Op mijn brief, waarin ik schreef, dat het me speet, dit te vernemen, maar dat ik zelf het feit gevoelde, herhaalde hij in een anderen brief:
‘Het spijt mij, dat U de Nederlandsche inzinking hier te lande zoo tegenvalt, maar ik geloof, dat de feiten niet te ontkennen zijn. Mijn bezoek aan den staat Michigan heeft mijne meening hieromtrent nog versterkt: het opkomend geslacht is onbekend met en dood voor Nederland, en de ouderen sterven af of beteekenen niets.’
't Is helaas! maar al te waar. Eenige andere aanhalingen der leiders onder de Nederlanders dienaangaande, zijn hier wel ter zake:
‘Onze leidsmannen zijn Engelsch-drijvers geworden.’ ‘Our people are going to be americanized at any and all costs.’ ‘Wij moeten ons opmaken en bouwen.’ ‘Wij hebben tot nog toe langs de kust gevaren, doch wij gaan nu het ruime sop kiezen van het Amerikaansche volksleven,’ enz., enz.
Men is dus in de Nederlandsch-Amerikaansche groep op weg Nederland en het Nederlandsche te vergeten. Het is geen opwekkend iets deze geestesrichting te ervaren, zulk een teruggaan van het echt Nederlandsche. Kerk, school, pers, boekhandel en Nederlandsch-Amerikaansche betrekkingen zullen het gevoelig ondervinden.... Ook is het een onberekenbaar verlies voor het nieuwe vaderland Amerika.
‘Want die verbasterd en ontaard,
Zichzelf en 't zijne heeft versmeten,
Is d'oorsprong noch de vrijheid waard,
Die hij voordien eens heeft bezeten.’
Zóó schreef ik eens jaren geleden in eene overtuiging, die mij niet alleen is bijgebleven, maar die zich sedert steeds verdiept heeft.
We moeten duidelijk tot de erkenning komen, dat de Nederlandsche zaak in 't algemeen in Amerika zeer ten achter is geraakt. Allerlei kleine landjes zijn hier tegenwoordig beter bekend en bemind dan ons oude, eenige Holland, waar de nieuwe Westersche beschaving hare wieg en bescherming vond. De ‘cradle of liberty’ is hier vrijwel onbekend en onbemind. En wat erger is, ons Nederlandsch element is vrij wel ongevoelig voor het Nederlandsche. Zooals ik opmerkte, zijn de leiders en de groote schare Amerikaansch-gezind geworden en wenschen Nederlandschen oorsprong en overlevering te vergeten. Het feit, dat de Nederlandsche zaak hier zoo is achterop geraakt gedurende en vooral ook na den oorlog, is niet aan ernstigen twijfel onderhevig. Dit is juist een reden te meer, om in plaats van ontmoedigd neer te zitten aan te pakken en werkzaam op te treden Ons Nederlandsch element heeft hier dubbel behoefte aan medewerking en stamverband in den geest van het Algemeen Nederlandsch Verbond! Nooit meer dan heden is verband en samenwerking voor de Nederlanders in Amerika noodzakelijk! Het Oosten mist de regelende kracht van den heer Kees Beeling, stichter van den Nederlandschen landdag, maar de ijverige bemoeiingen van den heer Gebhardt hebben de jonge Groep Noord-Amerika in het leven geroepen, waaruit hopen we, veel frissche kracht moge opbloeien. Ook hebben we nog steeds voor het middenwesten de vaardige pen van den bekwamen voorstander onzer Nederlandsche zaak, den heer G. van Beek, redakteur van de Hollandsche Amerikaan te Kalamazoo, Michigan. Wij, kernechte Nederlanders moeten en mogen 't niet opgeven. Wanhopen aan onze Nederlandsche zaak is wanhopen aan onszelven! Met volle behartiging van de woorden van het Verbondsbestuur:
‘De jonge Groep Noord-Amerika zal een krachtige steun zijn voor de daar wonende Nederlanders en Vlamingen, die trouw willen blijven aan onzen stam, zich deel willen blijven voelen van het volk, waaruit zij voortkwamen, al handelen zij verstandig om ter wille van hun dagelijksch brood, zich niet afzijdig te houden van de samenleving in hun tweede vaderland.’
zullen allen van Nederlandschen stam nieuwen moed scheppen uit de behoefte aan wederopleven en streven.
Alle Nederlanders moeten hier werken en werven voor meer licht, liefde en leven. Onderlinge kibbelarij moet worden vergeten, peuterige kleinheid terzij gezet, verdeeldheid gebannen, het krijgsplan geestdriftig worden gevolgd in het diepe besef, dat wij gemeenschappelijk Nederland naar buiten dragen ten bate - zooals wij het verstaan - der gansche menschheid! Het wordt dan een heilige zaak, waarin niet-Nederlanders dikwijls eerbiedig zullen willen volgen, maar het wordt dan ook eene beproeving onzer deugden Gelukkig echter - een oud-Nederlander heeft het gezegd - ‘Deugd verheugt.’
Zullen wij Nederlanders onze Nederlandsche deugdzaamheid niet eens beproeven ten bate van 't Verbond - vooral wij Nederlanders in den Vreemde?
Thompson, Conn., 22 Aug. '23.
A.v.C.P. HUIZINGA.