Neerlandia. Jaargang 27
(1923)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 181]
| |
geweest dan een plaats, die leden van onzen Nederlandschen stam geherbergd heeft en er den invloed van onderging. Ze werd door stamgenooten, Noord-Nederlanders zoowel als Vlamingen, gesticht! In het eind der 16de eeuw, toen dat Frankfort onze vaderen zóó weinig gastvrij bejegende, dat zij - hoewel reeds zwervensmoe - toch opnieuw een goed heenkomen moesten zoeken, toonde Philipp Ludwig II van Hanau, een schoonzoon van Willem den Zwijger, de welwillendheid en tegelijk het economische doorzicht hun herbergzaamheid te bewijzen. Dat zelfs niet alleen: hij schonk hun tal van privileges op den koop toe. En zoo bewerkte hij toen het ontstaan van een Nederduitsche enclave in het totaal Duitsche land: de kolonie en de kerkelijke gemeente Hanau. Wie er nu komt, vindt van dat Hollandsche karakter van de jeugd der stad zoo goed als niets terug. Maar eenige herinnering uit dien tijd bleef toch nog altijd voortbestaan, de organisatie dier Nederlandsche Kerk. Onze taal spreekt die weliswaar niet meer; Pfarrer Munk, thans haar voorganger, is reeds de derde predikant die zelfs in het geheel geen Hollandsch meer kent. En de leden van haar kleinen kring, een honderd zielen ongeveer, zijn waarschijnlijk allen wel reeds sedert geslachten Hoogduitschers. Maar niettemin is zij toch nog altijd onafhankelijk, een op zichzelf staande groep, in geen Duitsch kerkelijk verband opgenomen. En in zoover nog steeds een monument ter gedachtenis aan de daar door onzen stam oudtijds gespeelde rol. In die Hollandsche gemeente wordt tegenwoordig bittere ellende geleden. Zij had vrij groote fondsen. Maar die hebben thans alle waarde verloren: zij waren in Marken belegd! En terwijl geen maatschappelijke klasse het kruis van den slechten tijd meer moet torsen dan de middenstand, zijn het bijna uitsluitend middenstanders, die tot haar behooren! Daarom waag ik het hier eens een beroep te doen op de leden van het Algemeen Nederlandsch Verbond, om eenige honderden guldens bijeen te brengen ter verlichting van dezen nood. Tegenover deze niet-landgenooten te doen wat wij voor de Hollanders in het buitenland bewerken, lijkt mij niet noodig. Niettemin, als degenen die de tradities onzer vaderen voortzetten, hebben deze Hanauers toch m.i. wel eenige aanspraak op onzen steun. En als velen iets doen, kunnen wij zonder veel opoffering dien steun immers verleenen! Als een uiterst welkom kerstgeschenk! Giften worden hier verantwoord.
Kenaupark 18, Haarlem. A.A. VAN SCHELVEN. |
|