Zuid-Afrika.
Afd. Kaapstad.
Aan het belangrijk verslag over 1922 is het volgende ontleend:
Het bestuur bestond in het begin des jaars met Oud-President Senator F.W. Reitz, als ere-voorzitter, uit Mevr. Loopuyt, Mnr. Adv. Wessel Roux, L.V., Mevr. Luyt, Dr. M.F. Stolk, Dr. W. Blommaert (Stellenbosch), Mnr. J. Steinmeyer en Mnr. J.L. Schoeler. Voor de aan het einde van 1921 afgetreden Penningmeester, Mnr. G. van Heerde, werd alsnog geen vaste opvolger gevonden en Mnr. Van Heerde gaf er de voorkeur aan de zaken te blijven beheren, totdat een vaste benoeming kon plaats vinden.
Aan 't einde van Februarie, toen het bestuur zijn eerste vergadering hield, werd de afgetreden Penningmeester, Mnr. G. van Heerde, als aandenken een vijftal omlijste etsen van Kaapstad, van de hand van Mnr. Tinus de Jongh, aangeboden. Op 27 Februarie vond er in het ‘Koffiehuis’ een inderdaad goed geslaagde ontvangst plaats om de nieuwe Konsul, Dr. F.H.E. Groenman en zijn gade welkom te heten en tevens hulde te brengen aan Dr. Heyning, Direkteur van de Holl. Z.A. Stoomvaart Maatschappij, die van Europa was overgekomen, aan Mnr. W.H.E. Nieuwenhuys, hoofdagent van de maatschappij en de gezagvoerder en officieren van het nieuwe schip ‘Springfontein’. In Maart hield architekt Schuurmans-Steckhoven zijn belangwekkende voordracht, met lichtbeelden, ‘Een Praatje over praktiese Woningbouw’. Ook zocht in die maand een aantal kinderen een grote verzameling postzegels voor de Vlaamse Taalbeweging uit, die Mevr. Loopuyt verzond.
Op 5 April werd de grote bazar ten bate van 't Volkshospitaal gehouden, waarbij onze dames zich dapper kweten. Melding dient gemaakt te worden van de viering van Van-Riebeekdag op 6 April, waarbij o.a. de HEd. Heren Ministers Malan en Mentz het woord voerden en vele hoge overheidspersonen aanwezig waren, alsook vertegenwoordigers van andere genootschappen. Mevr. Loopuyt las het gedeelte uit het Dagboek van Van Riebeek voor, waarop deze herdenkdag berust, terwijl Ds. J.P. van Heerden, Eerste Predikant te Kaapstad, onder stille aandacht van een grote verzamelde volksmenigte, plechtig het Gebed van Van Riebeek voorlas. ZHEd. Minister Malan sprak wederom de wens uit, dat het Verbond zou doorgaan deze plechtigheid elk jaar te herhalen. Met biezondere lof moet er melding gemaakt worden van de indrukwekkende rede, gehouden op 28 April, door Ds. Retief over ‘Godsdienst en Muziek’, ingeleid door Dr. W.J. Viljoen. Mevr. Van Loo zong die avond wonderschone liederen. De uitstekend geslaagde piekniek op Julianadag voor ouders en kinderen te Muizenberg gehouden, dient, met een woord van dankbaarheid aan de medewerkende dames genoemd te worden. Op 6 Mei hadden wij de gedenkwaardige lezing van Prof. P. Serton, ‘De Strijd tegen 't Water in Holland’. Deze avond werd tevens opgeluisterd door liederen gezongen door jongedames onder leiding van Mevr. J. Luyt en een pianouitvoering door Mej. Faure. In de rondzendbrief van Junie werd aangekondigd, dat de regeling van de Verbondsavond in die maand was overgelaten aan jongere leden en aan Mejuffr. E. Luyt komt een woord van dank toe voor het verrassend sukses van die gelegenheid.
Voor de komst van Prof. R. Casimir in Augustus werd onder het beschermheerschap van ZHEd. Minister Patrick Duncan, en het ere-voorzitterschap van Dr. W.J. Viljoen, met Mevrouw Loopuyt als voorzitster, een kommissie samengesteld, waarvan onze konsul, Dr. Groenman, een biezonder ijverig en welwillend lid was, terwijl ondergetekende als algemeen sekretaris optrad.
