Een getuigenis van Waarde.
Niet aan ieder Nederlander valt een zoo schitterende gelegenheid ten deel te getuigen van en voor zijn volk, voor de dochters en zoons van een ander, een groot volk, als aan Dr. Barnouw ten deel viel. Laat ons Nederlanders dankbaar zijn, dat dit voorrecht werd geschonken, aan iemand, die het zoozeer waard bleek te zijn, zich van zijn verantwoordelijkheid zoozeer bewust, als Dr. Barnouw toonde te zijn, toen hij aan de Amerikanen vertelde van ‘Holland under Queen Wilhelmina’ (New York - London Charles Scribner's Sons 1923).
De aanleiding voor het schrijven en uitgeven van dit boek was het zilveren gedenkfeest van de Nederlandsche koningin, maar de schrijver begreep terecht, dat hij in den geest der Nederlandsche koningin zou handelen, door in zijn boek den klemtoon te laten vallen op Holland en de jaren van zijn geschiedenis, die besloten lagen tusschen het oogenblik, dat de meerderjarigheid van Koningin Wilhelmina den schepter in handen gaf van de jonge vorstin en den dag, dien wij Nederlanders thuis en in den vreemde met zoo groote erkentelijkheid en opgewektheid mochten vieren in het vorige jaar.
Van de persoon der koningin spreekt Edward Bok in zijn voorrede.
Het is een getuigenis van oprechte bewondering, dat hij neerschreef en het feit, dat een man, die in de Vereenigde Staten zijn weg vond, zooals Edward Bok dat te doen vermocht, aldus van zijn eerbiedige waardeering doet blijken, geeft aan zijn woord een draagkracht in het groote Amerika met zijn geheel andere opvattingen van overlevering dan de onze, die aan een juiste waardeschatting van de beteekenis van Koningin Wilhelmina voor Nederland enkel ten goede kan komen.
Hetgeen Bok zegt aan het slot van zijn inleiding over Dr. Barnouws boek is ten volle verdiend. Wij hebben hier inderdaad te doen met een beknopt verhaal van Nederlands geschiedenis gedurende een kwart eeuw, dat zoo volledig is, als in een zoo klein bestek kon worden verwacht.
Wat meer nog treft dan de volledigheid is de omstandigheid, dat de onderlinge verhoudingen, de betrekkelijke beteekenis der behandelde onderwerpen in de lijst van het geheel en ten opzichte van elkander zoo goed in het oog wordt gehouden. Voor Nederlanders schrijvend, zou Dr. Barnouw de dingen wellicht op andere wijze tegenover elkaar hebben gesteld, als hier, waar hij schreef voor lezers, die omtrent volk en land gansch andere voorstellingen hebben over het algemeen dan die gangbaar zijn bij Nederlanders naar volk en stam, maar de verdeeling van licht en schaduw zou moeilijk anders kunnen zijn geweest, zonder dat de voorstelling minder zuiver of minder sprekend zou zijn geworden.
Dat stemt reeds dadelijk bij het vluchtig doorbladeren van dit boek tot dankbaarheid jegens den schrijver en als gij dan U zet tot het lezen van een hoofdstuk hier of daar, naar gelang van Uw bijzondere belangstelling, dan wordt de neiging U weldra te sterk, om nu ook de hoofdstukken, die U op het eerste gezicht minder belangwekkend voorkwamen te lezen, zoodat gij van het geheel een indruk krijgt. Zoo althans verging het mij. Bij de lezing van gedeelten hier en daar, die mij enkele indrukken van dit boek moesten geven, kon ik geen weerstand bieden aan den lust om ze aaneen te rijgen; men zou den schrijver minder nog dan zichzelf onrecht doen door van zijn werk slechts bij gedeelten kennis te nemen.
Waarvan hij verhaalt? Laat mij de opschriften van de achttien hoofdstukken voor u vertalen, opdat gij ziet, hoe verscheiden zijn onderwerpen zijn, die bijeen toch recht doen aan het geheel: de inhuldiging der Koningin; de liberalen aan het roer; de nederlaag van het liberalisme; Dr. Abraham Kuyper; Nederlands verdedigingsstelsel; welvaartswetgeving; Mr. Troelstra's gelegenheid; builandsche betrekkingen; de bezoekingen der onzijdigheid; oorlogstijd in Holland; de openbare meening en de pers; hoe Nederland zorgde voor de vluchtelingen; het geval met Keizer Wilhelm; Nederland en België; Nederland in het Europa van na den oorlog; de Nederlandsche Indiën; letterkunde, kunst en wetenschap en het volk en zijn Koningin.
De beteekenis van een dergelijke getuigenis over het eigen volk tegenover een ander volk, dat men heeft leeren eerbiedigen is niet slechts afhankelijk van de kennis van en het begrip voor de eigen natie, ze wordt voor een zeer groot deel bepaald door de wijze, waarop men weet te spreken tot het vreemde volk. In hoever Dr. Barnouw dat kon, laat zich door iemand die het Amerikaansche volk thuis niet kent, zeer moeilijk beoordeelen; de omstandigheid evenwel, dat een man als Bok, die bewezen heeft zoo tot de Amerikanen te kunnen spreken, dat hij ze bij voortduring boeit, in dit opzicht den schrijver zonder voorbehoud prijst, zegt ons zeer veel.
Het is voor Dr. Barnouw en voor Nederland een voorrecht geweest, dat de schrijver van dit boek voorzoover hij dat noodig mocht hebben gehad, zijn licht kon opsteken bij een man, die bewezen heeft, dat hij de Amerikaansche volksziel begrijpt. Daarin ligt een waarborg, dat dit boek zal spreken op verstaanbaren toon tot hen, tot wie het zich richt. Maar zonder Dr. Barnouws begrijpende liefde, verklarende kennis, talentrijke voorstelling zou desalniettemin dit boek op den Nederlander den indruk hebben kunnen maken van een op uiterlijk effect berekende schildering.
Het boek heeft inhoud, het heeft karakter, het is iets geheel eigens.
Het zal andere Nederlanders nu en dan prikkelen tot een stil verweer, omdat Barnouw de dingen niet ziet, zooals de gemiddelde Hollander die ziet, hij heeft een eigen kijk op de dingen, geschiedenis schrijven, beteekent voor hem de feiten te plaatsen in het doorzicht, waarin ze naar zijne meening moeten worden gezien, daaraan dankt dit boek een niet gering deel van zijn waarde.
Die waarde schat ik zeer hoog en ik hoop daarom, dat vele landgenooten en stamzusters en -broeders zich geroepen zullen gevoelen dit boek ter hand te nemen; hun kennis van ons volk, hun begrip daarvan zal er door worden verrijkt en verdiept, ze zullen erdoor aan het denken worden gebracht over Nederland, zijn plaats, zijn taak, zijn verplichtingen en tekortkomingen.
Daarvoor ben ik Dr. Barnouw van harte erkentelijk, daarvoor en voor het feit, dat hij poogt belangstelling te wekken voor Nederland en voor de wijze, waarop het worstelt met de vraagstukken, die de tijd daaraan stelt. Maar bovenal, om de van oprechte liefde getuigende wijze, waarop hij dat doet.
J.J.B.