Taalcommissie.
Onder eigen verantwoordelijkheid.
Adres: Helenastraat 46, 's-Gravenhage.
Verslag over 1922.
Bij de vaststelling van de eindrekening over 1922 vindt de T.C. den uitslag van haar bedrijf nogal bemoedigend, zoodat ze den nieuwen jaarkring hoopvol aanvangt.
In de samenstelling der T.C. kwam dit jaar geen verandering; ten huize van den Voorzitter, Dr. M.A. van Weel, kwam ze op de vastgestelde tijden samen, behalve in de maand October, toen de naderende Groepsdag te 's-Gravenhage den vrijen tijd der leden nogal eens in beslag nam.
Haar Voorzitter viel de onderscheiding ten deel, dat hij aanzoeken kreeg, om zoowel, in het Nationale als in het Plaatselijke Gedenkboek van 's-Gravenhage, die bij de herdenking van H.M. 25-jarige regeering zullen verschijnen, een artikel te schrijven.
Talrijk waren de mededeelingen, welke de T.C. in zake geweldpleging aan onze taal ontving; talrijk ook vragen om inlichtingen en hulp. Hier meent de T.C. nog eens te moeten herhalen, dat zij niet, zooals vele leden schijnen te denken, almachtig is. Alle leden kan zij alleen in Neerlandia bereiken. De leden zelf kunnen in hun woonplaatsen èn door hun voorbeeld èn door bezoeken èn door gesprekken meer gedaan krijgen dan de T.C. op papier. Vriendelijk noodigt de T.C. er de leden van het A.N.V. toe uit in dien geest zelf werkzaam te zijn en dan desnoods den uitslag hunner bemoeiingen aan de T.C. mede te deelen.
Hoe langer hoe meer wijden tijdschriften, dagbladen enz. aandacht aan het werk der T.C. Toch betreurt de T.C. het dat er ook nog vele onder deze zijn, die zich zoo weinig beteren. Door hun veelal overmatig gebruik van vreemde woorden wordt hun stijl vaak een mengelmoes van Nederlandschen, Franschen en Hoogduitschen stijl. De T.C. wil dit desnoods verontschuldigen in haastig opgestelde berichten, maar kan dit niet in b.v. hoofdartikelen, waarvoor de schrijver tijd genoeg heeft, om te overwegen niet alleen, wat hij schrijft, maar ook en vooral hoe hij dit doet. Ook de aankondigingen zouden vaak, zoowel in dagblad als in tijdschrift door vernederlandsching in waarde voor ons volksbewustzijn stijgen.
Regeeringslichamen, zoowel van Rijk als van Gemeenten, worden langzamerhand toegankelijk voor ons streven. Toch hebben b.v. Tante-Betjestijl en Tante-Doortjestijl lang nog niet afgedaan, evenmin als vele, onnoodig gebezigde vreemde woorden, die den stijl van vele staatsstukken helpen verontnederlandschen.
De Woordenlijst werd herhaaldelijk, ook vaak naar het buitenland, verkocht. De T.C. beraamt plannen, om tot een kostelooze verspreiding er van te geraken.
Zeer aangenaam trof de T.C. de waardeering van haar werk in de aanvrage van een Nederlandsch geneesheer, om zijn bekroond antwoord op een prijsvraag met het oog op zuiver Nederlandsch te willen nagaan. Een woord van lof, ook voor de prettige samenwerking, meent de T.C. hier voor dezen ruim denkenden zoon van Aeskulapius te moeten inlasschen.
Spoedig hoopt de T.C., nu de Ministeriën den nieuwen vorm hebben gekregen, de gelegenheid te vinden, om gedaan te krijgen, wat zij zich in zake opschriften op winkels enz. reeds in 1922 had voorgesteld.
DE TAALCOMMISSIE.
Nadat de T.C. het bovenstaand verslag had opgemaakt, werd haar aandacht gevestigd op een bijdrage van Mr. J.A.N. Patijn in het Nieuwjaarsnummer van Eigen Haard, waarin de burgemeester der Hofstad wijst op de bedenkelijke klove, die gaapt tusschen de Nederlandsche taalkunst en de Overheid! Hulde aan Mr. Patijn en vinde zijn ernstig en gemoedelijk woord ingang bij alle weldenkende Nederlanders!