ellende te komen, waar het zou zijn ondergegaan, als het zich niet had vermand en niet vastberaden den weg had ingeslagen naar de zonbeschenen hoogte, vanwaar het thans met voldoening mag terugzien op den afgelegden weg!
* * *
Wij kunnen er bij ons bestek niet aan denken, zelfs maar een vluchtig overzicht te geven van de feesten in en buiten Nederland aangericht, de adressen van huldiging, de redevoeringen, de betuigingen van aanhankelijkheid en trouw, waarmede telken morgen en telken avond de Nederlandsche dagbladen waren gevuld in den loop der laatste maand.
Een uitzondering moeten wij maken voor den kunstavond in het Scheveningsche Kurhaus, omdat de Haagsche afdeeling van ons Verbond (die in het algemeen een werkzaam aandeel genomen heeft aan de viering der jubileumsfeesten in de Hofstad), voor dezen kunstavond op 1 September mede verantwoordelijk was.
Deze avond is buitengewoon goed geslaagd, de bedoeling kwam reeds tot uiting op het titelblad van het ook uiterlijk uitnemend verzorgde program, waar tusschen een waterlelie en een lotosbloem deze dichtregelen stonden:
De lotosbloem ontplooit zich in Oosterschen toovernacht,
In stralende Noorderzonne blinkt der waterlelie pracht.
Die bloemen, Koninginne, bloeien beide in Uw rijk.
Moog' de hemelstreek verschillen, heur schoonheid is gelijk.
Na afloop van dezen avond (Nederlandsche muziek, prozagedichten van Noto Soeroto, gedichten van Constantijn Huygens, Bilderdijk en Jan Prins werden ten gehoore gebracht door Nederlandsche Kunstenaars) gaven zoowel de Koningin als de Koningin-Moeder aan den voorzitter der Haagsche Afdeeling, hare tevredenheid te kennen over het program, en de Koningin deed daarbij ook blijken van haar hooge waardeering voor het streven van ons Verbond om de liefde voor de eigen taal en de eigen kunst op te wekken, hetgeen dezen avond tot uiting was gekomen door de uitstekende keuze van de voor te dragen stukken, en de voordragers.
De besturen der Haagsche Burger- en Jongeliedenafdeelingen hebben voorts op 31 Augustus deelgenomen aan de grootsche huldebetooging. De tweede secretaresse droeg een oranje vlag, waarop in groote witte letters was geborduurd Alg. Ned. Verb. We zijn daardoor niet onopgemerkt gebleven, want toen we voorbij het balkon van het paleis trokken, zagen we duidelijk dat H.M. de woorden ‘Algemeen Nederlandsch Verbond’ uitsprak.
Bij het voorbijtrekken langs de tribune op de Maliebaan marcheerde het A.N.V. met zijn vlag aan het hoofd van den stoet!
En dezelfde vlag hing op den grooten kunstavond, waar alle hooge overheden, ook alle gezanten aanwezig waren, terzijde van het podium.
Het A.N.V. was er bij de Jubileumfeesten in Den Haag!
* * *
De feestviering, zeiden wij, is boven verwachting geslaagd. Er waren er, die vreesden, dat de ongunst der tijden zou verhinderen, dat de blijdschap over het jubileum der Koningin zich zou uiten in vreugdebetoon. Daar waren er, die een vermindering duchtten van het gevoel van aanhankelijkheid of althans van de neiging, daarvan te doen blijken.
Wie den intocht der Koningin in Den Haag, de huldiging op het Malieveld op 31 Augustus, de kinderhulde op den dag daarna, de ritten door Amsterdam, waar tienduizenden waren samengestroomd, de begroeting door de ontelbare menigte aan den rand der heide, waar land- en zeemacht hunne hulde betuigden, heeft mogen bijwonen, wie getuige mocht zijn van de geestdrift, waarmede overal, waar de Koningin zich vertoonde, de schare haar toejubelde, wie denkt aan de geweldige som van gaarne gegeven, toegewijden arbeid, dien de toebereidselen tot de feestelijkheden vergden van duizenden, commissieleden, zangeressen en zangers, koorleiders, onderwijzers enz. enz., kan enkel maar de overtuiging bij zich dieper hebben voelen worden, dat de draagster der Nederlandsche kroon niet tevergeefs zich heeft gewijd aan de grootsche en verantwoordelijke taak, die haar is toebedeeld.
