Punt VI. Rondvraag.
1. De Voorzitter geeft in overweging een adres te richten aan den Minister van Onderwijs, om te bevorderen, dat aan de Letterkunde als studievak aandacht worde gewijd op alle inrichtingen van M.O., waaronder voortaan ook de gymnasia vallen.
De heer Van Weel raadt in dezen samenwerking aan met de Vereeniging van Academisch gevormde leeraren.
De vergadering vereenigt zich met beide denkbeelden.
2. De Voorzitter stelt voor 24 Februari een samenkomst te beleggen van het Dag. Bestuur met de afgevaardigden van Groep Nederland in het Hoofdbestuur om art. 50 (voeling houden) in toepassing te brengen, en aldus betere samenwerking en overleg te verkrijgen.
Aangenomen.
3. De Voorzitter stelt voor er bij het Hoofdbestuur op aan te dringen van het Mei-nr. van Neerlandia een propagandanummer te maken.
Aangenomen.
4. De heer Van Weel zegt, dat de Taalcommissie meent, dat Groep Nederland indertijd tegen het reglement zondigde, toen zij de T.C. instelde op grond van wat het A.N.V. wil. Zij behoort eigenlijk onder het Hoofdbestuur.
Besloten wordt hierover den Groepsraad uitspraak te laten doen.
5. De secretaris zou gaarne zien, dat een commissie worde opgedragen een lijst samen te stellen van Nederlandsche muziekwerken en die te zenden aan alle muzieken zangvereenigingen, met verzoek te bevorderen dat voortaan ook de Nederlandsche toonkunst een plaats inneme op de programma's, die thans nog maar al te vaak uitsluitend buitenlandsche werken bevatten.
Aangenomen.