Van de Afdeelingen.
Amsterdam.
Den 29sten Juni gaf deze Afdeeling een welgeslaagden Zuidafrikaanschen avond. De groote zaal van het American Hotel was geheel bezet. Prof. Dr. R. Casimir hield op zijne bekende, aangename en boeiende wijze, een zeer belangrijke lezing over de indrukken van zijn Zuidafrikaansche reis. Hij schetste niet alleen de bevolking in hare zeden en gewoonten, doch legde getuigenis af van den steeds toenemenden zin voor kunst op schier ieder gebied. Hij gaf den toehoorders een helderen blik in al de grootheid van Volk en Land, in de belangrijkheid voor Nederland van dit krachtige gedeelte van den Nederlandschen Stam. Ook omtrent handel, landbouw en nijverheid waren de mededeelingen van Prof. Casimir uiterst belangwekkend. Er is een nationaal besef ontwaakt, dat Zuid-Afrika doet uitgroeien tot een natie, die nog slechts aan het begin van haar ontwikkeling staat en waarvoor nog een groote toekomst is weggelegd. Luide werd spreker toegejuicht.
Mej. M. de Hoog vergastte de toehoorders op Zuidafrikaansche liederen, terwijl Mr. De Hoog haar op het klavier begeleidde. Beiden verwierven luiden en welverdienden bijval.
De Heer F.E.J. Malherbe, een hier studeerend Afrikaner, droeg niet minder bij tot het welslagen van den avond. Hij vertolkte met veel gevoel luimige en ernstige gedichten van Leipoldt, Celliers, Langenhoven en Keet, na vooraf eene toelichting te hebben gegeven. Ook hij oogstte warmen dank en luide toejuichingen.
Alle medewerkenden hebben den wensch levendig doen worden, dat dergelijke avonden meer zullen worden gegeven.