Neerlandia. Jaargang 26
(1922)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdNederland.De Algemeene Nederlandsche Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer. (A.N.V.V.).gevestigd te 's-Gravenhage, Hooge Nieuwstraat 30.
Over deze vereeniging schrijft men ons het onderstaande, waaraan wij gaarne plaats verleenen:
Een ieder weet, wat eene Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer is, welk doel zij nastreeft en meestal ook welke middelen zij aanwendt om dat doel te bereiken. Dat er echter in Nederland eene algemeene instelling voor de bevordering van het Vreemdelingenverkeer bestaat, is waarschijnlijk nog niet genoeg bekend, evenals de wijze waarop ze werkt. De Algemeene Nederlandsche Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer bepaalt zich niet alleen tot de werkzaamheden eener plaatselijke Vereeniging, die grootendeels bestaan in het geven van inlichtingen aan hen, die zich reeds in Nederland bevinden, doch houdt zich voornamelijk bezig met het maken van propaganda in het buitenland. Zij tracht in alle landen van Europa, in Noord- en Zuid-Amerika, Australië, Nederl.-Indië, Japan, Zuid-Afrika, enz. enz. op doeltreffende wijze de bezienswaardigheden van Nederland bekend te maken, | |
[pagina 115]
| |
terwijl zij tevens tracht de vreemdelingen op te wekken om ons vaderland te bezoeken. Dat het propaganda-maken in het buitenland eene groote voorbereiding vereischt, schijnt veelal niet tot het publiek door te dringen, want dikwijls wordt ons de vraag gesteld: ‘Als er geen vreemdelingen meer in het land zijn, is er toch niets voor het kantoor te doen?’ Het zijn echter juist deze voorbereidende werkzaamheden, welke moeilijker, meer omvattend en.... duurder zijn dan het inlichtingen verstrekken. Wat toch is het geval? De gegevens voor het verstrekken van allerlei inlichtingen zijn in den loop der tijden reeds verzameld en gerangschikt, al moeten zij jaarlijks voortdurend aangevuld en herzien worden, waartoe steeds de medewerking noodig is van de plaatselijke vereenigingen voor vreemdelingenverkeer. Inlichtingenkantoor der A.N.V.V., Hooge Nieuwstraat 30, 's-Gravenhage.
Het eigenlijke groote werk, de veelomvattende arbeid welke ons kantoor verricht is de uitgave en doelmatige verspreiding van de propaganda-middelen, welke naar het buitenland gezonden moeten worden. Wat is daartoe noodig? Wie zal ze samenstellen? Wie verluchten? De ervaring heeft geleerd, dat een der beste manieren van reclame maken is, het verspreiden van boekjes of gidsjes (in de meest gebruikelijke talen), waarin de voornaamste bezienswaardigheden van Nederland vermeld zijn. Om dit oogenschijnlijk niet moeilijke werk ten uitvoer te brengen, worden bij voorkeur vreemde schrijvers aangezocht, die eene meer dan oppervlakkige kennis van ons land bezitten. Van verschillende zijden moesten wij daarover reeds aanmerkingen hooren: ‘Waarom hiertoe niet een Hollander uitgenoodigd? Waarom moet een buitenlander met een dergelijk werk begunstigd worden? Wie kan zijn land beter beschrijven dan wij, die daar geboren en getogen zijn?’ Doch gesteld, dat een Hollander dezen arbeid op zich neemt, dan zou hij een boekje samenstellen, hetwelk daarna in de verschillende talen overgezet, waarschijnlijk wel de goedkeuring van de meeste Hollanders weg zou dragen. Zoude het echter ook tot de vreemdelingen spreken? Wij meenen hierop ontkennend te moeten antwoorden, want de verschillende samenstellers hebben van dezelfde onderwerpen iets geheel anders gemaakt. De Engelschen schreven er kort, eenvoudig over, met zoo nu en dan een tikje droge humor erbij; de Franschen, o.w. Henri Asselin, sierlijk, dichterlijk, bespiegelend; terwijl onze buren in het oosten, lange zinnen gebruikten, met geestdriftige uitingen en aanhalingen, welke een nuchter Hollander dikwijls overdreven in de ooren klinken. Kunt U zich voorstellen, dat wij ons land met ‘Das Paradies’ zouden vergelijken, of dat eene uitdrukking als ‘Das paradiesische Holland’ indruk zou maken op een Engelschman? Wij moeten ons dus wel tot de vreemdelingen wenden voor dergelijk werk, willen wij het reislustig publiek naar ons land trekken. Zoodra het boekje persklaar is, moet het van foto's voorzien, het omslagje geteekend worden. Foto's en clichés bezit ons kantoor in grooten getale. Zooveel mogelijk trachten wij elk boekje, elke met tekst bedrukte kaart, ook de herdrukken, van nieuwe, verschillende, andere foto's te voorzien. De laatste herdruk van ons vlugschrift ‘How to see Holland’ b.v. (reeds de 6e druk is onlangs verschenen) verschilt in uiterlijk zeer veel van den eersten. Voor het ontwerpen van het omslag trachten wij steeds een nieuw onderwerp te vinden; velen van onze Hollandsche teekenaars hebben daaraan hunne beste krachten beproefd. Wij konden echter lang niet alle schetsen en teekeningen gebruiken, òf ze waren te ouderwetsch òf te nieuwerwetsch, maar al waren zij als kunst geslaagd, wij moeten ook hierin rekening houden met den smaak van het groote publiek in den vreemde. Om U een klein denkbeeld te geven van de werkzaamheid van ons kantoor, laten wij hieronder de namen | |
[pagina 116]
| |
der voornaamste werkjes volgen, welke de A.N.V.V. uitgaf. In het Engelsch verschenen o.a.: How to see Holland - Come to Holland-Holland (M. de la Prise) - Yachting in Holland. - North-Holland - Holland Express - Modern Holland. In het Fransch: Visitez la Hollande - Comment visiter la Hollande - La Hollande (Henry Asselin). - La Hollande dans 1e Monde (Henry Asselin, bekroond door de Académie française). - Yachting en Hollande. In het Duitsch: Auf nach Holland - Wie man in Holland reist - Holland Express. In het Zweedsch: Hur man skall bese Holland en ‘Det maleriska Holland’ (Ernst Klein). In het Deensch: Veiledning for Reiser i Holland en ‘Holland’ (Asmus Diemer). In het Portugeesch: A Holanda en ‘Como visitar a Holanda’. In het Spaansch: Como hay que visitar a Holanda en La Holanda contemporanea. Bovendien verscheen nog een kaart van Nederland in 3 talen, een vouwkaart van de Noordzeebadplaatsen, een spoor- en tramwegkaart, eene kaart van de Noordzeekust en het werk van Jan Feith, getiteld ‘Nederland in het Heden’. Verder liet de A.N.V.V. een reclameplaat vervaardien, welke verzonden wordt naar de Nederlandsche consulaten in Europa en Amerika, reisbureaux, Kamers van Koophandel, Nederlandsche Banken en bekende hotels in het buitenland. Dat deze plaat in den smaak valt van het publiek, blijkt uit de vele aanvragen om toezending óók van particulieren, onderwijzers, bibliothecarissen enz. in den vreemde, die bij ons binnenkomen, Op het oogenblik is een album in bewerking, waarin waterverfteekeningen uit alle deelen van ons land opgenomen worden, met begeleidenden tekst, terwijl de A.N.V.V. voorts doende is eene verzameling van foto's aan te leggen, ten gebruike door de verschillende gezantschappen en consulaten. Aanhoudend moet onze Vereeniging nieuwe wijzen van propagandamaken bestudeeren, want de boekjes en geschriften komen voornamelijk in handen van hen, die meestal reeds het voornemen hebben ons land te bezoeken, doch wij moeten steeds trachten op andere manieren, telkens