Vlaanderen
Tak Brussel en Omstreken.
Maandag, 29 Mei, hield tak Brussel van het Algemeen Nederlandsch Verbond zijn laatsten feestavond van dit seizoen in de stemmige ‘Nieuwe Zaal’ aan de Ernest Allardstraat.
Ditmaal werden de talrijke leden op een muziekavond vergast, die uitsluitend bestond uit werk van Vlaamsche en Hollandsche toondichters en, evenals de vorige feesten en bijeenkomsten, door het A.N.V. belegd, schitterend geslaagd mocht heeten.
Met talent, overtuiging en gevoel droeg de heer Geert Dils, baszanger te Utrecht, wiens mooi en omvangrijk geluid voor velen een openbaring was, liederen voor van Peter Benoit, Catharina van Rennes, Jef van Hoof, Bernard Zweers, Ed. Vink en W.F.C. Nicolaï. Het roerende ‘Daar is maar één Vlaanderen’ van Jef van Hoof. moest worden herhaald, zoo onbedaarlijk was het applaus van het dankbare publiek.
Het tweede gedeelte van den avond was geheel gewijd aan liederen van Lieven Duvosel op teksten van Guido Gezelle, W. Gijssels, A. Hegenscheidt, René De Clercq, Joh. Lefèvre enz.
Vooraf sprak Dr. Willem van Eeghem, penningmeester van den tak, een kort inleidend woord over de beteekenis van den Gentschen toondichter. In dit gedeelte wist de heer Dils, flink bijgestaan op het klavier door den heer Martien, zich zelf te overtreffen. ‘Kerstnacht’, ‘O lied’, ‘Oude Koppel’, ‘Vlaamsche Kermis’ en ‘Schelde’, het werd alles even keurig vertolkt en geestdriftig toegejuicht. Ten slotte zong de heer Dils nog, als toegift, ‘De torens van Vlaanderen’, ‘Help nu u zelf’ en, op verzoek van de aanwezigen, het ‘Wilhelmus’ en ‘De Vlaamsche Leeuw’, die rechtstaande werden aangehoord en aan het einde, door allen, uit volle borst medegezongen.
* * *
In een der bovenzalen van het lokaal van den Tak, werd 13 Juni j.l., een algemeene ledenvergadering gehouden met de volgende dagorde: 1. Verslag van de vorige algemeene vergadering; 2. Mededeelingen over de plannen van het bestuur, vooruitzichten enz.; 3. Voorstel tot aanstelling van twee eereleden: de heeren Delpire en Lotens; 4. Toezicht op het geldelijk beleid. Bij afwezigheid van de heeren O. Wattez en Joh. Kesler, voorzitter en ondervoorzitter van den tak, zat de heer Thelen voor. De aanstelling tot eerelid van de heeren Lotens en Delpire, die sedert de oprichting van den tak in 1895, onafgebroken lid zijn geweest van het bestuur, werd op algemeenen bijval onthaald. Uit naam van de vergadering zegde Mr. Thelen de beide nieuwe eereleden dank voor de vele en onschatbare diensten, al dien tijd aan de Groot-Nederlandsche gedachte bewezen.
De tegenwoordigheid van drie afgevaardigden van het Dagelijksch Bestuur van het A.N.V.: de heeren P.J. de Kanter, De Gaay Fortman en C. van Son, door Mr. Thelen verwelkomd, stelden de aanwezige leden zeer op prijs. Op verzoek van Mr. Borginon en Mr. Van Dieren nam de heer De Kanter het woord. Na een uiteenzetting van den huidigen toestand van het Verbond, in Amerika, Zuid-Afrika, Indië en Duitschland, om ten slotte te komen tot groep Vlaanderen en groep Nederland, betoogde spr. dat het standpunt van het hoofdbestuur geen ander kan zijn en is dan het volgende: Allen, die behooren tot onzen stam, en in onzen stam thuis hooren, te vereenigen. Wat in tak Brussel gebeurt, waar Vlamingen van alle schakeeringen en richtingen met Nederlanders uit Nederland, Indië en Amerika samenleven, is juist, wat het hoofdbestuur wenscht. De heer De Kanter zegde nog te hopen, dat groep Vlaanderen (Antwerpen beloofde te zullen ontwaken) weer gauw tot stand moge komen; het hoofdbestuur zal het op hoogen prijs stellen spoedig weer Vlaamsche afgevaardigden in zijn midden te zien zitting nemen.
Mr. H. Borginon en Mr. Van Dieren spraken den wensch uit, door de zorgen van het hoofdbestuur, zooveel en zoo zakelijk mogelijk, de takken in Nederland te zien inlichten over alle stroomingen en richtingen in Vlaanderen, de uitwisseling van sprekers en studenten te zien bevorderen, enz.
De heer De Kanter merkte op, dat het hoofdbestuur niet het bestuur van groep Nederland is en zich in de zaken van dit bestuur niet heeft te mengen, maar zegde toch toe anes te zullen doen om de verwezenlijking van deze wenschen in de hand te werken.
De heeren Van Dieren en Borginon verklaarden, na de uiteenzetting door den heer De Kanter, genoegen te kunnen nemen met het door hem verdedigde standpunt.
Na nog een korte wisseling van gedachten, aan dewelke ook de heeren Thelen en Liesenborghs, secretaris van den tak, deelnamen, ging de vergadering in de beste stemming uiteen.