Verbondsavonden der Afd. Kaapstad.
Aan een uitvoerig verslag in ‘Ons Land’ van 2 Mei verschenen, is het volgende ontleend:
De Verbondsavond van Vrijdag j.l. mag wederom gerekend worden als een groot sukses voor het bestuur van het Algemeen Nederlands Verbond. Reeds tegen acht uur was er een goed aantal dames en heren, Nederlanders en Afrikaners, aanwezig. In gezellige groepen stonden en zaten zij in aangenaam gesprek, totdat mev. Loopuyt de vergadering opende en het woord gaf aan dr. W.J. Viljoen, die door de aanwezigen met toejuiching werd verwelkomd.
Het was op zijn aanbeveling en op zijn verzoek dat ds. Retief erin toegestemd had voor 't Verbond een rede te houden over Godsdienst en Muziek. En als men zijn toestemming aan de ijverige en wakkere sekretaris van het Verbond, van wie men zeggen kan dat hij rondgaat als een briezende leeuw, (gelach) gegeven heeft, dan zorgt hij er ook wel voor dat de belofte tot uitvoering komt, en het was spreker derhalve aangenaam deze avond zijn vriend, ds. F.J. Retief, aan de leden van 't Verbond voor te stellen.
Ds. Retief is een van de edelste, meest zuiver denkende naturen, die spreker heeft leren kennen, en hij is tevens een goed en getrouw burger, die zonder ophouden werkt tot nut en tot heil van 't algemeen. ‘En in al zijn werken, in al zijn streven,’ zei spreker, ‘heeft ds. Retief een onbegrensd vertrouwen in de macht, in de roeping, in de bezieling van de muziek.’
Ook ds. Retief sprak in de ‘Hoog’-Hollandse taal. Terwijl hem dit in de eerste volzinnen enigszins moeilik viel, was het merkwaardig hoe spoedig hij deze moeilijkheid overwon en hoe vloeiend en krachtig hij al ras zijn schone woorden uitsprak.
Met diepe, eerbiedige, ernstige spanning had men geluisterd ....; de gedachten der aanwezigen waren opgevoerd naar sferen, ver boven de dagelikse overdenkingen en beslommeringen.
Toen was er pauze - en er was een wonderlike stemming van onderlinge harmonie, die sterkte, die voortkomt uit die machtige éénheid van toon, die door dr. Viljoen was beschreven. En aanstonds zong mev. Van Loo nog een schoon lied en was er muziek van Jan Luyt en Pierre de Beer. Het was een schone avond, door geen wanklank gestoord, een avond, die als een reine herinnering zal bewaard blijven in de harten van allen, die het voorrecht hadden aanwezig te zijn.
Mnr. Schoeler, de sekretaris, had gesproken van het kinderfeest van de volgende dag. Mev. Loopuyt herinnerde met een enkel woord aan 't feest van Juliaantje en een dankbaar ‘Wilhelmus’ besloot de avond.
Aan een uitvoerig verslag over den Afdeelingsavond van 26 Mei ontleenen we het volgende:
Voor een belangstellend publiek van een goede zeventig dames en heeren, waaronder dr. Groenman, Konsul der Nederlanden en mevr. Groenman. President Reitz, Vice-Konsul, Jac. Loopuyt, advokaat Wessel Roux, L.V., en echtgenoote, mevr. adv. Willy Beijers e.a. gaf prof. P. Serton zijn aangekondigde toespraak over ‘De strijd tegen 't water in Holland’.
Deze nog jeugdige geleerde heeft een aangename, duidelijke voordracht. Zijn mededeelingen toelichtende door verschillende kaarten, die op den muur waren aangebracht, wist hij de onverdeelde aandacht van zijn gehoor in beslag te nemen. Het eerste gedeelte van zijn rede was gewijd aan het geleidelijke ontstaan van de verdedigingsmiddelen, die de oude bewoners van Holland noodgedwongen moesten bedenken voor veiligheid van eigen persoon, gezin en vee.
In het tweede gedeelte schetste spr. hoe de Nederlander, sterk geworden door ervaring en in het bewust-