Comité voor Ned. kinderen in den Vreemde.
Wij kunnen met voldoening op de afgeloopen maand terugzien. In de eerste plaats vermelden wij met groote dankbaarheid, dat H.M. de Koningin opnieuw Hare hooge belangstelling in ons Nationaal Liefdewerk betoonde door eene milde gift, terwijl van verschillende zijden krachtige steun werd verleend, zoodat de teruggang onzer kasmiddelen van de laatste maanden voor een groot deel kon worden ingehaald. Bovendien verkregen wij ook de beschikking over meer vrije plaatsen. Wij konden nu onzen arbeid uitbreiden, meer kinderen aan de ellende onttrekken en ook de melkvoorziening, ten behoeve van kinderen, die nog moesten achterblijven, verder ter hand nemen.
De ontvangsten bedroegen f 9293.45; (maakt met vorige opgaven f 500339.32 en Mrk. 3173323.50) waartegenover stonden de uitgaven van f 5742.
Wij brachten 70 Nederlandsche kinderen naar het Vaderland terug, om hen daar te huisvesten, te kleeden, te voeden, weer gezond te maken en goed Nederlandsch onderwijs te doen geven. Zij werden geplaatst te Ter Aa, Abcoude, Brummen, Deventer, Doesburg, Eerbeek, Ede, Den Haag, Haarlem, Laag-Soeren, Rotterdam, Voorst en Zutfen. Grootere transporten zijn in voorbereiding. Het eerstvolgend transport omvat 160 kinderen.
Het lijden onzer kleine landgenootjes in Duitschland is verschrikkelijk en steeds vallen meer offers. Wij moeten blijven doorwerken, zelfs met meer kracht. Het is nu ‘Worstelen tegen den dood van kinderen!’ Door die kinderen naar het Vaderland terug te brengen, redden wij niet alleen hen, doch wij stellen de achterblijvende ouders in de gelegenheid, met meer kracht de ellende het hoofd te bieden en niet als armlastig naar Nederland te komen.
Dit kunnen wij alleen doen, wanneer onze middelen voldoende blijven en daarom smeeken wij het Nederlandsche Volk ons te helpen giften in geld, bussen melk, kleeding, en opgave van adressen voor onderdak, te zenden aan den Penningmeester.
S. VAN LIER Ez.
Nassaukade 358, Amsterdam.
Gemeentegiro L. 569.