Neerlandia. Jaargang 27
(1923)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdTaalcommissie.
| |
[pagina 116]
| |
stukje het best tot goed Nederlandsch maakt, kan voor een prijs in aanmerking komen. Hij (zij), die naar een prijs wenscht mede te dingen, moet het stukje duidelijk geschreven (desnoods getikt) vóór 1 September 1923 inzenden bij de T.C. (Helenastraat 46, 's-Gravenhage). Inzendingen, die de T.C. ontvangt nà de laatste post op 31 Augustus a.s., legt zij ter zijde. Elke inzending moet duidelijk met naam, voornamen en adres onderteekend zijn. Op het omslag moet ook vermeld staan: wedstrijd. | |
Toch zonderling, niet?Broek in Waterland heeft een kerk, die vele vreemdelingen, vooral Engelsch sprekenden, bezichtigen. Indien zij toegang tot de kerk wenschen, vermeldt een bord bij den ingang der kerk, tot wien de bezoekers zich moeten wenden. Tot voor korten tijd stond alles daarop in het Fransch vermeld, thans echter uitsluitend in het..... Nederlandsch. En het bezoek is er niet eens minder door! Hulde aan het kerkbestuur, dat dezen maatregel nam. Wie volgt? | |
Efficiency.Het Groepsbestuur vraagt nogmaals de aandacht voor dezen vreemdeling. Wie helpt aan een pakkend Nederlandsch woord voor het begrip, in efficiency uitgedrukt? Geen vertaling. Mededeelingen in te zenden bij de T.C., Helenastraat 46, 's-Gravenhage. | |
Enkele overpeinzingen.Voor zoo ver blijkt uit woordenboeken, betekent ‘beeld’ òf een voorwerp (dus met lengte, breedte en hoogte), dat een nauwkeurige gelijkenis vertoont met iets anders, òf die gelijkenis zelf (God schiep de mens naar zijn beeld). Het bezigen van het woord ‘beeld’ in andere betekenissen zou dus een misbruik zijn, meestal een Germanisme, met name: in de betekenis van ‘afbeelding’, ‘plaat’, ‘prent’; in de betekenis van ‘denkbeeld’; in de betekenis van ‘karakter, ‘type’, b.v. ‘stadsbeeld’ (type van een stad), ‘ziektebeeld’, type van ziekte, soort van ziekte, verschijnselen van een ziekte - het kan ook dikwijls worden vervangen door het woord ‘ziekte’ zonder meer. Verschillende samenstellingen met ‘-zijds’ zijn misschien gevormd naar het voorbeeld van ‘wederzijds’, waarmee zij een valse overeenkomst vertonen, want de ‘r’ behoort daar tot de stam van het eerste deel van het woord, terwijl in woorden als ‘enerzijds’, ‘Uwerzijds’ enz. de ‘r’ zonder reden is ingelast. Men zegt immers ‘Oude Zijds’ en niet: Ouderzijds Voorburgwal. Woorden als mijnerzijds, enerzijds, dezerzijds enz., die De Vries en Te Winkel niet op hun woordenlijst hebben geplaatst, ofschoon zij in hun tijd al gebezigd werden, kunnen gemakkelijk worden vervangen door: van mijn zijde, aan de ene kant, aan of van deze zijde, enz. Hoe onnatuurlijk en vals-deftig zij zijn, blijkt uit het feit, dat niemand over zijn lippen zou kunnen krijgen een woord als ‘jouwerzijds’, terwijl ‘van jouw kant’ heel natuurlijk aandoet.
Van Gelderen geeft als vertaling van ‘etwas fühlt sich rauh an’: iets is ruw op het gevoel. Zinnen als: ‘er fühlt diese Frage richtig an’ zouden kunnen worden vertaald door: ‘hij heeft een juiste kijk op dit vraagstuk’.
‘Anfühlen’ betekent feitelijk: ‘betasten’, ‘door betasten een gewaarwording ondervinden’. ‘Wie er das Leben anfühlt’ zou dus gelijk staan met: ‘wat hij in het loven gevoelt’.