De A.N.V.-prijs voor de Kaapstadse Eisteddfod werd dit jaar, wegens onvoldoende deelneming in 't Nederlands en Afrikaans, niet toegekend.
Reeds in de maand Julie werd er in onze rondzendbrieven gewezen op het a.s. herdenkingsfeest van het vijfen-twintigjarig bestaan van het A.N.V. en er werd in die richting medewerking verzocht. Er werd een biezondere rondzendbrief verspreid, waarin vooral gewezen werd op het feit, dat het A.N.V. is een wereldvereniging, die zich ten doel stelt, buiten en boven alle staatkundige stromingen, de stambroeders van Afrika, Nederland, Vlaanderen, tot één macht saam te brengen. Om hulp en medewerking voor het tot stand brengen van een Groep Zuid-Afrika werd verzocht. Ik heb mij heel wat moeite gegeven om in deze richting de nodige steun te verkrijgen.
Langzaam aan komt er meer leven en b.v. van Potchefstroom mag men zeggen, dat een oude tak weer fris en groen is geworden.
Onvergetelik zal in de gedachte blijven de belangwekkende toespraak van Prof. Dr. Molengraaff over ‘Geologiese Kenmerken van Zuid-Afrika’, en verder de grote en zo uitnemend geslaagde ontvangst ter ere van Prof. en Mevr. Molengraaff en Prof. R. Casimir, welke avond inderdaad een der glanspunten van een merkwaardig jaar mag heten. Nu volgt de merkwaardige tijd van de lezingen van Prof. Casimir te Kaapstad, die het begin en de voorbereiding waren van zijn triomftocht door de Unie. Geboekstaafd moet worden het onafgebroken sukses, dat deze geleerde, de gast van het A.N.V., overal heeft gehad. Vermelding verdient ook de ontvangst aangeboden door 't Verbond in dezelfde maand aan Oud-Minister en Mevr. H.A. van Ysselsteyn, bijgewoond door de hoogste Provinciale en Gemeentelijke overheidspersonen.
De verjaardag van H.M. Koningin Wilhelmina der Nederlanden werd op de geestdriftigste wijze gevierd door kinderen vergezeld van hun ouders. De verversingen en geschenken waren overvloedig. Een hartelik woord van dank komt toe aan de milde gevers.
Hoogst belangrijk ook was in September de voordracht van Mnr. G.A. van Oordt, over de geologiese vorming van het Kaapse Schiereiland, met zeer zeldzame lichtbeelden. Er werd een dameskommissie gevormd, met Mej. E. Luyt als sekretaresse, om voorbereidingen te maken voor het komende St. Nikolaas-feest. Ook deze grote onderneming slaagde uitstekend. Een woord van dank komt hier toe aan de vele milde gevers, bij deze en andere gelegenheden, onder wie vooral moeten genoemd worden onze geachte Burgemeester en Prof. Casimir, Mnr. Van der Sterr, Mnr. Bremer, Mnr. Bartels, vele Engelse en Hollandse handelshuizen en andere personen. Mevr. Loopuyt en hare onvermoeide helpsters hadden ook tans alle eer van hun werk. Het is trouwens moeilik, niet te zeggen onmogelik, in het biezonder de namen te noemen van de velen van wie wij 't gehele jaar door welwillendheid en vriendelike hulp mochten ondervinden. Dr. en Mevr. Groenman hebben ons steeds welwillend bijgestaan. President Reitz is als steeds onze getrouwe vriend en Dr. W.J. Viljoen gaf ons vele praktiese blijken van zijn belangstelling, terwijl o.a. Mnr. H.A.v. Hoogstraten, privaat-sekretaris van de Administrateur, een welwillend aandeel nam in al onze verrichtingen. De heren Pierre de Beer en Jan Luyt, en Mevr. J. Luyt, Mevr. Van Loo en vele anderen hebben ons steeds, waar zij konden, geholpen. Ten slotte vereist nog vermelding de aankomst van Mnr. L. Penning, de Nederlandse schrijver van boeken over Zuid-Afrika, die, alhoewel hij hier aankwam in de tijd van eksamens en vakanties, toch een belangstellend gehoor vond van leden en vrienden van ons Verbond, toen hij sprak over het ‘Vijfentwintigjarig Jubi-