Neerlandia. Jaargang 27
(1923)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVlaanderen.‘Le beffroi de Flandre.’‘Revue régionaliste mensuelle de la Flandre française.’ ‘Hoe nu?’, zullen de getrouwe lezers van Neerlandia vragen, ‘een Fransch maandblad, dat nog wel de vermetelheid heeft, te spreken van “la Flandre française”, vindt een plaats voor bespreking in òns blad?’ Ja, lezers, en niet alleen wil ik een bespreking van dit maandblad geven, maar ik wil er zelfs een warme aanbeveling bijvoegen! Want dit is maar niet zoo'n gewoon Fransch blad ter bevordering van ‘la culture latine’ in onze Dietsche gouwen, en met ‘la Flandre française’ bedoelt het niet te zeggen, dat Vlaanderen eigenlijk Fransch is, in plaats van goed-Nederlandsch, - neen, niets van dit alles, Le beffroi de Flandre beoogt integendeel bij de verst-verwijderde en meest-verwaarloosde bewoners van ons Nederlandsch taalgebied, bij de nog-altoos-Vlaamsch-klappende inwoners van dat gedeelte van het oude Vlaanderland, dat sinds langen tijd in Frankrijk ligt (gevolg van herhaalde veroveringen van het Zuiden uit), nieuw leven te wekken en hen | |
[pagina 35]
| |
bewust te doen zijn van hun eigen aard en om opnieuw liefde voor hun gewest en voor hun eigen geschiedenis bij hen wakker te roepen. Waarom dit tijdschrift dan niet in het Vlaamsch verschijnt? Wel, omdat het dan z'n doel zou missen! De bewoners van dit gedeelte van het ‘Westland’,Ga naar voetnoot1) zooals de West-Vlamingen zeggen, spreken wel hun Vlaamschen tongval, maar ze kunnen het algemeen beschaafd Nederlandsch niet lezen, - nòg niet lezen, is beter! - omdat ze er nooit toe in de gelegenheid waren. De goede wil is echter aanwezig, evenals hun samenhoorigheidsgevoel met hun broeders uit den staat België, en dit openbaart zich hierdoor, dat boven-rechts op den omslag van het blad gedrukt staat: ‘Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristus,’ de bekende kreet van de Vlaamsche jongens aan den Yzer, die dat op de kruiskens hunner gevallen makkers kerfden, - welke kruiskens dan werden omvergehaald door de legeroverheden, omdat er niets opstond van la Belgique; - en ook hierdoor, dat het blad over een vast vertegenwoordigermedewerker beschikt over de grens, te Veurne, n.l. den heer E. Gyselinck, die gaarne Nederlandsche bijdragen wil in ontvangst nemen. Het maandblad wordt uitgegeven te Duinkerke, onder de bekwame leiding van den heer G. van den Bussche (Royerstraat 5) en bevat steeds vele zéér lezenswaardige bijdragen. Ik kan niet nalaten, hier nog eens te herhalen, wat ‘De Poperinghenaar’, nieuwsblad voor Poperinghe en omstreken, van 17 September 1922, over deze zaak schreef: ‘Het oogenblik schijnt gekomen om te trachten het plan te verwezenlijken, door “Pro Westlandia” opgevat, om door middel van avondscholen, niet enkel in de steden: Duinkerke, St. Winoxbergen, Hondschoote, Hazebroeck, Rijssel enz., maar ook, langs geheel de grens, als een begin, in elk dorp, door het toedoen van rechtover wonende Vlaamsche leerkrachten, het Nederlandsch daar weer aan te leeren! Want dit is ook wel kenschetsend, dat dit nieuwe tijdblad niet zoozeer de oeconomische decentralisatie beoogt, maar vooral of uitsluitend werkt voor het geestelijk en verstandelijk lot van de zoo verwaarloosde Vlamingen in Frankrijk! En dat juist is nieuw en is in de hoogste mate verheugend! Op zijn voorblad immers staat te lezen: “La décentralisation administrative, sociale, littéraire et artistique”;.... wij onderstreepten: littéraire!’ Tot slot wil ik vermelden, dat men tegenwoordig in onze universiteitsbibliotheken ‘Le beffroi’ onder de tijdschriftenverzameling kan aantreffen. Leest het blad eens, en - schrijft er eens in. Groningen, Februari 1923. Mr. H.P. SCHAAP.
Met instemming plaatsen wij deze bijdrage van Mr. Schaap, die als student reeds zoo groote belangstelling toonde in de Grootnederlandsche beweging en deze, nu hij de burgermaatschappij is binnengetreden, zeker zal voortzetten, getuige zijn aandachtvestiging op het Fransch-Vlaamsche maandschrift, waarvan ook wij met ingenomenheid kennis namen, omdat het den Franschen en Franschgezinden in hùn taal juister begrip kan bijbrengen omtrent de Vlaamsche beweging. Om slechts één voorbeeld te noemen: In het jongste Oct.-nr. komt een artikel voor over ‘La Presse Flamande en Belgique’, dat na een heldere uiteenzetting van de Vlaamsche stroomingen, een uitgebreide lijst geeft van de Vlaamsche bladen en tijdschriften, die in België verschijnen, welke op zich zelf reeds een welsprekend getuigenis aflegt van het Vlaamsche leven en de getalsterkte der bevolking van Vlaamsch België. De torenwachter in Duinkerke, die terecht verklaart, dat de Vlaamsche Beweging ‘n'a rien d'anti-français et que la lutte est dirigée non contre 1e français mais contre la francisation de la Flandre’ verdient als voorpost onze blijvende aandacht. Red. |
|