Van Gelderen doet uitkomen, dat ‘Auf allen Gebieten’ in het Nederlands is: ‘op elk gebied’ en hij geeft als synoniem om in het meervoud te gebruiken: ‘terreinen’, ‘domeinen’. In de letterlijke betekenis van het woord is ‘streken’ misschien het beste synoniem. In elk geval is ‘gebied’ in het Nederlands m.i. een subjectief woord, dat het denkbeeld uitdrukt van iemand, die gebiedt, gezag uitoefent. Zoo kan men dus figuurlijk spreken van ‘het gebied der schilderkunst’ (de schilderkunst wordt verpersoonlijkt als een gebiedster) en letterlijk van ‘het grondgebied van een staat’, maar niet van een ‘kleigebied’ of ‘veengebied’ of ‘mijngebied’.
Van Gelderen geeft als vertaling van ‘Pädagogik’: pedagogie (zonder ‘k’ - Grieks: paidagogia). Het mooiste woord lijkt mij: opvoedkunde.Ga naar voetnoot5)
‘Eigen’ doelt, dunkt mij, op een persoon, die een zaak beschouwt als in 't bizonder aan hem behoorende. Die persoon wordt aangeduid door b.v.: Eigen haard is goud waard’, d.w.z.: voor ieder, die zijn eigen haard heeft, is deze goud waard. Maar als men het voornaamwoord vervangt door een bepalend lidwoord, gaat men verder: dit is geen ellips, maar een gewilde inlassing, waarmee men iets toe wil voegen aan het denkbeeld. B.v.: ‘de behoefte, die men gevoelt om te spreken in zijn eigen taal’ wordt: ‘..... in de eigen taal’. Wat men hier wil toevoegen is een soort vage algemeenheid; men wil misschien zeggen, dat niet alleen de spreker de bedoelde taal beschouwt als zijn eigen taal, maar ook zijn hoorders, of: niet alleen de spreker, maar zijn geheele volk, of misschien weet men zelf niet juist, wat men bedoelt, maar in elk geval komt juist het algemeene van de toevoeging in botsing met de beteekenis van ‘eigen’. Wil men laten uitkomen, dat meer personen, meer groepen de taal beschouwen als hun eigen taal, dan moet men die personen, die groepen noemen. Mag een onbepaalde wijs bevoeglijk worden gebruikt zonder verbuiging? Als ik mag zeggen: te onthouden gironummers (uit ‘Neerlandia’), mag ik ook zeggen: te doen stappen, de te doen stappen.Ga naar voetnoot6) Is een zin als: De N.O.T. verleent tussenkomst voor langs door de geassocieerde mogendheden gecontroleerde telegraaflijnen verzonden telegrammen, behalve leelijk, ook fout? In ‘de bedoelde tuin’ is ‘bedoeld’ een verleden deelwoord, bijvoeglijk gebruikt. Het heeft niets meer van een werkwoord. Is het in ‘de door mij bedoelde tuin’ ook een bijvoeglijk naamwoord? Hoe komt het dan aan een onderwerp in de lijdende vorm (‘ik bedoel’)? - Of is het een werkwoord? Maar waartoe staat het dan op een plaats, waar nooit een werkwoord staat, tussen een zelfstandig naamwoord en het lidwoord, dat dit bepaalt? Waartoe zegt men niet: ‘de tuin, door mij bedoeld’ (hier is ‘bedoeld’ een vorm van een werkwoord op de plaats van een werkwoord) of beter: de tuin, die ik bedoel.Ga naar voetnoot7) ‘Om’ is o.a. omver, onderste boven, niet: ‘anders’. ‘Omkleden’ moet zijn ‘verkleden’, omrekenen: herleiden, omzetten (van een kruk): overzetten, enz.Ga naar voetnoot1, 2, 3, 4 en 8)
Kaapstad. G. * * * |
|