leden werden benoemd, en een afvaardiging van het hoofdbestuur (de heeren Mr. De Kanter, Mr. de Gaay Fortman en C. van Son) voor de eerste maal, sedert 1914, weer in voeling kwamen met een tak van groep Vlaanderen. Avondleergangen werden eveneens ingericht, dank zij de belanglooze medewerking van Dr. W. van Eeghem (Onze 17e eeuwsche letterkunde - Een cultuur-historisch overzicht) en Dr. Froidmont (Moderne Engelsche Letterkunde). Verder trad tak Brussel werkdadig op naar aanleiding van de zaak der Nederlandsche School, steunde het Woordenboekfonds van het Verbond van Vlaamsch Personeel der Openbare Besturen, alsook het werk ‘Kindergeluk’, te Brussel, enz.; ook werd, dank zij de van den tak uitgaande aanstichting, de eerste Lodewijk De Raet-hulde tot een goed einde gebracht.
Mede dank zij de opwekking van het bestuur van den tak, hervatte tak Lokeren zijn werkzaamheden. Antwerpen blijkt nu spoedig te zullen volgen. De secretaris mocht dan ook zijn verslag besluiten met de vaststelling, dat tak Brussel van het A.N.V., een jaar geleden door velen nog onleefbaar geacht, thans een flinke plaats heeft weten in te nemen in het Hollandsche en Vlaamsche vereenigingsleven van Brussel en omstreken en voor allen het lichaam is geworden dat, in de Belgische hoofdstad, buiten allen partijgeest om, de Nederlandsche taal en cultuurbelangen het best weet te behartigen en te verdedigen.
Het verslag werd, evenals dat van den penningmeester, Dr. W. van Eeghem, door de vergadering ongewijzigd en onder luide toejuiching aangenomen. De balans sluit ditmaal met een tekort van fr. 376,66; de reserves zijn, vooral door de hooge invoerrechten voor de rolprent Nederland betaald, zoo goed als geheel verdwenen, zoodat in de naaste toekomst voor het bijeenbrengen van een nieuw reservefonds dient gezorgd.
Drie bestuursleden werden vervolgens aangesteld, namelijk de heeren J. Kesler en M.J. Liesenborghs, uittredende leden en M. Stijns, in vervanging van den heer J. van der Leest, verslaggever. Tevens werden vier leden voor het in Februari samen te stellen groepsbestuur aangewezen, namelijk de heeren Omer Wattez, J. Kesler, Mr. W. Thelen en M.J. Liesenborghs; Dr. W. van Eeghem is plaatsvervanger.
De vergadering besloot tot verhooging der minste bijdrage, welke van fr. 5 op fr. 10 zal worden gebracht.
Na een korte wisseling van gedachten over verscheidene voorstellen en punten van ondergeschikt belang ging de vergadering in de beste stemming uiteen.