liederen ten beste gaf, o.a. het lied van het A.N.V. Prof. van Schelven sprak den burgemeester toe en dankte hem voor zijn schitterende ontvangst en geleide, waarop de Burgemeester met een korte, hartelijke rede antwoordde en zijn groote sympathie voor het A.N.V. uitte.
De meeste deelnemers togen daarop naar Pschorr. waar spoedig de gemeenschappelijke maaltijd een aanvang nam, doch niet vóórdat het Wilhelmus was gezongen en Dr. van der Valk, voorzitter der Afd. Rotterdam een welkomstrede had gehouden. Mr. Schaap wijdde nog een kort woord aan de stambroeders, hetgeen gereede aanleiding was om de ‘Vlaamsche Leeuw’ aan te heffen. Een telegram tot betuiging van aanhankelijkheid werd aan de Koningin gericht, waarop de Groepsvoorzitter in het begin van Juli uit Abisko namens Hare Majesteit een dankbetuiging ontving.
Ook de avondbijeenkomst in de groote zaal van het Nut, lokte veel deelnemers. Na het openingswoord van Dr. van der Valk, zong Mej. L. van der Wal het lied van het A.N.V., Mevrouw Tartaud-Klein droeg o.m. een gedeelte uit ‘Aleid’ voor en Mevrouw Faber-Groneman zong Hollandsche liederen bij de luit.
Veel bijzonderheden moeten onvermeld blijven, doch wel past het dit verslag te eindigen met een woord van dank aan het Bestuur der Afd. Rotterdam, dat op zoo schitterende wijze den Groepsdag verzorgde.
C.M. HERCKENRATH Jr.
Secretaris. |
|