weer, door aankondigingen en artikelen in buitenlandsche bladen de belangstelling van vreemdelingen voor Nederland gaande te houden. Zoo heeft de A.N.V.V.o.m. een reisplan ontworpen voor Engelsche dagbladschrijvers, welke dan ook ons land in het voorjaar bezocht hebben en grootendeels door den directeur of den secretaris onzer Vereeniging rondgeleid werden, eene wijze van reclame, welke, naar onze meening, de meest doeltreffende is. Vele zijn dan ook de courantenartikelen, welke deze Britten over hunne reis geschreven hebben. In 1920 heeft de A.N.V.V. iets dergelijks gedaan, zij heeft n.l. den heer Asmus Diemer, redacteur van ‘Berlingske Tidende’, het leidende dagblad voor Denemarken, uitgenoodigd een bezoek te brengen aan Nederland. Als gevolg daarvan verscheen een zevental reisbrieven in ‘B.T.’ en een reisbrief in ‘Afton-bladet’ te Christiania, terwijl hij tevens in het bijzonder voor de Denen, een geschrift samenstelde, dat wij uitgaven. In hetzelfde jaar was Ernst Klein, een zeer bekend Zweedsch dagbladschrijver, indertijd opsteller van ‘Aftontidningen’ te Stockholm, de gast van onze Vereeniging. Zijne indrukken over ons land gaf hij weer in een reeks van reisbrieven, welke in ‘Aftontidningen’, ‘Svenska Dagbladet’ en tal van andere dagbladen verschenen. Door onze bemiddeling verschenen in vele buitenlandsche tijdschriften artikelen over Nederland, b.v. in de ‘Revue Mondiale’, ‘Times’, ‘Graphic’, ‘American Review’, Illustr. Zeitung’, e.a. Om den vreemdeling eenig denkbeeld te geven van wat het reizen in ons land hem zal kosten, stelden wij listen samen met vermelding der prijzen in verschillende hotels, welke listen wij in al ons propaganda-materiaal insluiten, terwijl voor de Nederlanders een hotelzakadresboek uitgegeven wordt. In samenwerking met ‘Nederland in den Vreemde’, werd de rolprent over Nederland en Koloniën vervaardigd. Het zou te ver voeren, indien wij alle manieren van propaganda maken, door ons bureau beproefd, wilden bespreken. Slechts zij nog aangestipt, dat de directeur, gedurende een dienstreis door Zwitserland, vele belangrijke betrekkingen heeft aangeknoopt, die ons op nieuwe wijzen van reclamemaken gewezen hebben. Men wil daar onze propaganda ten behoeve van de vele vreemdelingen in Zwitserland te allen tijde steunen. Uit het bovenstaande zal de lezer van ‘Neerlandia’ begrepen hebben, dat, ook al zijn het doel en het werk van onze Vereeniging en van het Algemeen Nederlandsch Verbond, niet dezelfde, zij toch aan elkaar verwant zijn.Ga naar voetnoot1) Wij vertrouwen dan ook, dat het Algem. Nederl. Verbond niet zal nalaten medewerking te verleenen aan onzen arbeid en zijn leden in het buitenland zal aansporen, ons werk te steunen. Dezen kunnen dit o.a. doen, door het verzoek tot ons te richten om kostelooze verstrekking van propagandamiddelen ter verspreiding onder hen, van wie verwacht mag worden, dat zij te eeniger tijd ons land zullen bezoeken. Aan dergelijke verzoeken voldoen wij steeds gaarne, zonder kosten voor den aanvrager. Zij kunnen ons verder inlichten over de beste wijze, waarop wij deze aanstaande bezoekers van Nederland kunnen bereiken, over de doeltreffendste manier om de aandacht te vestigen op Nederland, in het land waar zij vertoeven, zij kunnen zich tot vertegenwoordigers maken van onze belangen, dat is van de belangen van het land, welks onderdanen zij toch immers gaarne blijven. Mogen vele aanvragen in dien zin tot ons komen; van eene nauwere samenwerking tusschen onze Vereeniging en de Nederlanders in den Vreemde verwachten wij de beste gevolgen. |
|