Bucarest.
De verjaardag van onze Troonopvolgster hebben wij, Nederlanders te Bucarest, op voor ons onvergetelijke wijze gevierd. Onze consul voor Bucarest en voor het grootste deel van Rumenië, de heer Ch.M. Dozy en zijn echtgenoote, evenzeer een echte Nederlandsche, hadden alle in zijn consulair gebied gevestigde Nederlanders uitgenoodigd den avond te hunnent te vieren. De gezant was aanwezig, gelijk overal waar de kolonie bijeenkomt, twee Vlaamsche beminnaars der gezamenlijke taal en afstamming en enkele vreemdelingen.
Geen moeite of kosten hadden de heer en mevrou v Dozy ontzien. Voor de gelegenheid hadden zij en de vice-consul, de heer B. Langeveld, een geheele operette vervaardigd in de Nederlandsche taal, spelende in Japan en aan welker uitvoering, behalve de gezantschapsattaché Loudon, zelfs een Rumeensche dame der hoogere klassen medewerkte, die voor die gelegenheid de Hollandsche uitspraak had geleerd. De opvoering had een uitbundigen bijval.
Vervolgens verraste consul Dozy ons op de vertooning der juist aangekomen rolprenten van het Koloniaal Instituut, ons hoogst belangwekkende tooneelen ontdekkend uit Nederlandsch-Indië. Het is de bedoeling die vertooning te herhalen in verschillende vaderlandsche kringen in andere Rumeensche steden, alsook voor Rumenen, om daardoor ons Indië meer bekend te maken. De gezant heeft evenzeer bij de Vereeniging ‘Nederland in den Vreemde’ alle medewerking gevonden; haar rolprenten over het moederland zijn onderweg en zullen een even nuttig gebruik vinden.
De consul dronk in een verzorgde rede het welzijn van de Hooge Jarige, getuigenis afleggende van onze dankbaarheid voor Haar bezit. De gezant dankte vervolgens hem en zijn waardige echtgenoote voor dezen schoonen avond en voor hun onvermoeid streven in het belang van de kolonie en van de vaderlandsche belangen, erop wijzende dat geen gelukkiger keuze had kunnen worden gedaan in den dag voor vreugdevol samenzijn.