Nederland.
Afdeeling Amsterdam.
De Secretaris, de heer S. van Lier, Ez., schrijft ons:
‘Den 15den Januari was de groote zaal van het Gebouw van de Maatschappij voor den werkenden Stand, die ruim 650 personen kan bevatten, nagenoeg geheel bezet. Geen wonder, want de gevierde Vlaamsche dichter en letterkundige Pol de Mont zou eene lezing houden over “het Kunstlied in Vlaanderen”, waarbij Vlaamsche liederen zouden gezongen worden.
Spr. beschouwde zijn lezing als “een stap op een terrein, waarop wij zelden een voet zetten, n.l. van verbroedering en toenadering tusschen het Nederland benoorden en dat bezuiden den Moerdijk en wel op het gebied der schoone kunsten.”
Op zijn bekende onderhoudende, dikwijls luimige wijze schetste hij eerst de kunst in Noord-Nederland en gaf daarna een hoogst belangrijke verhandeling over de werken van verschillende Vlaamsche liederendichters en toondichters van na 1880.
De liederen gezongen door Mej. B. Hamburger en den Heer L. Oudkerk, sloten zich daarbij uitstekend aan en werden op niet minder verdienstelijke wijze ten gehoore gebracht, terwijl de uitstekende begeleiding van Mevrouw R. Seyffert-van Ameringen en den heer Jef Simons zeer zeker veel er toe bijdroeg om den Vlaamschen Kunstavond uitstekend te doen slagen.’