Eendrag maak mag.
Mijnheer de Redakteur,
De bladzijden van ‘Neerlandia’ door U gewijd aan ‘Afscheiding’ bieden voor uw over de gehele wereld verspreide leden geen aangename of verheffende leesstof aan. Waar ik aan het hoofd van de ondertekenaren van de uiteenzettingen der studenten de naam zie van onze vriend Philip Botha, is dit mij zonder verdere overweging een bewijs, dat de remonstranten ernstige redenen moeten hebben voor hun houding, want ‘Flippie’ is steeds een ijverige en getrouwe werker geweest voor het Verbond, Dat er nu een scheuring in Nederland zou plaats vinden, nu wij in Zuid-Afrika zo goed vooruit gaan, is zeer te betreuren, en dat mag niet zo zijn. ‘Flippie, ou broer, moet tog die mense nog 'n kans gee, jong; jij is mos 'n vriend van vrede en eensgesindheid en julle mag nou nie die ou magwoord “Eendrag maak mag” vergeet nie. As jij die vrede wil herstel, kan jij dit doen en jou vriende in Suid-Afrika sal baie hoogmoedig op jou wees as ons lees, dat jij dit gedoen het.’
‘Neerlandia’ verschijnt eens in de maand en is in vele huisgezinnen steeds welkom. Maar wij stellen geen belang in de twisten, die wel het allerminst thuis behoren in een ‘Algemeen Verbond’.
Hoogachtend,
J.L. SCHOELER,
Sekretaris A.N.V.
Kaapstad en Omstreken.
Kaapstad, 24 Augustus 1922.
Wij behoeven wel niet uitvoerig te betoogen, dat we van harte instemmen met dezen goeden raad.
Red.