Het was een gelukkige gedachte om door tentoonstellingen de uitingen der Nederlandsche beschaving in dit laatste kwart eeuw in herinnering te brengen, en de eenige wanklank in dit koor werd gevormd door de allerdroevigste wijze, waarop de kunst van het tooneel van onze dagen werd verwaarloosd. Dat de gemeente Amsterdam aan Hare Majesteit Gysbrechtfragmenten aanbood, het was tot daaraantoe, al zou een opvoering van dit drama in zijn geheel zuiverder hulde zijn geweest, maar de niet geslaagde bruiloftsgrap, die dezen avond besloot, geeft van het vermogen onzer tooneelschrijfkunst een ergerlijk onbillijk beeld.
* * *
Een uitermate verheugenswaard verschijnsel is de groote belangstelling, die dit jubileum ook buiten de landsgrenzen en op de eerste plaats bij de stamverwanten heeft gevonden. De Vlaamsche bladen hebben zich de gelegenheid niet laten ontgaan om de vorstin te huldigen, die, zooals de Belgische minister van Koloniën getuigde, van hare persoonlijke belangstelling had doen blijken in het lot der Belgen, die in het uur der beproeving over de noordelijke grens werden gedreven.
De Standaard gaf een hoofdartikel over het regeeringsjubileum. Ook dit blad gewaagt van erkentelijkheid voor de behandeling der vreemde vluchtelingen, en wat van meer belang is, het gedenkt ‘de tijden, toen onze twee buurlanden, die zoozeer van elkaar afhankelijk zijn, het dichtst bij elkaar gingen staan’ en koestert ‘de stille hoop, dat nu de geruchten over onzalige drijverijen.... stilaan verstierven in het niet, weldra die dagen van weleer mogen terugkeeren, om met vereend overleg de groote vraagstukken te onderzoeken, waar ons beider belang zoo nauw mee is verbonden.’ Ook Het Laatste Nieuws getuigde eenige graden hartelijker in soortgelijken geest. Vlaanderen wil deze gelegenheid ‘dat onze noorderbroeders zich in het zelfbewustzijn eener vrije natie dichter scharen rondom haar, die voor het aanschijn der wereld het zinnebeeld, en de vertegenwoordigster van haar volk is..... aangrijpen, om getuigenis af te leggen, van (zijn) onwankelbare trouw aan de Nederlandsche beschaving, waarvan het noorden de hoeder en het zuiden de bakermat is.’ Het blad herinnert er aan, dat de Nederlandsche vorstin in meer dan een geval getoond heeft een juist begrip te hebben van de verheven waarde der Nederlandsche gedachte in de wereld.
Uit Zuid-Afrika zijn tal van stemmen zich komen voegen in het koor, in de N.R. Ct. vinden wij een versje van Totius:
As in die stam weer sappe kom,
dan dra die perske-top 'n blom,
en steek met blye kleure-lag
Verborge-een, in groot verband;
diep, hoog en wêreld-wijd geplant,
staan eenheidsboom van volk en taal:
F.W. Reitz en anderen getuigden ter zelfder plaatse, wat de Zuidafrikaansche pers in eigen land betoogde, n.l. dat het Nederlandsche volk met recht trotsch kan zijn op zijne Koningin.
Ook ambtelijk had Zuid-Afrika gelegenheid aan het jubileumsfeest deel te nemen. Dr. F.V. Engelenburg mocht als afgevaardigde van de regeering een huldigingsadres aanbieden, waarin o.a. wordt gezegd: ‘Zeker is er buiten het Koninkrijk der Nederlanden geen land ter wereld, waar het welzijn van Uwe Majesteit met grooter oprechtheid begeerd wordt, dan in Zuid-Afrika.’