te gaan over opvoedkundige onderwerpen.... Hier in Kaapstad hadden wij dan ook, behalve een voortdurend groot aantal studenten, mannelike en vrouwelike, bijna steeds hetzelfde flinke gezelschap van geestelik ontwikkelde mensen. En de ernst, de begerige inspanning, waarmede Casimir werd aangehoord, werkte bezielend op hem en hielp hem om een geestdrift en welsprekendheid te ontwikkelen, die een ontzettende kracht bijzette aan zijn schone woorden. Onder de steeds aanwezigen, met een groot aantal van zijn studenten, moet genoemd worden Prof. M.C. Botha, die veel werkelike hulp heeft verleend. De Nederlandse konsul en zijn echtgenoote, die Professor Casimir gastvrijheid bewezen, waren ook steeds onder zijn gehoor. Dr. Viljoen leidde verschillende bijeenkomsten en ook Oud-President F.W. Reitz was dikwerf tegenwoordig.
De Universiteit van Kaapstad, en met name de opvoedkundige, Professor F. Clarke, heeft onze gast met open armen ontvangen. Hij heeft met de Engelse en andere professoren ten maaltijd aangezeten...; de vereenigde onderwijzersverenigingen hebben, op uitnodiging van Prof. Clarke, Prof Casimir een feestavond bereid.... Doch een der belangwekkendste avonden was voor mij de bijeenkomst in het opleidingskollege, waarvoor Prof. C. afzonderlik van Stellenbosch overkwam. Door toedoen van de onvermoeibare Dr. Viljoen waren de kleurlingonderwijzers, mannen en vrouwen, van dit schiereiland bijeengekomen om de Nederlandse opvoedkundige te horen. Er waren een goede 150 kleurlingen bijeen, behalve een dertigtal belangstellende blanken. Wederom verrees de vraag: ‘Zouden ze hem kunnen volgen?’ Met geestdriftig gejuich werd de spreker begroet en van 't begin tot het einde hebben de donkere toehoorders aan zijn lippen gehangen. Zij lachten om kwinkslagen, klapten in de handen als een zinsnede biezonder op prijs werd gesteld... geen woord van de gehele voordracht, hoofdzakelik handelende over 't nut van handenarbeid in scholen en vakopleiding, misten zij.... en lezers.... drie hunner, hoofden van kleurlingenscholen, bedankten de spreker - één hunner in een vrij lange rede in zuiver Nederlands.
Allen waren opgetogen, de bezielende Superintendent-Generaal van Onderwijs niet het minst, en Casimir.... was klaarblijkelik bewogen en drukte de sprekers hartelik de hand. Kleurlingen zijn, zoals ge wellicht weet, de ‘half-zwarten’, personen van gemengd bloed, die hier een geheel eigenaardige, afgescheiden kaste vormen. De onderwijzers, waarvan ik tans schrijf, waren allen goed gekleed, zagen er scherpzinnig uit en gedroegen zich, als een vergadering, op de voorbeeldigste wijze.
Stellenbosch is als 't ware in handen van Casimir. Zijn sukses aldaar is volkomen. Na voor een groot publiek gesproken te hebben. wilde hij zich - ten huize van Prof. van Braun - ter ruste begeven, toen hij buiten geraas hoorde. Daar waren een paar honderd studenten met fakkels, kaarsen en elektriese toortsen, die een piano medegebracht hadden op een kleine rolwagen, en nu begonnen hem een prachtige serenade te brengen. Na enige liederen gezongen te hebben, eindigden zij met geestdriftige toejuiching en trokken toen in goede orde af.
Het grootste gehoor, 600 jongelieden, heeft hij - en steeds in ongedwongen Nederlands - te Paarl toegesproken. De Paarl is geestdriftig, heeft vier lezingen gehad en wil meer hebben. Stellenbosch is nog niet afgehandeld.... Nu komen Wellington, Worcester.... dan Kimberley, Potchefstroom, Pretoria, Bloemfontein, dan weer Pretoria, Johannesburg, Middelburg, Heidelberg en andere Transvaalse steden; er is mogelikheid van een vlugge reis naar Natal.... dan komen Port-Elizabeth, Cradock, Graaff-Reinet, Grahamstad, Lovedale (de grote inboorlingschool) en wellicht nog andere plaatsen aan de beurt.
Voorlopig heeft Zuid-Afrika Casimir geheel in beslag genomen. Hij reist door 't gehele land, de Unie van Zuid-Afrika, en spreekt tot duizenden, en.... duizenden zijn verblijd hem te horen spreken in zuiver Nederlands. Kunt ge de betekenis van dit feit beseffen? Casimir zei tot mij: ‘Ik geloof niet, dat 't Hollands element hier ooit ten onder zal gaan!’ ‘Ten onder gaan?’ zei ik. ‘Leven zal het, hoog opvlammen moet het, en daarom ben ik dankbaar, dat U gekomen bent, want U helpt ons in ontzaglike mate.’
Genoeg voor heden. Ik moet U vertellen van de verjaardag van H.M. Koningin Wilhelmina. Van het tuinfeest van Mr. en Mevr. Groenman, en de aanwezigheid van Prof. Casimir. Van het feest van de Hollandse kring en van het grote kinderfeest, van het alles beheersende A.N.V. met de vele blijde kinderen, die geschenken ontvingen en liederen zongen. Ja, ik heb u nog zeer veel te vertellen van Nederland in Zuid-Afrika en daarvoor ben ik zeer dankbaar.
JOHANNES.
Johannes schreef ons nog d.d. 29 Sept. '22:
Het Algemeen Nederl. Verb. Afdeling Kaapstad en Omstreken, voert tans ook ‘de drie barken’ in zijn wapenschild. Het is een mooi ontwerp, dat kranig uitkomt op onze laatste omzendbrieven, waarvan ik U enige eksemplaren zend. De inhoud daarvan toont U tevens, dat wij hier zeer bedrijvig blijven.
Prof R. Casimir blijft een volslagen sukses. In Stellenbosch hebben zijn vereerders hem schone geschenken aangeboden. In Kimberley was de burgemeester aan 't hoofd van een afvaardiging, die hem aan 't station verwelkomde en bleef het gemeentelike motorrijtuig tot zijn beschikking. Dikwels vielen hem werkelik roerende kleine beleefdheden ten deel, de hartelikheid, die hem getoond wordt kent geen palen. Potchefstroom is in een staat van geestdriftige opgetogenheid geweest. Hij is nu enige dagen te Pretoria, doch zal eerst naar Bloemfontein gaan, om na een week te Pretoria terug te komen. De insluiting van Natal in het reisplan is nu een voldongen feit.
Z. Eksellentie Minister en Mevr. H.A. van IJsselsteyn worden a.s. Maandag (2 Oktober) hier verwacht met de Armadale Castle. Deze geëerde bezoekers zullen de gasten zijn van onze konsul en Mevr. Groenman. Dinsdagavond zal er ten huize ‘Waterhof’ een ontvangst plaats vinden voor genodigden, terwijl a.s. Woensdagavond het Verbond op schitterende wijze de gasten aan onze Hollandssprekende gemeenschap hoopt voort te zetten.